Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op vragen
van het lid Thieme (PvdD) over Q-koorts en bioterrorisme.
(Ingezonden 29 december 2009)
1
Kent u het bericht 'Waarom de geit niet wordt gespaard'?')
Ja.
2
Is het waar dat de coxiella burnetii bacterie is opgenomen in de lijst van
bioterreurwapens van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention
(CDC) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)?
Het klopt dat de veroorzaker van Q-koorts, Coxiella burnetii, is opgenomen in de
lijst van agentia van de CDC die gebruikt zouden kunnen worden bij bioterrorisme
. Voor Nederland geldt dat, gezien de potentieel (zeer) ernstige gevolgen van
een aanslag met CBRN-middelen, door een breed samengesteld samenwerkingsverband
onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding al een
gecoördineerde inspanning op nationaal niveau is ingezet, gericht op het
minimaliseren van de kans op CBRN-terrorisme.
3
Is het waar dat Nederland The Biological and Toxin Weapon Convention getekend
heeft in 1972?
Ja.
') http://nos.nl/artikel/124276-qkoorts-waarom-de-geit-niet-wordt-gespaard.html
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 2 van 8
4
Is het waar dat de bacterie die Q-koorts veroorzaakt (Coxiella Burnetii) en in
Nederland is aangetroffen de meest agressieve variant is die ooit is waargenomen?
Zo nee, welke agressievere variant is dan waargenomen en wanneer? Zo ja,
is er een verklaring voor het feit dat de coxiella burnetii bacterie in Nederland
agressiever is dan elders waargenomen varianten?
Er zijn nog geen gegevens bekend met betrekking tot de agressiviteit van de in
Nederland voorkomende stam van Coxiella burnetii. Er wordt momenteel onderzoek
gedaan door zowel humaan als veterinair deskundigen naar de eigenschappen
van de bacterie die momenteel in Nederland de ziekte-uitbraken bij mensen
veroorzaakt.
5
Hoe beoordeelt u de uitspraak van een microbioloog die spreekt van 'een
biologische Q-koortsbom, bioterreur verspreid door onze landgenoten de
boeren'?²)
Ik deel de onderbouwing van deze uitspraak niet. Bioterrorisme is het uit
ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of opzettelijk verspreiden van
biologische agentia naar mens, dier of gewas met als doel maatschappelijke
ontwrichting te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of
politieke besluitvorming te beïnvloeden. In die zin is de huidige situatie daarmee
niet te vergelijken, omdat er geen aanwijzingen zijn voor het opzettelijk verspreiden
van het biologische agens.
6
Is het waar dat de Q-koortsbacterie bij de inzet in geval van bioterrorisme van
soortgelijk gevaar is als een gelijke hoeveelheid anthrax?
Nee. Bij de inzet in geval van bioterrorisme, waarbij beide bacteriën via de lucht
verspreid zouden worden, is een respiratoire infectie door de Q-koortsbacterie in
veel minder gevallen fataal dan een respiratoire infectie door anthrax. Dit verschil
in gevaar is ook zichtbaar in de categorisering van anthrax in de lijst van bioterreurwapens
van de CDC ten opzichte van de categorisering van Q-koorts in
deze lijst. Anthrax is een categorie A ofwel "High-priority agent" terwijl Q-koorts
een categorie B ofwel "Second highest priority" agent is.
7
Is het waar dat Q-koorts als mogelijk bacteriologisch wapen door CDC
gecategoriseerd is in dezelfde klasse als E-coli en cholera?³)
Ja.
²) http://nos.nl/artikel/90927-coxiella-burnetti-de-biologische-qkoortsbom.html
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 3 van 8
8
Is het waar dat Q-koorts al sinds 2001 door Nederlandse wetenschappers wordt
aangemerkt als één van de zes gevaarlijkste potentiële biologische wapens en dat
het beheersingsniveau bij de bewerking van laboratoriumkweken van Q-koorts
hoger ligt dan dat van bijvoorbeeld anthrax en pest.4)
Nee. In de laboratoriumpraktijk wordt met Coxiella burnetii gewerkt op het zgn.
biologische veiligheidsniveau 2 of 3 al naar gelang de werkzaamheden. Antrax en
pest vallen onder hetzelfde biosafety regime.
9
Is het waar dat bij een abortus van een geit miljarden coxiella's kunnen vrijkomen
en dat één coxiella voldoende kan zijn om besmet te raken? Zo nee, hoe groot is
dan het besmettingsgevaar en de uitscheiding van de Coxiella burnetii-bacterie in
geval van abortus bij een geit?
Het abortusmateriaal van een geïnfecteerd dier kan miljoenen tot miljarden
Coxiella burnetii-bacteriën bevatten. Om geïnfecteerd te raken is een bepaalde
hoeveelheid micro-organismen nodig, voor Coxiella burnetii is dat waarschijnlijk
laag. Echter, de gegevens hierover zijn nog niet conclusief. De exacte hoeveelheid
bacteriën die iemand ziek kan maken, wordt mede bepaald door en is ook
afhankelijk van de persoon die geïnfecteerd wordt (gastheerfactoren). Verder
raakt niet iedereen die besmet is ook geïnfecteerd en wordt niet iedereen die
geïnfecteerd is ook ziek. De kans dat iemand besmet wordt bij abortus van een
geit is groot, maar hieruit is niet af te leiden hoe groot de kans op daadwerkelijke
ziekte bij die persoon is.
10
Bent u op de hoogte van het feit dat het Nederlands Tijdschrift Geneeskunde al in
2000 5) en in 2007 6), en de 'field manual treatment of biological warfare agent
casualties van de Amerikaanse strijdkrachten, 7) in 2000 al publiceerden over de
dreiging van acute en chronische Q-koorts in relatie tot hoef- en huisdieren en als
mogelijk bioterreurwapen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe kan het dan dat de
minister van LNV in 2009 van 'wijsheid achteraf' spreekt?
Het was bekend dat Q-koorts gerelateerd kan worden aan hoef- en huisdieren,
maar in de mate waarin het nu speelt in Nederland, is het niet eerder voorgekomen
. Sinds het midden van de vorige eeuw komt de bacterie en Q-koorts al
endemisch voor bij landbouwhuisdieren en mensen.
Dit heeft tot 2005/2007 niet geleid tot problemen. De inzet van Coxiella burnetii
als bioterroristisch wapen via de huisdieren lijkt minder opportuun.
In scenario's wordt over het algemeen uitgegaan van (zeer) grote volumes
organismen die doelbewust door de lucht verspreid worden in dichtbevolkte
gebieden.
³) http://www2a.cdc.gov/PHLP/docs/cdc.horton.web.pdf
4) http://www.nvmm.nl/open/documents/bioterrorisme141201.pdf
5) Nederlands tijdschrift Geneeskunde, 144:1303-6
6) Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, 151:1998-2003
7) 17 juli 2000; http://www.chem-bio.com/resource/2000/fm8 284.pdf
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 4 van 8
Dit is dus een andere situatie dan overdracht via besmette dieren in de omgeving
van mensen.
11
Is de bestrijding van Q-koorts getoetst aan de gedragscode voor biosecurity van
de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) uit augustus
2007? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
De gedragscode voor biosecurity van de KNAW heeft vooral betrekking op de
wetenschappelijke gemeenschap. Bij de introductie van de gedragscode is deze
gemeenschap nadrukkelijk opgeroepen zelf, vanwege de diverse soorten
organisaties en de niveaus daarbinnen, de gedragscode op zichzelf af te stemmen.
Wetenschappers en andere beroepsbeoefenaren op het terrein van biologisch,
biomedisch, biotechnologisch en ander levenswetenschappelijk onderzoek zijn
daarnaast gebonden aan de ethische codes van hun beroepsgroepen en aan hun
verantwoordelijkheden als wetenschapsbeoefenaar. Daarnaast wordt hun
handelen bepaald door wet- en regelgeving en door tal van praktijkvoorschriften.
Veel van deze regelingen voorkomen al in grote mate dat levenswetenschappelijke
kennis wordt misbruikt.
De bestrijding van Q-koorts, met de daarbij noodzakelijk uit te voeren onderzoeken,
is vanuit haar aard een openbaar en transparant proces waarbij maatschappelijke
en politieke verantwoording voorop staat. De informatiebehoefte van
de maatschappij en de Kamer enerzijds en de gedragscode anderzijds worden
zorgvuldig afgewogen.
12
Is het waar dat in 1995 de Coxiella burnetii-bacterie in laboratoria van de
militante Aum Shinrikyo-sekte is gevonden die in datzelfde jaar een aanslag met
Sarin pleegde in de metro van Tokyo? Zo ja, hoe kan het dan dat u niet op de
hoogte was van de besmettingsgevaren van Q-koorts?
Coxiella burnetii is weliswaar in verband gebracht met de Aum Shinrikyo-sekte,
maar de kennis met betrekking tot de besmettelijkheid van Coxiella burnetii is
hiervan niet afhankelijk. Hoewel er weinig details bekend zijn over de exacte
manier waarop mensen normaal Q-koorts oplopen, is de bacterie als zodanig al
langer bekend. Ten aanzien van het mogelijke besmettingsgevaar verwijs ik u
naar mijn antwoord op vraag 9.
13
Kunt u uiteenzetten welke organisaties en hoeveel personen in Nederland belast
zijn met het toezicht op de naleving van de Biological and Toxin Weapons
Convention (BTWC) uit 1972?
Rekening houdend met het oogmerk van het verdrag is in de Uitvoeringswet
verdrag biologische wapens voorzien in de aanwijzing door de ministers van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van toezichthoudende ambtenaren.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 5 van 8
Door de minister van LNV zijn de ambtenaren van de AID, PD en RVV (thans
VWA) als toezichthouder aangewezen. Voor de minister van VWS heeft de IGZ het
toezicht op naleving van de BTWC opgenomen in het standaardtoezicht.
Om naleving van de verdragsbepalingen te bevorderen, hebben de verdragspartijen
in 1986 besloten elkaar jaarlijks te informeren over activiteiten en
instellingen die relevant kunnen zijn voor de naleving en handhaving van het
Verdrag. In het kader van deze zogenaamde Confidence Building Measures
(CBM's) wordt onder meer informatie uitgewisseld over (ir)reguliere ziekteuitbraken,
laboratoria waar onderzoek wordt verricht aan agentia waarvoor een
bio-safetyniveau BL-3 of BL-4 vereist is, onderzoeksprogramma's voor defensieve
doeleinden, vaccinproducenten, relevante wetenschappelijke publicaties en recent
aangenomen wet- of regelgeving. In het kader van deze CBM's wordt door het
ministerie van Buitenlandse Zaken jaarlijks informatie ingewonnen bij verschillende
betrokken ministeries (LNV, SZW, VWS, VROM, Defensie) maar ook bij
relevante wetenschappelijke instituten en de vaccinproducerende industrie.
14
Kunt u concreet uiteenzetten op welke wijze voorkomen wordt dat de in de
geitenhouderij ruim en in agressieve vorm aanwezige Coxiella burnetii-bacterie in
handen zou kunnen vallen van organisaties die haar zouden kunnen aanwenden
als bacteriologisch wapen? Zo nee, waarom niet?
Voor het antwoord op deze vraag wil ik u, ten aanzien van de geitenhouderij,
verwijzen naar mijn Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten waarin
maatregelen ten aanzien van mest en bedrijfstoegang zijn vastgelegd. Op besmet
verklaarde bedrijven gelden diverse mestmaatregelen en een bezoekersverbod.
De instituten waar de bacterie wordt gekweekt, zijn zeer gespecialiseerd en
beveiligd.
Deze maatregelen beogen onder andere te voorkomen dat de bacterie in handen
valt van personen met kwade bedoelingen. Ten aanzien van de vermeende
agressiviteit van Coxiella burnetii verwijs ik u naar mijn antwoord bij vraag 4.
15
Kunt u uiteenzetten welk verschil in besmettingsgevaar er is tussen inzet van de
Coxiella burnetii-bacterie als bacteriologisch wapen en het aanwezig zijn van de
Coxiella burnetii-bacterie in open potstallen op het Nederlandse platteland en bij
het uitrijden van besmette mest op Nederlandse landerijen? Zo nee, waarom niet?
Bij gebruik als bacteriologisch wapen worden heel veel bacteriën onder optimale
omstandigheden gericht toegepast. Dit is niet te vergelijken met de situatie op het
Nederlandse platteland. Bij het uitrijden van besmette mest gaat het om veel
minder bacteriën en om niet-optimale omstandigheden. Zie hiervoor ook mijn
antwoord op vraag 18.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 6 van 8
16
Kunt u uiteenzetten hoe groot het gevaar is dat de in de geitenhouderij aanwezige
Coxiella burnetii-bacterie zou kunnen overslaan naar de 3,3 miljoen Nederlandse
huiskatten en welk gevaar daarmee voor de Nederlandse bevolking zou kunnen
ontstaan? Zo nee, waarom niet?
De bacterie Coxiella burnetii is bij vele dieren aangetoond. Het is zeer onwaarschijnlijk
dat al deze dieren besmet raken. Voor de huidige geobserveerde Qkoortsepidemie
geldt dat er geen epidemiologische aanwijzingen zijn dat andere
dieren dan geiten en schapen een belangrijke rol spelen.
17
Deelt u de mening dat de bescherming van de volksgezondheid niet toelaat dat er
nog enig risico genomen wordt met verspreiding van de Coxiella burnetii-bacterie
via de veehouderij? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u de risico's
tot een absoluut minimum beperken?
Eliminatie van het risico om besmet te worden met Coxiella burnetii is onmogelijk.
Alle maatregelen die nu genomen zijn, hebben tot doel om te voorkomen dat
mensen ziek worden. Sporadische infecties met Q-koorts zullen echter blijven
voorkomen, ook wanneer de huidige maatregelen het effect hebben dat ervan
verwacht wordt. Ook vóór 2007 kwam Q-koorts in Nederland voor. In de jaren
voor 2007 werden jaarlijks gemiddeld 20 humane gevallen gemeld. Vanwege de
toenmalige onbekendheid met de ziekte is dat een onderschatting geweest van
het werkelijk aantal zieken.
18
Deelt u de mening dat burgers die wonen of recreëren in de nabijheid van een
veehouderijbedrijf dat gevaarlijke bacteriën uitscheidt vergelijkbaar met
bacteriologische wapens, in alle gevallen onverwijld op de hoogte gesteld zouden
moeten worden van het aanwezige besmettingsgevaar? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, waarom is het waarschuwen van burgers in Nederland sinds 2007 omtrent de
Q-koortsepidemie dan achterwege gelaten?
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen het gebruik van Coxiella
burnetii als agens voor biologische oorlogsvoering of bioterrorisme en incidentele
besmetting door tussenkomst van geitenhouderijen. Besmetting door doelbewust
als wapen bewerkte bacteriën of virussen die efficiënt verspreid zijn, heeft andere
effecten dan "natuurlijke" besmetting. Bacteriën en virussen die normaal in het
milieu voorkomen en normaal gesproken mensen niet of nauwelijks ziek maken,
kunnen - wanneer gewenst - tot biologisch wapen worden gemaakt dat bij
doelgerichte inzet grote aantallen slachtoffers kan maken. Daarbij worden speciaal
geprepareerde bacteriepreparaten verspreid in hoeveelheden die velen malen
groter zijn dan de hoeveelheden die normaal gesproken voorkomen. De op de lijst
voorkomende micro-organismen komen normaal in het milieu voor.
Ten aanzien van de informatie aan de Nederlandse bevolking het volgende. Pas
sinds het najaar van 2009 is er een test beschikbaar waarmee snel onderscheid
gemaakt kan worden tussen besmette en niet-besmette bedrijven.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 7 van 8
Deze zogenaamde tankmelktest overtreft de daarvoor gehanteerde methode van
besmet verklaren (> 5% abortussen) vele malen in gevoeligheid. Pas op het
moment dat aangegeven kan worden welke bedrijven besmet zijn en welke
bewoners daadwerkelijk risico lopen, kan informatie aan omwonenden gegeven
worden. Dit laatste is onlangs gebeurd: circa 700.000 gezinnen hebben een brief
ontvangen met betrekking tot een besmet bedrijf in hun omgeving.
19
Is het waar dat reizigers die vanuit Brazilië 8) en de VS 9) naar Nederland reizen
al geruime tijd waarschuwingen uitgereikt krijgen van de lokale gezondheidsautoriteiten
met betrekking tot het besmettingsgevaar in Nederland, en dat
Nederlanders tot voor kort niet gewaarschuwd werden tegen het gevaar van
recreëren of wonen in de nabijheid van met Q-koorts besmette bedrijven? Zo ja,
acht u dit een nalatige handelwijze van de Nederlandse overheid? Zo nee, op
welke vergelijkbare wijze werd de Nederlandse bevolking dan voorgelicht?
Voor het antwoord op deze vraag wil ik u verwijzen naar mijn antwoorden op de
vragen 2, 3 en 4 van 18 augustus 2009 (Aanhangsel der Handelingen 2008-2009,
nr. 3481) en de antwoorden op de vragen 3, 4 en 5 van 2 september 2009
(Aanhangsel der Handelingen 2008-2009, nr. 3655) en mijn antwoorden op vraag
7 van 12 oktober 2009 (Aanhangsel der Handelingen 2009-2010, nr. 311). Ook
verwijs ik naar het Algemeen Overleg over Q-koorts van 1 oktober 2009.
20
Bent u bereid een plan van aanpak op te stellen over de preventie van verspreiding
van zoönosen als bacteriële wapens voor terreurdoeleinden en een voorlichtingsprotocol
voor het informeren van burgers in geval van calamiteiten op het
gebied van zoönosen, zoals in geval van de Q-koortsepidemie en dat met de
Kamer te delen?
Voor Nederland geldt dat, gezien de potentieel (zeer) ernstige gevolgen van een
aanslag met CBRN-middelen, door een breed samengesteld samenwerkingsverband
onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding al een
gecoördineerde inspanning op nationaal niveau is ingezet, gericht op het
minimaliseren van de kans op CBRN-terrorisme. Eén van deze projecten is als
prioriteit in de beleidsagenda van dit kabinet opgenomen binnen de pijler
Veiligheid. Dit project is gericht op het verhogen van de weerstand bij risicovolle
CBRN-onderzoeksinstellingen.
Voor biologische agentia kan nog gemeld worden dat een interdepartementale
inspanning gericht op versterking van de security van biologische agentia
plaatsvindt.
8) http://consultaviajanteufp.blogspot.com/2009/06/febre-q-na-halanda.html
9) http://wwwnc.cdc.gov/travel/content/in-the-news/q-fever-netherlands.aspx
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Bureau VDC
Datum
26 januari 2010
Onze referentie
VDC 10.159
Pagina 8 van 8
Dit betreft een samenwerking van de ministeries van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,
Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, waarbij een voorziening wordt
ingericht waarin gegevens worden samengebracht en waar maatregelen worden
uitgedacht.
Er bestaat niet zo iets als een algemeen voorlichtingsprotocol voor nieuwe
zoönosen. Daarvoor verschillen zoönosen onderling teveel. Wel heb ik de Kamer
reeds geïnformeerd over het verbeteren ten algemene van de aanpak van
zoönosen (Aanhangsel der Handelingen 2009-2010, nr. 825).
Draaiboeken voor nieuwe zoönosen bevatten een communicatieprotocol waarbij
o.a. aandacht is voor voorlichting aan burgers. Zo wordt er op dit moment
gewerkt aan een draaiboek voor Rift Valley Fever.
21
Bent u bereid een protocol tot schadevergoeding op te stellen voor burgers die
getroffen worden door uitbraken van zoönosen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op
welke termijn en wijze?
Voor het antwoord op deze vraag wil ik u verwijzen naar de antwoorden op de
vragen 7 en 8 van 7 juli 2008 (Aanhangsel der Handelingen 2007-2008, nr. 2852)
en de antwoorden op de vragen 8, 9 en 10 van 10 september 2008 (Aanhangsel
der Handelingen 2007-2008, nr. 3538).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit