levering van gebruikt Defensiematerieel aan Burundi
Kamerbrief inzake levering van gebruikt Defensiematerieel aan Burundi
Kamerbrief | 8 maart 2010
In antwoord op uw brief van 21 januari jl. (10-DEF-B-004) over de
levering van gebruikt Defensiematerieel aan Burundi, informeren wij u
hierbij nader over het programma dat Nederland uitvoert ter
ondersteuning van de ontwikkeling van de Burundese veiligheidssector,
waarvan genoemde levering onderdeel uitmaakt.
Nederland voert met Burundi een Security Sector Development (SSD)
programma uit op basis van een Memorandum of Understanding (MoU) dat
op 10 april 2009 werd getekend door de Nederlandse ministers van
Buitenlandse Zaken en Defensie en de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking en hun Burundese ambtgenoten. Over de opzet
van dit programma bent u geïnformeerd in onze brief van 10 juli 2009
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 787, nr. 5). De korte
termijn doelstelling van het programma is om bij te dragen aan een
aantal urgente operationele noden van het Burundese leger en de
politie. Het gaat daarbij om training, strategisch advies, materieel
en infrastructuur. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de versterking
van het democratisch toezicht op de veiligheidssector en de
betrokkenheid hierbij van het maatschappelijk middenveld. De lange
termijn doelstelling van het programma is verbetering van de
veiligheid voor de burgers van Burundi door het vergroten van de
legitimiteit, effectiviteit en kwaliteit van de Burundese
veiligheidssector.
Als onderdeel van dit MoU wordt momenteel een eerste serie projecten
uitgevoerd om bovenstaande doelstellingen te realiseren. De schenking
uit overtollig defensiemateriaal van in totaal 31 vrachtauto's voor
transport van brandstof, materieel en personen is bedoeld ter
vergroting van de logistieke capaciteit en mobiliteit van het
Burundese leger en de politie. De voertuigen zullen deels worden
ingezet voor het vervoer van voorraden en personeel ten behoeve van de
voorbereiding en ondersteuning van de verkiezingen die vanaf 21 mei
2010 zullen plaatsvinden. Deze verhoogde mobiliteit draagt bij aan het
vermogen de openbare orde te bewaken en veiligheid te garanderen.
Juist in dit verkiezingsjaar is dit essentieel. De genoemde
vrachtwagens zullen dit voorjaar worden geleverd zodat zij tijdig
inzetbaar zijn.
Alle vrachtauto's zijn gedemilitariseerd en ontdaan van Nederlandse
kenmerken. Zij zijn daarmee vergelijkbaar met op de vrije markt
verkrijgbare civiele voertuigen. Daarnaast zal door de Burundese
autoriteiten een end-user statement worden getekend, waarmee Burundi
zich verplicht het materieel niet zonder toestemming van Nederland aan
derden door te geleiden. Het risico dat de vrachtwagens in verkeerde
handen vallen of anderszins een destabiliserend effect zouden hebben,
wordt hiermee bijzonder klein geacht.
Regelmatige politieke consultaties tussen Burundi en Nederland vormen
een belangrijk onderdeel van de onderlinge samenwerking binnen het
SSD-programma. In dat kader brachten de Burundese ministers van
Externe Betrekkingen Augustin Nsanze, de Minister van Defensie Germain
Niyoyankana en de minister van Publieke Veiligheid Guillaume Bunyoni
van 2 tot en met 4 februari een bezoek aan Den Haag voor besprekingen
met de Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie en de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Van Nederlandse zijde is
tijdens deze consultaties waardering uitgesproken voor het afschaffen
van de doodstraf door Burundi, de inzet van Burundese troepen in het
kader van de VN-missie AMISOM in Somalië en de voortgang bij de
voorbereiding van de verkiezingen. Anderzijds zijn de zorgen besproken
die Nederland heeft over de verharding van het politieke klimaat in
Burundi in de aanloop naar de verkiezingen en over het verzoek om
vervanging van de uitvoerend vertegenwoordiger van de
secretaris-generaal van de VN, Youssef Mahmoud.
Ook is openhartig gesproken over de Nederlandse zorgen ten aanzien van
de bevindingen in het rapport van de VN Group of Experts betreffende
Burundese banden met de Forces Démocratiques de Libération du Rwanda
(FDLR) in het oosten van de Democratische Republiek Congo. De
Burundese ministers zijn nader ingegaan op de Burundese positie ter
zake en hebben uiteengezet waarom zij specifieke aantijgingen
ongegrond achten. Zoals reeds gemeld in antwoord op vragen van de
leden Irrgang en Ferrier van 29 januari (DAF 21/2010 en 22/2010) zal
de Kamer over een half jaar worden geïnformeerd of Burundi al dan niet
in aanmerking komt voor begrotingssteun voor 2010.
Ondanks de genoemde punten van zorg heeft de Nederlandse regering
waardering voor de resultaten die de afgelopen jaren in Burundi zijn
geboekt bij het bestendigen van het vredesproces. Honderdduizenden
vluchtelingen zijn teruggekeerd en rebellengroeperingen zijn na jaren
van bloedige strijd opgenomen in het politieke proces. Verdere
investeringen in de veiligheidssector van Burundi zijn noodzakelijk om
deze verworvenheden te borgen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Minister van Defensie,
E. van Middelkoop
Ministerie van Buitenlandse Zaken