Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De contouren van het referentiekader

Inleiding

In de brief aan de Tweede Kamer van 2 november 2009 ("Nieuwe koers Passend onderwijs") wordt aangegeven dat de sectorraden voor het PO, VO, WEC, AOC en MBO, in samenwerking met vakorganisaties en ouderorganisaties, een referentiekader Passend onderwijs zullen opstellen. In een brief van staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer van medio december is aangegeven dat de sectororganisaties de contouren van het referentiekader in de week van 18 januari zullen toezenden aan de Tweede Kamer.

Graag willen wij u informeren over de procesgang die tot deze contouren van het referentiekader heeft geleid en het proces om tot een landelijk referentiekader te komen.

In de korte tijd tussen november en de eerste weken van januari hebben we ons gebogen over functie, status en inhoud van het referentiekader. Als sectororganisaties zijn we er van doordrongen dat een referentiekader voor besturen en scholen van het primair tot en met het middelbaar beroepsonderwijs passend dient te zijn bij gewenste ontwikkelingen en de huidige praktijk van het onderwijs. Er kan geen sprake zijn van een obligate opsomming van onderwerpen; het referentiekader moet stimuleren en tegelijkertijd waarborgen bieden voor een adequate invulling van Passend onderwijs. Dit vraagt om een buitengewoon zorgvuldige procesgang. Mede om die reden is met onderwijsvakorganisaties en de specifieke en algemene ouderorganisaties in een tweetal ronde tafelgesprekken uitgebreid afgestemd, waardoor draagvlak is ontstaan voor deze notitie en voor gezamenlijke uitwerking.

Doel en uitgangspunten

Naast de wetgeving beschrijft het landelijk referentiekader Passend onderwijs het ,,wat voor het toewijzen van onderwijszorg aan kinderen in de regio (richting). Het baseert zich op de onderwijsbehoeften van het kind en de ondersteuningsbehoeften van leerkrachten en houdt rekening met verschillende achtergronden en wensen van ouders. Het geeft aan welke vormen hiervan binnen het Nederlandse onderwijsstelsel worden ontwikkeld en geborgd. Het referentiekader zal deels bestaan uit een aantal afspraken met betrekking tot het ,,hoe die kaderstellend zijn voor de besturen vanuit het principe ,,pas toe of leg uit. Voor het andere deel zullen scenarios, instrumenten en methodieken worden uitgewerkt waarbij regios en/of scholen keuzes kunnen maken in de wijze waarop ze doelstellingen willen realiseren.

Wij zien een rol voor onszelf om onze leden actief te informeren over het referentiekader en hen te stimuleren en te ondersteunen om hiermee te werken.

Leraren en ouders zijn bij de uitwerking nadrukkelijk betrokken. Transparantie over inzet van middelen en het proces om tot een passend aanbod te komen vormen belangrijke voorwaarden. Evenals de volgende uitgangspunten :
maatwerk voor kind en school staan voorop, de onderwijsvraag van de leerling, en
Eerste uitwerking landelijk referentiekader ­ 200110 1





de ondersteuningsvraag van de school staat centraal, geld volgt leerling en/of onderwijszorgprofiel, flexibiliteit is mogelijk, en
geen nieuwe of overbodige bureaucratie en overhead.

Opbouw

In de eerste opzet (zie de matrix in de bijlage) worden ­ verticaal - de inhoudelijke elementen onderscheiden die in het landelijk referentiekader aan de orde kunnen komen. Landelijke uitgangspunten en de betekenis daarvan voor de borging van onderwijszorg op het niveau van de school en het samenwerkingsverband/de regio zijn horizontaal opgenomen. Per thema worden vragen en aandachtspunten benoemd die bedoeld zijn om de verdere uitwerking richting te geven.

Wetgeving en zorgplicht

Het referentiekader zal nauwgezet worden afgestemd met de wetgeving met betrekking tot de zorgplicht. Voor ons staat voorop dat de wetgever in algemene zin de zorgplicht en het bestaan van een landelijk referentiekader aangeeft. Ook een landelijke geschillenregeling met een bindende uitspraak moet wettelijk geregeld worden, evenals regelingen inzake de medezeggenschap.

Uitgangspunten van het referentiekader

Voor besturen, hun management, de teams van onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel (in het vervolg wordt in deze notitie hiervoor de term ,,school gebruikt) en natuurlijk voor ouders en leerlingen/deelnemers staat in de ,,nieuwe koers een aantal beleidsrijke voorstellen. Eén van de meest ingrijpende hiervan is dat de samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs en de mbo-instellingen in de assessmentfase, samen met de expertise uit het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs, handelingsgericht gaan diagnosticeren en indiceren. De huidige indicatiestelling voor de clusters verdwijnt, waarbij de directe toegang tot het speciaal onderwijs nog nader moet worden bezien; handelingsgerichte criteria (gebaseerd op de verschillende modellen die het referentiekader aangeeft) bepalen welke hulp welke leerling en welke school ontvangt. De hoofdlijn is dat een school en de ouders door middel van handelingsgerichte diagnostiek inzicht verkrijgen in de hulpvraag van leerling en school. Het gaat dan om de mate en omvang van de belemmerende en bevorderende factoren van de leerling én de mate en omvang van de gewenste ondersteuning van de leraar/leraren. Indien de school en de ouders tot de conclusie komen dat de beide hulpvragen niet beantwoord kunnen worden in de basiszorg, doen zij een beroep op het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband zal met behulp van classificatiesystematieken, (bijvoorbeeld de ICF1) en kennis over gangbare, handelingsgerichte oplossingen en ondersteuningsmogelijkheden, een uitspraak doen over de aard en omvang (zowel personeel als financieel) van de ondersteuning van leerling en school, conform de afspraken in het onderwijszorgplan.
Het referentiekader beschrijft eveneens de procesgang van aanmelding tot plaatsing. We realiseren ons dat bij dit proces tussen school en ouders heldere communicatie essentieel is.


1 International Classification of Functioning, Disability and Health ­ Nederlandse vertaling, Houten 2002.
Eerste uitwerking landelijk referentiekader ­ 200110 2





Scholen maken gebruik van een interne en een externe onderwijszorgstructuur. In het referentiekader worden hiervoor o.a. de begrippen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg gehanteerd. Wij spreken ons uit voor het formuleren van een basiszorg met een stevig, maar realistisch en meetbaar ambitieniveau. Uitgangspunt daarbij is dat er basiszorg komt die geldt voor alle scholen in de sector en waar alle scholen, na een overgangsfase, aan gaan voldoen. Dit wordt nader uitgewerkt.
Voor samenwerkingsverbanden is het noodzakelijk dat de scholen hun eigen onderwijszorgstructuur bepalen met behulp van een onderwijszorgprofiel, zodat er zicht is op de gezamenlijke onderwijszorgstructuur: de dekking van voorzieningen voor leerlingen/deelnemers (,,geen kind tussen wal en schip). In dit onderwijscontinuüm zullen verschillende arrangementen worden opgenomen, bijvoorbeeld in het primair onderwijs als het gaat om de positie van het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Scholen zullen verplicht zijn een onderwijszorgprofiel op te stellen. Over dit onderwijszorgprofiel zal aan de eigen medezeggenschapsraad2 instemming worden gevraagd in de context van de formatieve en financiële mogelijkheden. Onderzocht zal worden op welke wijze de medezeggenschap over het zorgplan op het niveau van het samenwerkingsverband/de regio kan worden vormgegeven. In het zorgplan van het samenwerkingsverband/de regio gaat het in ieder geval om de dekking van de voorzieningen, de wijze en systematiek waarop leerlingen/deelnemers van die voorzieningen gebruik kunnen maken, de kwaliteitsontwikkeling en -borging van die voorzieningen en de bekostiging ervan.

Verdere procesgang

Aan relevante organisaties wordt ­ na het debat tussen Tweede Kamer en de Staatsecretaris - een aantal uitwerkingsvragen gesteld. De keuze van deze organisaties wordt bepaald door specifieke expertise op een thema, dan wel omdat zij instrumenten of methodieken (zoals voor het opstellen van een onderwijszorgprofiel) ontwikkeld hebben. Deze organisaties leveren een rapportage met het karakter van een inventarisatie en suggesties voor mogelijke verbeteringen en aanvullingen. In de rapportage moet men eveneens nadere implementatievoorstellen doen (bijvoorbeeld de tijd en de kosten die afname vraagt of de benodigde expertise in de school of in het SWV) en hoe de betrokkenheid van school en ouders geborgd is. Natuurlijk zullen wij expertise uit het veld betrekken op aspecten als relevantie, uitvoerbaarheid en effectiviteit. Ook leden van de rondetafel met ouder- en onderwijsvakorganisaties zullen participeren. Na oplevering van de rapportages zal een toetsingscommissie zich buigen over de vraag of opname in het referentiekader aan de orde is. Zij zullen hiervoor advies uitbrengen aan ons en de organisaties van de ronde tafel. Dit leidt vervolgens, na overleg in de ronde tafel, tot een nader uitgewerkt referentiekader per mei 2010.

Aan de hand van de uitkomsten van de uitwerkingsvragen zullen specifieker ontwikkelopdrachten worden uitgezet, zodat er voldoende instrumenten, methodes en goede voorbeelden beschikbaar komen voor de scholen.
Uiteraard zal een gerichte implementatie- en communicatiestrategie worden opgesteld, zodat in het schooljaar 2010-2011 en 2011-2012 alle scholen en SWV/regios aan de slag kunnen.

Januari 2010
De sectororganisaties PO, VO, WEC, AOC en MBO.


2 Voor het MBO en de AOCs is de WOR van toepassing. Eerste uitwerking landelijk referentiekader ­ 200110 3





Referentiekader Landelijk uitgangspunt Wat betekent dat voor de regio/ Wat betekent dat voor de Uitwerkingsvragen het swv? school/instelling? Onderwijs- Er zijn onderwijszorgprofielen die Er is een dekkend, complementair Iedere school/ instelling heeft een Hoe komen we tot een landelijke zorgprofiel onderscheid maken in basis-, breedte- onderwijszorgaanbod dat onderdeel is onderwijszorgprofiel uitgewerkt dat definitie van basiszorg waarin sprake en dieptezorg. van het onderwijszorgplan. onderscheid maakt in basis-, breedte- is van een realistisch, hoog en De onderwijszorgprofielen geven Zo nodig wordt ook tussen en dieptezorg. meetbaar ambitieniveau? uiting aan de zorgplicht. regios/swv samengewerkt. Welke instrumenten zijn er om basis-, breedte- en dieptezorg uit te werken en geven die voldoende inzicht in wat wel en wat niet van een school mag worden verwacht? Hoe past dit binnen de Wet gelijke behandeling? Toewijzing De toewijzing van onderwijszorg is De regio/het swv heeft een procedure Iedere school/ instelling heeft een Maak inzichtelijk hoe de procedure onderwijszorg geregeld in een procedure met van aanmelding tot plaatsing, kiest procedure van aanmelding tot van aanmelding tot plaatsing verloopt handelingsgerichte diagnostiek als voor een verdelingssystematiek en plaatsing, kent de afspraken uit het en hoe de vertaling daarvan uitgangspunt. Deze diagnostiek werkt die uit, inclusief afspraken over swv die specifiek betrekking hebben plaatsvindt in een onderwijszorgplan. bepaalt de aard en omvang van capaciteit (v)so. Dit is onderdeel van op signaleren en diagnosticeren en Ontwikkel systematieken waarmee onderwijszorg voor een leerling/ het onderwijszorgplan. handelt daarnaar. a) aard en omvang van onderwijszorg deelnemer en de aard en mate van voor leerlingen/deelnemers en ondersteuning van de leerkracht. b) aard en mate van ondersteuning Er is een handreiking met voorbeelden van de leerkracht bepaald kunnen van (geclusterde) inzet van middelen. worden. Maak met deze systematieken ook inzichtelijk wat de consequenties voor de verdeling van middelen zijn. Maak duidelijk hoe en waar het diagnosticeren plaatsvindt en wie de aard en omvang van onderwijszorg en ondersteuning bepaalt. Medezeggenschap Medezeggenschap is geregeld op alle De WMS/WOR biedt ruimte om Iedere school/ instelling heeft Welke ruimte biedt de WMS/WOR op scholen. Scholen maken inzichtelijk hierin op regionaal niveau een keuze medezeggenschap geregeld via regionaal niveau? wat zij doen aan en hoe zij te maken. ouder- , personeels- en Hoe sluit de WMS/WOR bij de communiceren over planvorming, leerlinggeledingen. verschillende sectoren aan? zorgcontinuüm, inzet middelen en Hoe wordt instemmings ­ en bewaking kwaliteit adviesrecht in de huidige situatie geregeld en welke aanpassingen zijn nodig? Hoe kunnen ouders actief worden Eerste uitwerking landelijk referentiekader ­ 200110 4





betrokken bij medezeggenschap op het niveau van het swv? [uitwerking door ouder- en vakorganisaties en bestuurders, deskundigheid op de WOR noodzakelijk Ouders Er is helderheid over de positie van Er is helderheid over de positie van Iedere school/instelling biedt Hoe kunnen we alle ouders bereiken? ouders in passend onderwijs en over ouders in passend onderwijs en over Informatie aan ouders, geeft invulling Wat is er op het niveau van ouders informatie, participatie en informatie, participatie en aan ouderparticipatie, biedt inzicht in nodig aan informatie en ondersteuning. ondersteuning. en verwijst naar mogelijkheden voor ondersteuning? ondersteuning en vervolgstappen. Hoe kan ouderparticipatie worden ingevuld (bestaande praktijk, nieuwe vormen)? Welke vormen van ondersteuning moeten aanvullend ontwikkeld worden? [uitwerking in samenwerking met ouderorganisaties] Kwaliteit Er zijn indicatoren voor de kwaliteit De regio/het swv garandeert een Iedere school/ instelling garandeert Wat zijn relevante indicatoren voor van onderwijszorg en de beoogde complementair en toegankelijk een basiskwaliteit van onderwijszorg kwaliteit van onderwijszorg? (denk resultaten daarvan. Deze indicatoren onderwijszorgaanbod voor en biedt leerlingen/deelnemers binnen hierbij aan practice en evidence based zijn herkenbaar in de toezichtkaders leerlingen/deelnemers in de regio/het de ruimte van de sector een programma's). van de onderwijsinspectie. swv. ,,ontwikkelingsperspectief, gekoppeld [uitwerking in samenspraak met aan handelingsgericht werken. onderwijsinspectie, onderwijs- consulenten, aandacht voor diversiteit in beperkingen van leerlingen] Ondersteuning/ Er is een aanbod binnen scholen om De regio/swv kan ondersteuning/ Iedere school/instelling voert een Wat is er op het niveau van besturen, professionalisering onderwijs (ondersteunend) personeel professionalisering op regionaal/swv- ondersteunings-/ schoolleiders, teams en leraren nodig in staat te stellen passend onderwijs te niveau stimuleren. professionaliseringsaanbod uit op om de zorgplicht waar te maken? geven. school-/instellingsniveau. Hoe past dit binnen de huidige Wet BIO en de Wet BIG? Zorg in en om de Landelijk is de samenwerking tussen Elke regio/swv voorziet in een Iedere school/ instelling participeert in Uitwerking is afhankelijk van het school onderwijs en onderwijszorg dekkend netwerk van een of meer een ZAT (uitwerking per sector). wetsvoorstel `wettelijke borging zorg georganiseerd (o.a. in ZATs). ZATs en maakt inzichtelijk hoe de in en om de school'. samenwerking in ZATs wordt Hoe verhoudt het wetsvoorstel zich vormgegeven. straks tot passend onderwijs? Hoe verhoudt een ZAT zich tot de toewijzing van onderwijszorg? Hoe verhoudt zorg in en om de school Eerste uitwerking landelijk referentiekader ­ 200110 5





zich tot het CJG en de AWBZ-zorg? Overgang tussen Landelijk is een soepele overgang Regionaal/in het swv zijn afspraken Iedere school/ instelling is Hoe kunnen we goede praktijken onderwijsvormen tussen verschillende onderwijsvormen gemaakt over een soepele overgang en verantwoordelijk voor een soepele breder ontsluiten en hoe zorgen we en overdracht van gegevens overdracht van gegevens. overgang en overdracht van gegevens voor doorlopende lijnen op het gebied bevorderd. (informatieplicht). van onderwijszorg? Hoe kunnen we daarmee bijdragen aan het terugdringen van voortijdige uitval en uitstroom? [bij uitwerking aansluiten bij bestaande werkgroep vo-raad ea.] Verantwoording Verantwoording vindt plaats aan het De regio/het swv legt verantwoording Iedere school/instelling legt Wat is de definitie van rijk en aan stakeholders (ouders, af aan het rijk over onderwijszorg- verantwoording af aan personeel, verantwoording? Hoe komen we tot leerlingen/deelnemers, scholen/ aanbod en verdeling van middelen. ouders, leerlingen/deelnemers en een gezamenlijke werkwijze voor een instellingen, overheden, onderwijsinspectie over de inzet van verantwoorde inzet van middelen en onderwijsinspectie) over inzet van onderwijszorg, inzet van middelen en hoe maken we zichtbaar wat de middelen en resultaten van het de resultaten daarvan. onderwijsresultaten daarvan zijn? onderwijszorgbeleid. Verantwoorden we zowel aan individuele ouders als aan een collectief en hoe doen we dat? Geschillen- en Er is een landelijke geschillenregeling De regio/het swv maakt gebruik van Iedere school/instelling maakt gebruik Er wordt geïnventariseerd welke klachtenregeling voor geschillen tussen besturen van een landelijke geschillenregeling en zo van de huidige klachtenregeling. geschillen regelingen en klachten- swv en voor ouders en leerlingen/ mogelijk van bestaande klachten- Eveneens is het mogelijk om een commissies er zijn. Er wordt deelnemers. Een landelijke regelingen. beroep te doen op de landelijke aangesloten bij bestaande regelingen. geschillencommissie doet bindende geschillenregeling. Waar nodig moeten deze worden uitspraken en toetst inhoudelijk. aangepast [uitwerking door ouder- en vakorganisaties en bestuurders, deskundigheid op de WOR noodzakelijk].

Eerste uitwerking landelijk referentiekader ­ 200110 6