Openbaar Ministerie

OM eist gevangenisstraffen tegen Delftse oplichters

5 maart 2010 - Arrondissementsparket Den Haag

De officier van justitie in Den Haag heeft vandaag gevangenisstraffen straffen geëist tegen twee broers (41 en 43 jaar) uit Delft. De jongste broer hoorde drie jaar en vier maanden gevangenisstraf tegen zich eisen. De 43-jarige broer moet als het aan het OM ligt dertig maanden waarvan tien maanden voorwaardelijk de gevangenis in.

De broers worden ervan verdacht dat zij sinds 2008 meerdere autobedrijven, verhuurbedrijven en particulieren in Nederland hebben opgelicht. In totaal gaat het om veertien aangiftes tegen de verdachten.

De zaak kwam aan het rollen toen er bij de politie Haaglanden in het najaar van 2008 meerdere aangiftes van diefstal, oplichting en bedreiging binnen kwamen tegen de verdachten. In eerste instantie leken de aangiftes op zichzelf te staan, maar na enkele maanden ontdekte de politie dat er een patroon leek te bestaan en dat de verdachten mogelijk door heel Nederland op geraffineerde wijze autobedrijven, verhuurbedrijven en particulieren oplichtten. Alle aangiften tegen de verdachten werden bij elkaar gebracht en politie en OM startten een uitgebreid onderzoek naar het handelen van de broers.

Volgens de officier van justitie vertelden de broers dat zij handelden in tweedehands auto's en hadden zij een autobedrijfje op naam staan van de vriendin van een van hen. Ze overtuigden de autoverkopers ervan dat zij belangstelling hadden in een bepaalde auto, suggereerden dat zij er zelf al een koper voor hadden en voerden vervolgens over de betaling een toneelstukje op aan de telefoon met hun zogenaamde boekhouder.

Zo overtuigden de verdachten meerdere autoverkopers ervan dat zij zojuist geld hadden overgemaakt. Maar als de autoverkopers controleerden of het geld daadwerkelijk was binnengekomen, ontdekten ze dat het bedrag nog niet op hun rekening stond. Desondanks lukte het de broers om zoveel vertrouwen te wekken dat zij de autoverkopers op de mouw speldden dat het aan de bank lag, maar dat het geld echt zojuist via hun boekhouder was overgemaakt. Op die wijze bewogen zij de verkoper om de zojuist `gekochte' auto af te geven. De verkoper kreeg nooit het verschuldigde aankoopbedrag en de verdachten verkochten vaak nog dezelfde dag de auto voor contant geld door.

Naast deze oplichtingen worden de broers ook verdacht van het niet betalen van rekeningen voor de huur van twee vorkheftrucks. Uit financieel rechercheonderzoek is gebleken dat beide verdachten over een periode van anderhalf jaar geen legale inkomsten hebben gehad. Maar in die periode hebben zij wel voor bijna 70 duizend euro contante uitgaven gedaan. Volgens het OM is dit bedrag afkomstig uit crimineel verkregen activiteiten en hebben de verdachten dit geld witgewassen. De 41-jarige verdachte moet daarom als het aan het OM ligt een bedrag van ruim 74.000 euro terugbetalen. De ontnemingsvordering tegen de 43-jarige verdachte is ruim zeventigduizend euro.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.