Inspectie Verkeer en Waterstaat
ongemotoriseerde luchtvaart in Nederland
Verdere aanscherping transponderplicht voor ongemotoriseerde luchtvaart in
Nederland
Nieuwsbericht | 10-03-2010
De laatste fase van de transponderplicht voor ongemotoriseerde
luchtvaartuigen zoals zweefvliegtuigen en ballonnen gaat in op
donderdag 11 maart. Dat betekent dat tijdens werkdagen (9.00-17.00
uur) de ondergrens van het gebied waarin de transponder verplicht is,
verlaagd wordt naar 1200 ft (zo'n 400 meter). Er zijn geen
veranderingen op de plaatsen waar geen transponderplicht bestond.
Zeilvliegtuigen en schermzweeftoestellen zijn uitgezonderd omdat er op
dit moment voor deze groep luchtvarenden geen geschikte transponder
verkrijgbaar is.
De transponderverplichting voor ongemotoriseerde luchtvaartuigen is
vanaf 2008 in drie fases ingevoerd. Daarbij werd de zone waarin het
ongemotoriseerde luchtverkeer zonder transponder mocht vliegen in
stappen verlaagd. Een evaluatie eind 2009 van de eerste en tweede fase
toont aan dat de transponder een effectief middel is om het risico op
botsingen tussen recreatieve luchtvaart, commercieel luchtverkeer en
militair verkeer te verkleinen. De transponder maakt luchtvaartuigen
zichtbaar voor luchtverkeersleiders. Daarnaast wordt het luchtvaartuig
zichtbaar voor het botsingsvermijdingssysteem ACAS aan boord van
zaken- en verkeersvliegtuigen en op de boordradar van militaire
jachtvliegtuigen.
Een transponderverplichting voor gemotoriseerde vliegtuigen en
helikopters bestaat in Nederland al sinds eind jaren '90. Aanleiding
voor de invoering was het advies van de internationale
burgerluchtvaartorganisatie ICAO. Daarbovenop kwamen aanbevelingen van
de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de Air Traffic Incident
Commissie (ATIC) na botsingen in 1999 en 2002 tussen een F16 en een
recreatief vliegtuig.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat verwacht dat uiteindelijk niet meer
dan 70 procent van het ongemotoriseerde vliegverkeer overgaat tot
aanschaf van een transponder omdat er nog steeds luchtruim beschikbaar
is en blijft waar geen transponder aan boord hoeft te zijn. Nu al
beschikt 67% van de zweefvliegtuigen en ballonnen over een Mode S
transponder.