beantwoording kamervragen over de EU-delegatie die onderzoek doet naar
de situatie van slachtoffers van hindoe-extremistisch geweld in
Kandhamal, Orissa
Kamerbrief beantwoording kamervragen over de EU-delegatie die onderzoek doet
naar de situatie van slachtoffers van hindoe-extremistisch geweld in
Kandhamal, Orissa
Kamerbrief | 8 maart 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Voordewind, Van der Staaij en Haverkamp over de
EU-delegatie die onderzoek doet naar de situatie van slachtoffers van
hindoe-extremistisch geweld in Kandhamal, Orissa. Deze vragen werden
ingezonden op 8 februari 2010 met kenmerk 2010Z02408
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Voordewind, Van der Staaij en Haverkamp
(ChristenUnie, SGP en CDA) over de EU-delegatie die onderzoek doet
naar de situatie van slachtoffers van hindoe-extremistisch geweld in
Kandhamal, Orissa.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten dat de EU-delegatie die de situatie van
de slachtoffers van hindoe-extremistisch geweld in Kandhamal, Orissa
zou onderzoeken 1) - na eerst in november geweigerd te zijn om het
Kandhamal district te bezoeken en vervolgens eind januari 2009 op het
laatste moment opnieuw werd geweigerd dat district te bezoeken - nu
van 2 tot 5 februari 2010 een bezoek zal brengen aan Kandhamal in
Orissa?
Vraag 2
Wat is uw oordeel over deze gang van zaken en meer specifiek het feit
dat deze EU-delegatie een zeer beperkt mandaat heeft en niet aan
`fact-finding' mag doen 2) met betrekking tot de situatie van de
christelijke vluchtelingen in de deelstaat Orissa na het geweld tegen
hen, dat tientallen levens heeft gekost?
Antwoord
Ja, ik ben bekend met deze berichten. Het uitstel van de EU-missie had
veiligheids- en logistieke redenen en heeft uiteindelijk in de door de
EU gewenste vorm doorgang kunnen vinden met medewerking van de Indiase
autoriteiten. De EU-missie was een follow-up van de missie in december
2008 en had een breed mandaat. De leden van de missie hadden
ontmoetingen in Bhubaneshwar (de hoofdstad van Orissa), in Cuttack
(waar het Directoraat Generaal van de Orissa politie is gevestigd) en
brachten een bezoek aan het district Kandhamal waar de dorpen werden
bezocht die in 2008 het zwaarst werden getroffen door het communaal
geweld. Ontmoetingen vonden plaats met de DG van politie, een
vertegenwoordiger van de Orissa deelstaatregering, de aartsbisschop
van Bhubaneswar en Cuttack, diverse kerkelijke organisaties,
mensenrechtenorganisaties, lokale journalisten en slachtoffers van het
geweld.
Vraag 3
Kent u het bericht 3) dat aan de vooravond van het bezoek van de
EU-delegatie, christelijke vluchtelingen uit hun opvangkampen zijn
verjaagd? Is dit waar en zo ja, welke stappen zijn richting de Indiase
regering ondernomen om te zorgen dat deze vluchtelingen alsnog
adequaat worden opgevangen?
Antwoord
Het betreft het bericht over het dorpje Hakpotha in het G. Udayagir
subdistrict van het district Kandhamal waar 15 families enkele dagen
voor de komst van de EU-missie uit een overheidsgebouw zijn gezet. Zij
verbleven daar sinds 2008 en werden gevraagd terug te keren naar hun
dorp. Deze families hebben allen financiële compensatie gekregen om
hun huizen te herbouwen. Ondanks dat vele andere gevluchte families
uit hetzelfde dorp al zijn teruggekeerd, bleven deze 15 families
achter, omdat zij zich geïntimideerd voelden door de daders van het
geweld die op borgtocht zijn vrijgelaten. De EU-missie heeft deze
families bezocht en aangedrongen op adequate politiebescherming, zodat
zij veilig kunnen terugkeren naar hun dorp.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de aangekondigde rechtsherstellende maatregelen
middels de `fast-track' rechtbanken, die speciaal werden opgericht om
de aanstichters van het geweld tegen christenen te berechten - mede in
het licht van de brief van de `Association of Victims of Kandhamal
Violence' (AVKV) aan de Chief Justice van het Orissa High Court, dat
er sprake is van bedreiging van de slachtoffers, slordige
politieonderzoeken en meer in het algemeen: `gross miscarriage of
justice' in de `fast-track' rechtbanken?
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de rehabilitatie van de slachtoffers van het geweld,
waaronder de `40.000 christenen' die volgens uw antwoorden van 18
november 2009 `op de vlucht zijn geslagen voor het religieus geweld',
mede in het licht van de beweringen van de bovengenoemde AVKV dat de
rehabilitatie en compensatie van de slachtoffers sterk tekort schiet
of niet tot stand is gekomen?
Antwoord
Het is een belangrijk signaal voor de christelijke gemeenschap in
Orissa dat de Indiase overheid maatregelen heeft getroffen om de
verdachten van de gewelddadigheden uit 2008 op te sporen en te
veroordelen en de slachtoffers te compenseren en te rehabiliteren. Ik
ben echter ook bekend met berichten van slachtoffers die van mening
zijn dat de getroffen maatregelen tekort schieten. De recente
EU-missie heeft onderzoek gedaan naar de rechtsherstellende
maatregelen. Ik zal op dit punt het rapport van de missie afwachten.
Vraag 6
Waaruit heeft de Nederlandse steun tot nu toe bestaan en wat is er met
Nederlandse inzet bereikt voor de slachtoffers van het geweld,
mogelijke terugkeer van de verdreven slachtoffers en voor het
normaliseren van de verhoudingen?
Antwoord
Nederland heeft actief deelgenomen aan de twee EU-missies naar Orissa
om de situatie van christenen te onderzoeken. Deze missies hebben veel
(media)aandacht getrokken in India en tonen het belang dat de EU,
inclusief Nederland, hecht aan het beëindigen van het geweld in Orissa
en aan rechtsherstellende maatregelen.
Daarnaast is tijdens de lokale EU-India mensenrechtendialoog in 2009,
mede op instigatie van Nederland, gesproken over geweld tegen
religieuze minderheden. Ook de situatie in Orissa kwam daar aan bod.
Ook in 2010 zal het thema op de EU-India dialoog worden geagendeerd.
Nederland financiert voorts in India een project gericht op toegang
tot justitie voor slachtoffers van religieus geweld. Aanleiding voor
het project waren onder andere de gewelddadigheden tegen christenen in
Orissa in 2008. De Indiase ngo Commonwealth Human Rights Initiative
(in samenwerking met de organisatie Multiple Action Resource Group)
voert het project uit.
Vraag 7
Hoe beoordeelt u de beweringen van onder meer de AVKV dat niet alleen
de hindoe-extremisten maar ook regeringsambtenaren geneigd zijn het
geweld te wijten aan conflicten tussen Scheduled Castes (`Dalits') en
Scheduled Tribes (`Adivasi) om daarmee de aandacht af te leiden van de
activiteiten van diezelfde hindoe-extremisten?
Antwoord
Uitgangspunt moet zijn dat de verantwoordelijken voor de
gewelddadigheden opgespoord en gestraft dienen te worden,
onafhankelijk van hun religieuze of tribale achtergrond.
Zoals ik ook in mijn voorgaande beantwoording van vragen ten aanzien
van geweld tegen christenen in Orissa aangaf (29 december 2008 en 29
september 2009), zijn de spanningen slechts voor een deel
geloofsgebonden en worden deze medebepaald door complexe
sociaal-economische en etnische factoren, waarbij grondbezit een
belangrijke rol speelt. Deze factoren beïnvloeden het risico op
onderlinge twisten tussen bepaalde groepen hindoes en christenen
(veelal bekeerde Dalits).
Vraag 8
Wilt u de Kamer na het bezoek van de EU-delegatie informeren over hun
bevindingen en de manier waarop Nederland aan deze bevindingen verder
gevolg gaat geven?
Antwoord
Ja. Ik zal u daarover informeren.
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 189
2) Zie Press Trust of India
http://www.ptinews.com/news/489996_Orissa-allows-EU-delegation-to-visi
t-Kandhamal
3) Zie bijvoorbeeld Nederlands Dagblad, 21 januari 2010
Ministerie van Buitenlandse Zaken