Nieuwe methode brengt maatschappelijke waarde onderzoek in kaart

08/03/2010 02:00

Rathenau Instituut

Embargo tot maandag 8 maart

Onderzoek kan nu beter beoordeeld worden op haar maatschappelijke waarde. Het ERiC-project, waarin vijf organisaties op het gebied van onderzoek (KNAW, NWO, HBO-raad, VSNU en het Rathenau Instituut) samenwerken, heeft een methode ontwikkeld om die te bepalen. Nederland is hiermee internationaal een voorloper.

Tot nu toe werd de kwaliteit van onderzoek vooral gemeten aan de hand van het aantal publicaties dat onderzoekers produceren en hoe vaak die worden geciteerd door andere onderzoekers. In de nieuwe methode telt ook mee of het onderzoek bruikbaar is voor bijvoorbeeld innovatie in het bedrijfsleven of voor het oplossen van maatschappelijke problemen, zoals hoe om te gaan met de gevolgen van klimaatverandering. Het gaat dus om het verspreiden van onderzoeksresultaten buiten het eigen vakgebied.

Op 8 maart overhandigt Peter van den Besselaar, één van de ontwikkelaars, de handleiding aan Doekle Terpstra (HBO-raad), Sijbolt Noorda (VSNU), Jos Engelen (NWO) en Theo Mulder (KNAW). Aansluitend nemen zij deel aan een debat. Het programma vindt u hieronder.

Evalueren maatschappelijke waarde

Het in kaart brengen van maatschappelijke waarde is belangrijk, omdat daardoor beter zichtbaar wordt wat nieuwe onderzoeksresultaten kunnen opleveren. Dit is van belang voor de samenleving, de financiers van onderzoek, de overheid en onderzoekers zelf. Door maatschappelijke waarde expliciet mee te nemen in de beoordeling van onderzoeksgroepen, zal de aandacht van onderzoekers toenemen voor de toepassingsmogelijkheden van nieuwe kennis. Dat kan de innovatie en de economie in Nederland stimuleren. Onderzoeksfinanciers krijgen meer inzicht in wat het door hun gefinancierde onderzoek heeft opgeleverd voor de samenleving. De overheid ziet beter wat onderzoek bijdraagt aan de kenniseconomie.

Onderzoekers zelf kunnen met de ERiC-methode beter de maatschappelijke waarde van hun werk tonen. Naast hun wetenschappelijke publicaties kunnen zij andere resultaten laten zien zoals medische behandelingsprotocollen, leerboeken, maquettes, octrooien, lezingen, bijdragen aan publieke debatten, of het uitwisselen van onderzoekers tussen wetenschap en bedrijfsleven.

Criteria maatschappelijke waarde

De bijdrage aan de samenleving verschilt per onderzoeksgebied. Ook hebben onderzoeksgroepen verschillende doelstellingen, afhankelijk van de specifieke context waarbinnen ze werken. Daarom hanteert ERiC een model waarin het doel van het onderzoek het uitgangspunt is voor de beoordeling, met evaluatiecriteria die aansluiten bij dat doel en bij de specifieke kenmerken van het onderzoeksgebied. Dat maakt de methode geschikt voor alle vakgebieden.

Aansluiting bij SEP en BKO

Binnen de bestaande protocollen voor de evaluatie van onderzoek, het Standaard Evaluatie Procotol (SEP) van de universiteiten en onderzoeksinstituten en het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) van hogescholen, speelt de maatschappelijke relevantie al een rol. Hoe die in kaart moet worden gebracht, wordt daar niet concreet gemaakt. De methode die binnen het EriC project is ontwikkeld, vult die lacune in en sluit daarmee aan bij SEP en BKO.

Vier pilots

De werkwijze die ERiC heeft ontwikkeld, is gebaseerd op de uitkomsten van pilotstudies in vier vakgebieden: bouwkunde (aan de TU Delft), werktuigbouwkunde (aan de Universiteit Twente), electrical engineering (aan de TU Eindhoven) en rechten (aan de VU Amsterdam). Verder is gebruik gemaakt van ervaringen aan de Hogeschool Utrecht.

Samenwerking van vijf partners

ERiC staat voor Evaluating Research in Context. Het project is een samenwerking van KNAW, NWO, HBO-raad, VSNU en het Rathenau Instituut. Het beoogt methodes te ontwikkelen voor de beoordeling van de maatschappelijke relevantie van onderzoek. De samenwerkingspartners financieren het project zelf. De organisaties waar pilots zijn gehouden, hebben ook financieel bijgedragen.

PROGRAMMA 8 MAART

14.45-15.15 uur

Ontvangst

15.15-15.20 uur

Opening door dhr. Dr. L.J.(Renk) Roborgh, directeur-generaal Hoger onderwijs, Beroepsonderwijs, Wetenschap en Emancipatie van het Ministerie van OCW

15.20-15.30 uur

Schets problematiek: Ton Backx, decaan Electrical Engineering, TU Eindhoven

15.30-15.40 uur

Sijbolt Noorda, van de Vereniging Nederlandse Universiteiten, over maatschappelijke relevantie en onderzoek bij universiteiten

15.40-15.50 uur

Reactie Doekle Terpstra, van de HBO-raad, over maatschappelijke relevantie en onderzoek bij hogescholen

15.50-16.10 uur

Presentatie ERiC resultaten (Barend van der Meulen, onderzoeker bij het Rathenau Instituut)

16.10-16.45 uur

Paneldiscussie onder leiding van Harry Lintsen van de TU Eindhoven. Deelnemers:m Ton Backx, Sijbolt Noorda, Doekle Terpstra, Jos Engelen (Theo Mulder ) Barend van der Meulen

16.45 uur

Aanbieding handleiding aan bestuurders door Peter van den Besselaar, hoofd Science System Assessment aan het Rathenau Instituut

Aansluitend borrel

Plaats

De Koninklijke Schouwburg, Korte Voorhout 3 te Den Haag.





http://www.eric-project.nl