Ingezonden persbericht



Nijmegen, 16 maart 2010

Website geeft inzicht in uitgaven hulporganisaties

Meer dan zeventig grotere Nederlandse hulporganisaties zijn in ontwikkelingslanden actief en gaven daar in 2008 ongeveer 850 miljoen euro uit. Gemiddeld werkt elke organisatie in meer dan twintig ontwikkelingslanden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het vaak onduidelijk is welke organisaties nou in landen zoals Soedan, Afghanistan of Ethiopië werken.

De nieuwe versie van de website www.ngo-database.nl laat precies zien welke landen hulp ontvingen van elk van de 72 hulporganisaties. De website is onderdeel van de IS Academie Maatschappelijk Middenveld, een samenwerkingsprogramma tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het wetenschappelijke onderzoeksinstituut CIDIN, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen

De uitgaven zijn beschikbaar per land en per sector, waardoor zeer gedetailleerde gegevens te vinden zijn. Zo was in Haïti Cordaid het meest actief vooral in de versterking van het lokale maatschappelijk middenveld. Elke organisatie heeft een eigen profielpagina op de website, waarin haar uitgaven worden gepresenteerd. Er zijn grote verschillen tussen de ontwikkelingslanden: zo werkten 41 Nederlandse organisaties in India, terwijl dat er in Botswana maar drie waren.

Het CIDIN verzamelt deze gegevens vooral voor onderzoeksdoeleinden, maar wil met deze website ook meer openheid en samenwerking in de sector bevorderen. Bart Loman, onderzoeker van het CIDIN, licht toe: 'In de jaarverslagen geven individuele organisaties vaak erg gedetailleerd weer wat ze doen. Maar elke organisatie doet dat op haar eigen manier. Met zo'n tachtig grotere Nederlandse hulporganisaties zie je door de bomen het bos niet meer. Dan maak je je als sector ook vatbaar voor kritiek van buitenaf. Het zou goed zijn als ontwikkelingsorganisaties gezamenlijk een vuist maken en als sector aan het Nederlandse publiek laten zien wat er met het geld gebeurt: waar gaat het naar toe én wat voor resultaten worden bereikt. Met deze website willen we een eerste aanzet geven'.



Ingezonden persbericht