Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2
Datum 18 maart 2010
Betreft Voortgangsbrief maatregelen schoolverzuim
Samen met de minister van Jeugd en Gezin en Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, de minister van Justitie en de staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik de afgelopen jaren hard gewerkt aan een
integrale aanpak van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten om ervoor te
zorgen dat zoveel mogelijk kinderen een startkwalificatie behalen en goed
voorbereid hun toekomst tegemoet gaan. Vorig jaar informeerde ik uw Kamer al
over de voortgang van invoering van de in 2008 aangekondigde maatregelen
(Tweede Kamer, 2008-2009, 26 695, nr. 63 en Tweede Kamer, 2007-2008, 26
695, nr. 53), daarnaast heb ik u op 18 februari 2010 per brief geïnformeerd over
de daling van de aantallen voortijdig schoolverlaters (Tweede Kamer, 2009-2010,
26 695, nr. 67). Met deze brief bericht ik u over de bereikte resultaten in 2009 en
ontvangt u de meest actuele cijfers van het schoolverzuim over schooljaar 2008-
2009. Tevens bied ik u met deze brief het onderzoeksrapport van ECORYS naar
de uitvoering van de Leerplichtwet door gemeenten aan.
Vandaag is de Dag van de Leerplicht, waarop we stilstaan bij het belang van het
recht en de plicht om te leren en het belang van de handhaving van de
Leerplichtwet 1969 die dit leerrecht beschermt. Het terugdringen van het
schoolverzuim en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten is de afgelopen
jaren speerpunt van mijn beleid geweest. Bij het bestrijden van schoolverzuim is
een integrale aanpak essentieel. Verzuim is vaak een voorbode van uitval en
daarom moet adequaat worden gereageerd als een leerling afwezig is. Twee jaar
geleden rapporteerde ik aan uw Kamer over de integrale aanpak van
schoolverzuim. Sinds die tijd heb ik een Digitaal Verzuimloket in het leven
geroepen en heb ik wet- en regelgeving geharmoniseerd en vereenvoudigd om de
meldprocedure effectiever te maken. Vandaag, op de Dag van de Leerplicht,
wordt het startschot gegeven voor een actiemarathon die loopt tot september
2010. Gedurende deze periode zullen in het hele land activiteiten plaatsvinden
waarbij jongeren, scholen en ouders worden aangesproken op het belang van
naar school gaan, het kiezen van een (vervolg)opleiding die bij de leerlingen past
en het behalen van een startkwalificatie.
Vorig jaar gaf ik aan dat de verzuimcijfers op de korte termijn zouden stijgen als
gevolg van een betere verzuimregistratie. Mijn vermoeden is bevestigd; de cijfers
laten een stijging zien. Dit wil niet per se zeggen dat het verzuim ook
daadwerkelijk is toegenomen, maar het geeft aan dat we een scherpere foto van
schoolverzuim hebben gekregen. Ik vind dit een goede zaak. Dit geeft
a
na 1 van 7
Pagi
gelegenheid gericht actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat alle Datum
leerplichtige leerlingen naar school gaan. De inspanningen die gemeenten
ondernemen om verzuim tegen te gaan zoals het verzenden van sms-berichten Onze referentie
naar spijbelaars en hun ouders, de inzet van stadswachten die spijbelaars thuis VO/BVB/196608
opzoeken, uitbreiding van de leerplichtformatie en verbeterde regionale
samenwerking en de aandacht in de media voor dit onderwerp geven mij
vertrouwen dat op de korte termijn een omslag in de cijfers zichtbaar zal zijn.
Voor de precieze verzuimcijfers over het schooljaar 2008-2009 en de toelichting
hierop verwijs ik u naar bijlage 1 bij deze brief. Deze bijlage kan dienen als
cijfermatige basis voor verdere aanpak van schoolverzuim door het volgende
kabinet.
Hieronder informeer ik u over de voortgang van de maatregelen om het
schoolverzuim terug te dringen.
1. Kennis over de leerplicht, schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten
In mijn voortgangsbrief van vorig jaar staat dat alle scholen expliciet voorlichting
moeten geven over het gehanteerde verzuimbeleid. Het Wetsvoorstel
Schoolverzuim, dat ik dit voorjaar aan uw Kamer hoop aan te bieden, bevat een
verplichting voor scholen en instellingen om hun verzuimbeleid op te nemen in de
schoolgids dan wel de onderwijsovereenkomst, zodat ouders en leerlingen op de
hoogte zijn van de consequenties van schoolverzuim.
We hebben hard gewerkt aan bewustwording bij de scholen en instellingen over
bestrijding van verzuim, nadat vorig jaar bleek uit onderzoek van de Inspectie
van het Onderwijs dat een groot deel van de mbo-instellingen de
verzuimregistratie niet op orde had. In reactie daarop is, in samenwerking met de
MBO Raad, Ingrado, het Openbaar Ministerie en de Inspectie, een vijftal
voorlichtingsmiddagen voor RMC-coördinatoren en medewerkers van mbo-
instellingen in het land georganiseerd. Tijdens deze goed bezochte bijeenkomsten
werd voorlichting gegeven over meldtermijnen en handhaving van de
Leerplichtwet en werden good practices aangereikt om zo de instellingen te
inspireren tot het opstellen van een duidelijk en effectief verzuimbeleid. Op dit
moment zijn de mbo-instellingen volop bezig hun meldprocedure rondom verzuim
te verbeteren. En met succes; in de cijfers (een verdubbeling van het aantal
verzuimmeldingen) is te zien dat de mbo-instellingen het afgelopen schooljaar
veel beter zijn gaan melden. Met de Inspectie is afgesproken dat zij in hun
jaarlijkse gesprekken met mbo-instellingen ook het verzuimgedrag van de
instellingen op de agenda zetten en hen, indien nodig, aanspreken op hun beleid
en meldgedrag. Ook doet de Inspectie dit jaar vervolgonderzoek naar het
meldgedrag van scholen en instellingen. De rapportage is voorzien voor december
2010.
2. Omvang van schoolverzuim beter in beeld
Het gebruik van het Digitaal Verzuimloket is per 1 augustus 2009 verplicht voor
de scholen in het voortgezet onderwijs (vo) en de instellingen voor
beroepsonderwijs en volwasseneducatie (bve). Hiermee heb ik het verzuim van
het grootste deel van de leerplichtige en kwalificatieplichtige leerlingen in het
bekostigde onderwijs in beeld gekregen. Bijna alle scholen en instellingen (99%)
zijn aangesloten op het Digitaal Verzuimloket en 75% van de scholen en
instellingen had eind december 2009 één of meer meldingen geplaatst in het
Digitaal Verzuimloket. De maandelijkse overzichten van de Dienst Uitvoering
Pagina 2 van 7
Onderwijs (DUO) laten zien dat de scholen steeds beter melden. Het Digitaal Datum
Verzuimloket zal na het eerste gebruiksjaar, het schooljaar 2009-2010,
geëvalueerd worden. Deze evaluatie is eind 2010 gereed. Onze referentie
De Inspectie zal het meldgedrag en de daarbij horende registratie van verzuim en VO/BVB/196608
schooluitval meenemen bij de themaonderzoeken en beoordelingen.
Het ligt in de rede ook leerlingen uit het niet-bekostigde onderwijs aan te sluiten
op het Basisregister onderwijs (Bron) en het Digitaal Verzuimloket. Een
wetsvoorstel voor deze aansluiting is in voorbereiding en de daadwerkelijke
aansluiting van leerlingen in het niet-bekostigde onderwijs op het Bron en het
Digitaal Verzuimloket is voorzien voor schooljaar 2011-2012.
Eveneens is het wenselijk om het verzuim van leerlingen die in Vlaanderen
onderwijs genieten in beeld te brengen. In november 2009 heb ik u geïnformeerd
over de uitvoering van de motie Biskop (Tweede Kamer, 2008-2009, 31 829, nr.
14) waarin de Tweede Kamer de regering verzoekt het toezicht op naleving van
de leerplicht voor Nederlandse leerlingen die in Vlaanderen onderwijs volgen te
regelen, zodat verzuim gemeld wordt. In de brief van november (Tweede Kamer,
2009-2010, 31 829, nr. 17) is reeds toegezegd dat vanaf schooljaar 2010-2011
de zogenaamde "zorgwekkende dossiers" van Nederlandse leerlingen aan
Vlaamse scholen gemeld worden bij de DUO.
Ook de registratie en rapportage van het aantal thuiszitters moet beter en
structureel plaatsvinden. In de brief over het onderzoek naar thuiszitters
schooljaar 2008-2009 (Tweede Kamer, 2009-2010, 26 695, nr. 66) heeft het
kabinet aangekondigd dat gemeenten voortaan de cijfers over thuiszitters
meenemen in de rapportages die zij jaarlijks opstellen op het gebied van de
leerplicht. Dit voornemen wordt meegenomen bij de uitwerking van de AMvB die
betrekking heeft op de gezamenlijke RMC-effectrapportage en de
leerplichtrapportage. Hierdoor krijgen gemeenten zelf een beter beeld van de
thuiszitterproblematiek in hun regio, op basis waarvan ze in overleg met de
betrokken partijen tot oplossing van de problematiek kunnen komen.
3. Harmonisatie meldtermijnen van schoolverzuim gerealiseerd
In de voortgangsbrief van vorig jaar kondigde ik de invoering aan van één nieuwe
wettelijke termijn voor de regels van het melden van schoolverzuim en voortijdig
schoolverlaten en mijn streven om deze in het schooljaar 2011-2012 te laten
ingaan. Tot mijn genoegen is deze nieuwe wettelijke termijn van ongeoorloofd
verzuim van zestien uren les- of praktijktijd in een periode van vier weken al met
ingang van schooljaar 2009-2010 gerealiseerd. Deze eenduidige norm, die geldt
voor alle leerplichtigen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het
speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, vereenvoudigt de
meldprocedure van scholen aanzienlijk.
Om de vereenvoudiging en stroomlijning van de meldprocedure voor relatief
verzuim verder door te trekken, worden ook de meldtermijnen voor langdurig
ongeoorloofd verzuim geharmoniseerd. De bestaande termijnen van vijf weken en
een maand, worden met het Wetsvoorstel Schoolverzuim geharmoniseerd tot één
termijn van vier weken. Ik ga er van uit dat de vereenvoudiging en
verduidelijking van deze wettelijke termijnen verder zal bijdragen aan verbetering
van het meldgedrag van scholen.
4. Eenduidig toezicht op scholen
Zoals in de vorige brief over dit onderwerp al aangekondigd, wordt het toezicht op
de naleving van de Leerplichtwet door scholen eenduidig belegd bij de Inspectie.
Pagina 3 van 7
Het is te kort dag gebleken om het wettelijk traject hiervoor op 1 augustus 2010 Datum
te hebben afgerond. Gestreefd wordt naar afronding per 1 januari 2011. Nu is het
nog zo dat zowel de leerplichtambtenaar als de Inspectie toezicht houdt op het Onze referentie
verzuimbeleid van scholen. Het is de kerntaak van de Inspectie om uitsluitend VO/BVB/196608
toezicht te houden op scholen. Dit doet de Inspectie met risicogericht toezicht.
Scholen die het goed doen krijgen minder toezicht, scholen die het niet goed doen
krijgen meer toezicht.
De leerplichtambtenaar houdt een belangrijke signaleringsrol wat betreft de
naleving door scholen. Vooral in de grote steden zal de signaleringsrol een
belangrijke schakel vormen in de samenwerking van de keten. In de uitoefening
van zijn toezichttaak gericht op ouders en leerlingen, kan de leerplichtambtenaar
signalen opvangen over bijvoorbeeld het verzuimbeleid van een school. Hij kan dit
soort signalen doorgeven aan de Inspectie, die deze meeneemt in haar
risicogericht toezicht. De praktische uitwerking hiervan heeft alle aandacht en
inzet. Het gaat om samenwerking op maat. De Inspectie maakt hierover
afspraken met Ingrado en de gezamenlijke gemeenten. De Inspectie beschouwt
signalen van een leerplichtambtenaar als urgente signalen. Het is de kerntaak van
de leerplichtambtenaar om een verzuimende leerling weer naar school te krijgen
en zijn ouders daar waar nodig op aan te spreken. Het toezicht op naleving van
de Leerplichtwet door leerlingen vanaf 12 jaar en ouders blijft dan ook
onveranderd.
Vooral in de grote steden is goede samenwerking tussen de Inspectie en
leerplichtambtenaren en leerplichtconsulenten van de gemeente van groot belang.
Het ministerie van OCW zal regelmatig met de gemeenten communiceren over de
uitkomsten van het toezicht door de Inspectie. Door het toezicht op scholen
eenduidig bij de Inspectie te beleggen valt bovendien te verwachten dat het
verzuimbeleid van scholen in het vo en bve verder zal verbeteren. De keten ter
bestrijding van verzuim en voortijdig schoolverlaten wordt effectiever
vormgegeven en de samenwerking in de keten wordt bevorderd.
5. Uitvoering leerplichtfunctie door gemeenten kwalitatief en kwantitatief
steeds beter op orde
In opdracht van het ministerie van OCW heeft ECORYS onderzoek gedaan naar de
gemeentelijke invulling van de leerplichtfunctie. De resultaten van dat onderzoek
zijn terug te vinden in het bijgevoegde rapport > (bijlage 2). De
gemeenten die deel hebben genomen aan het onderzoek ontvangen vanaf
vandaag een terugkoppeling waarmee ze hun eigen situatie kunnen vergelijken
met de gemiddelde landelijke uitkomsten en gemiddelde gegevens van
vergelijkbare organisaties.
Vanaf 2008 gaat structureel 13 miljoen euro per jaar via de RMC-regio's naar de
gemeenten ter versterking van de leerplichthandhaving. Uit het rapport komt naar
voren dat gemeenten met deze extra middelen de uitvoering van de
leerplichtfunctie verbeterd hebben. De beschikbare formatie voor de
leerplichtfunctie is gemiddeld 1,6 fte per 3.800 leerplichtigen en voldoet daarmee
ruim aan de Ingrado-richtlijn van 1 fte per 3.800 leerplichtigen. Het merendeel
van de leerplichtambtenaren is hbo-opgeleid, beëdigd en bevoegd en vrijwel alle
gemeenten hebben een ambtsinstructie. Er vindt frequent overleg plaats met
ketenpartners, als Bureau Jeugdzorg, GGD, schoolmaatschappelijk werk, het
Pagina 4 van 7
Openbaar Ministerie, politie en veiligheidshuizen. Ook positief is dat de Datum
gemeenten steeds meer regionale samenwerking (binnen de RMC-regio's) zoeken.
Uit het rapport van ECORYS blijkt dat de gemeenten de organisatie van de VO/BVB/196608
uitvoering van de leerplichtfunctie divers invullen. Ingrado geeft aan dat rond de
200 gemeenten minder dan 3800 leerplichtigen hebben. Van deze gemeenten
heeft de helft een regionaal bureau leerplicht (RBL) ingeschakeld of een
samenwerking afgesproken met een naburige (grote) gemeente. Van de 423
gemeenten die lid zijn van Ingrado voeren 263 de leerplichtfunctie individueel uit,
100 gemeenten zijn onderdeel van één van de RBL's en 60 gemeenten voeren de
leerplichtfunctie in samenwerking uit, meestal in de vorm van een kleine
gemeente die uitbesteedt aan een grote buurgemeente. Ingrado ontvangt van
OCW subsidie om leerplichtambtenaren te ondersteunen bij het inrichten van de
leerplichtfunctie, zonodig zal hiervoor extra onderzoek worden verricht. In 2010
begeleidt Ingrado 12 regio's bij de ontwikkeling van een regionale aanpak van de
leerplicht- en RMC-functie. Op deze wijze ondersteun ik de gemeenten om op de
ingeslagen weg door te gaan.
6. Handhaving leerplicht is verbeterd
Zoals aangekondigd in mijn brief d.d. 18 maart 2009 heeft het Openbaar
Ministerie (OM) in nauw overleg met Ingrado een Handleiding Strafrechtelijke
aanpak schoolverzuim opgesteld. Deze handleiding is met ingang van het
schooljaar 2009-2010 van toepassing. In vijf regionale bijeenkomsten in
september en oktober van vorig jaar is de handleiding gepresenteerd en
toegelicht door een team van deskundigen, waaronder officieren van justitie,
belast met jeugdzaken, vertegenwoordigers van het ministerie van Justitie, de
Inspectie en Ingrado. In deze bijeenkomsten is met name aandacht besteed aan
de verzuimaanpak in het mbo. De handleiding bevat onder andere normen voor
de doorlooptijden tussen het eerste verhoor van de leerplichtambtenaar en
toezending van het proces verbaal aan het OM (vier weken) en tussen ontvangst
van het OM en behandeling ter zitting door de rechter (twee maanden). Deze
termijnen zijn vergelijkbaar met de zogeheten Kalsbeeknormen in het
jeugdstrafrecht. Dit eerste schooljaar, waarin de handleiding wordt toegepast, zal
vooral worden benut om ervaring op te doen binnen de scholen de gemeenten en
het OM, waarna de handleiding zonodig kan worden aangepast. Daarna zal het
gebruik van de handleiding worden geformaliseerd in een Aanwijzing van het
college van Procureurs-generaal. Rapportage over de doorlooptijden vindt
inmiddels plaats via de gebruikelijke periodieke rapportages over doorlooptijden
in het jeugdstrafrecht. Deze viermaandelijkse rapportage over de doorlooptijden
van verzuimzaken zal aan kwaliteit winnen naarmate de handleiding beter wordt
toegepast en registraties worden verbeterd. In de arrondissementen worden
afspraken gemaakt om te zorgen dat voldoende zittingsruimte beschikbaar is om
leerplichtzaken snel te behandelen, met dien verstande dat complexe
achtergrondproblematiek om een zorgvuldige voorbereiding vraagt.
Sinds 1 januari 2010 behoort schoolverzuim officieel tot de bij het OM gangbare
Halt-waardige feiten. Lichte spijbelaars kunnen één keer naar Halt worden
doorverwezen. In de loop van 2010 komt tevens een speciaal op schoolverzuim
gerichte aanpak bij Halt beschikbaar. Voor de overige gevallen zijn verschillende
gedragsinterventies beschikbaar, die in het kader van een voorwaardelijke straf of
maatregel dan wel als leerstraf kunnen worden opgelegd. Voor niet al te zware
gevallen kan worden gedacht aan cognitieve en sociale vaardigheidstraining
Pagina 5 van 7
(Tools4You) of Hulp en Steun door de jeugdreclassering. Als uitbreiding van het Datum
Handboek Jeugdreclassering komt er een aparte Handreiking voor
schoolverzuimzaken. De zware gevallen met veel achterliggende problematiek Onze referentie
komen eerder in aanmerking voor interventies als MST (Multi Systeem Theorie) VO/BVB/196608
en FFT (Functionele Gezinstherapie). MST is door de Erkenningscommissie
Gedragsinterventies Justitie voorlopig erkend; Tools4You en FFT hebben beide
een volledige erkenning.
Naast strafrechtelijke handhaving heeft de leerplichtambtenaar met de onlangs
aangenomen wetgeving over het recht op kinderbijslag voor 16- en 17-jarigen de
mogelijkheid om de Sociale Verzekeringsbank (SVB) te vragen kinderbijslag te
ontzeggen aan de ouders van een kwalificatieplichtige jongere van 16 of 17 jaar
die geen onderwijs volgt. Deze maatregel draagt bij aan een effectieve
handhaving van de Leerplichtwet en een daling van het schoolverzuim.
7. Versterking opvoed- en opgroeiondersteuning en sluitende
samenwerking tussen scholen, gemeenten en andere ketenpartners
Het Wetsvoorstel Centra voor Jeugd en Gezin en de regierol van gemeenten in de
jeugdketen regelt dat gemeenten lichte opvoed- en opgroeiondersteuning
aanbieden en dat zij verantwoordelijk zijn voor het realiseren van sluitende
afspraken over samenwerking in de jeugdketen. Dit wetvoorstel is aan de Tweede
Kamer aangeboden.
Het Wetsvoorstel Zorg in en om de School is in voorbereiding. Dit wetsvoorstel
regelt dat scholen meedoen aan de samenwerking in de jeugdketen en problemen
van jongeren vroegtijdig signaleren. Ook zullen de partijen worden benoemd die
verplicht moeten samenwerken in het netwerk rondom de school, om ervoor te
zorgen dat er rond alle scholen voor primair, voortgezet, (voortgezet) speciaal
onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs goed functionerende Zorg- en
adviesteams (ZAT's) zijn en de positie van de school als vind- en werkplaats voor
jongeren met problemen wordt geborgd. Leerplicht en/of RMC is één van de
verplichte partijen in alle onderwijssectoren. In 2008 nam de leerplicht in het
primair onderwijs al in 69% van de ZAT's deel aan de samenwerking. In het
voortgezet onderwijs was de leerplicht in 2008 bij 97% van de ZAT's kernpartij.
In het middelbaar beroepsonderwijs is leerplicht in 85% van de ZAT's actief en de
RMC-functionaris in 80% van de ZAT's. Nog voor de zomer hoop ik, samen met
minister Rouvoet, uw Kamer te informeren over de stand van zaken van de ZAT-
ontwikkeling in 2009.
Een belangrijk deel van alle verzuim wordt toegeschreven aan
gezondheidsklachten. Het is van groot belang om jongeren die ziek zijn, zo snel
als mogelijk en verantwoord na de ziekmelding weer naar school te laten gaan,
omdat de kans op voortijdig schoolverlaten bij regelmatig ziekteverzuim
toeneemt. Aandacht van de jeugdgezondheidszorg en waar nodig verdere
ondersteuning voor jongeren die regelmatig ziek zijn, gevolgd door een gedegen
re-integratieplan kunnen dit bevorderen. Om ervoor te zorgen dat een effectieve
interventie ontwikkeld wordt om schoolverzuim door ziekte tegen te gaan, hebben
de minister voor Jeugd en Gezin en ik de beroepsverenigingen voor schoolartsen,
bedrijfsartsen en leerplicht gevraagd een handreiking te ontwikkelen voor
professionals en gemeenten over de inzet van de jeugdgezondheidszorg in
samenwerking met leerplicht en scholen bij de re-integratie van zieke kinderen op
school. Deze handreiking zal, naar verwachting, in de zomer van 2010
Pagina 6 van 7
beschikbaar komen voor leerplichtambtenaren, schoolartsen, gemeenten en Datum
scholen.
Tot slot VO/BVB/196608
Concluderend stel ik vast dat in het afgelopen jaar een aantal successen geboekt
is in de integrale aanpak van het schoolverzuim. Het Digitaal Verzuimloket is
landelijk in gebruik genomen, de gemeentelijke invulling van de leerplichtfunctie
is verbeterd, de Leerplichtwet kan effectiever gehandhaafd worden en er vindt
steeds betere samenwerking plaats tussen de scholen, de gemeenten en andere
ketenpartners. Dit alles heeft een beter verzuimbeleid op scholen en een betere
verzuimregistratie opgeleverd. Het belangrijke onderwerp schoolverzuim krijgt,
ook van het zittende demissionaire kabinet, de aandacht en de aanpak die het
verdient. Met de getroffen maatregelen heb ik er het volste vertrouwen in dat op
korte termijn het schoolverzuim van jongeren zal dalen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
Bijlage 1 Definities en cijfers schoolverzuim
Bijlage 2 Rapport ECORYS, De leerplichtfunctie in Nederland. Onderzoek naar
uitvoering van de Leerplichtwet door gemeenten (Rotterdam 22 februari 2010)
Pagina 7 van 7