Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
FEZ/CC/193084
Datum 12 maart 2010
Betreft Beantwoording vragen lid Depla (PvdA) over het beleggingsverlies van
onderwijsinstellingen in 2008
Hierbij zenden wij u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Depla
(PvdA) van uw Kamer der Staten-Generaal over het beleggingsverlies van
onderwijsinstellingen in 2008 (ingezonden 19 februari 2010, kenmerk
2010Z03522).
de minister van Onderwijs, Cultuur de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, en Wetenschap,
mr. A. Rouvoet Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
a
na 1 van 3
Pagi
2010Z03522 Datum
Vragen van het lid Depla (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Onze referentie
Wetenschap over het beleggingsverlies van onderwijsinstellingen in 2008.
(Ingezonden 19 februari 2010)
1
Hoe beoordeelt u het forse beleggingsverlies van onderwijsinstellingen in 2008
ten gevolge van de beurscrisis, waarvan nieuwe cijfers van het Centraal Bureau
voor de Statistiek blijk geven?1
Onderwijsinstellingen hebben in 2008 een boekwaardeverlies van 47 miljoen
geleden op hun voor langere termijn aangehouden beleggingen.
Zolang de instellingen deze beleggingen niet hoeven te verkopen, treedt geen
feitelijk verlies op. Voor een groot deel is het boekwaardeverlies inmiddels weer
ingelopen.
2
Hoe verhoudt dit beleggingsverlies zich tot de Regeling beleggen en belenen door
instellingen van onderwijs en onderzoek, die alleen beleggingen toestaat waarbij
de hoofdsom is gegarandeerd?
Juist om te voorkomen dat instellingen op hun niet voor lopende betalingen
benodigde middelen die wij ze geven om de wettelijke taak uit te voeren feitelijk
verlies kunnen lijden, is in 2001 de Regeling beleggen en belenen door
instellingen van onderwijs en onderzoek (hierna: Regeling BenB) van kracht
geworden. Daarin is geregeld dat instellingen alleen mogen beleggen in
producten, waarbij - zodra een bedrag weer wordt opgenomen - de ingelegde
hoofdsom in tact moet zijn.
De regeling is naar aanleiding van de recente problemen met spaar- en
beleggingsvormen bij onder meer IJslandse banken per 1 januari 2010
aangescherpt in navolging van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale
overheden (Ruddo). De aanscherping komt erop neer dat voor de beleggingen en
beleningen vanaf 2010 door instellingen van onderwijs en onderzoek de
ratingeisen zijn verhoogd van A:
o tot AA-minus voor de financiële onderneming waarvan beleggings- en
beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden worden
betrokken en
o tot AA voor het land waarin deze financiële onderneming gevestigd mogen
zijn.
De Inspectie van het Onderwijs had in het jaarwerkplan 2009 onderzoek naar het
beleggings- en beleningsbeleid van de instellingen opgenomen. Dit voorjaar rondt
de Inspectie dit onderzoek af. Op grond van de resultaten zal de Inspectie waar
nodig maatregelen treffen, zodanig dat de instellingen hun beleggingen in
overeenstemming brengen met de Regeling BenB.
1
NRC, 18 februari 2010: "Fors beleggingsverlies onderwijsinstellingen in 2008"
Pagina 2 van 3
Datum
3
Acht u het los daarvan aanvaardbaar dat scholen met geld dat in wezen is Onze referentie
bedoeld voor onderwijs een gokje waagden?
Zonder te willen vooruitlopen op het in mijn antwoord op vraag 2 genoemde
onderzoek van de Inspectie, herkennen wij het beeld dat onderwijsinstellingen
met publieke middelen speculeren niet. In tegendeel; zo wijst het rapport van
commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen op voorzichtigheid in het
financieel beheer. Het is vanzelfsprekend evenmin aanvaardbaar dat scholen met
publieke middelen speculeren. Dat is dan ook al vanaf 2001 met de invoering van
de Regeling BenB verboden. In de Regeling BenB is immers voorgeschreven dat
besturen met hun beleggingen prudent moeten omgaan. En wel juist vanwege het
onderwijsdoel daarvan, zodat de middelen beschikbaar zijn zodra ze nodig zijn
voor het wettelijke onderwijs.
4
Op welke wijze(n) gaat u de betrokken scholen en onderwijsinstellingen
aanspreken op hun beleggingsbeleid?
Alle onderwijsinstellingen worden door accountants getoetst op hun
beleggingsbeleid. Hierbij wordt zowel op individuele beleggingsproducten als op
het beleid (treasury statuut) getoetst. Indien hiertoe aanleiding bestaat, worden
besturen hierop aangesproken door de Inspectie van het Onderwijs; de Inspectie
zal betreffende besturen dan de opdracht geven hun beleggingen in
overeenstemming te brengen met de Regeling BenB. Bovendien wordt over de
Regeling BenB voorlichting gegeven. Ten slotte worden in het reguliere overleg
met de vertegenwoordigers van het onderwijsveld de verbeteracties gemonitord
die zijn beschreven in de kabinetsreactie van begin november 2009 op het advies
van de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen. Met name twee van
deze verbeteracties hebben namelijk ook betrekking op dit terrein:
o de beoogde opleidingen op het gebied van financieel beleid en beheer;
o de beoogde verbetering van de financiële professionaliteit.
Pagina 3 van 3