Waterschap Brabantse Delta


fase, Merkske-Oost en De Bremer gestart

Inrichting gebieden Chaamse Beek 2e fase, Merkske-Oost en De Bremer gestart

Veel zwaar verkeer gedurende langere tijd

Waterschap Brabantse Delta richt samen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer een aantal percelen in, in de stroomgebieden van de Chaamse Beek, `t-Merkse en De Bremer. Dit gebeurt in opdracht van de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau. Het waterschap vergraaft in totaal 200.000 kubieke meter grond. Dit is nodig om water te kunnen bergen, vennen te herstellen, waterlopen te verbreden en voor de aanleg van poelen. De vrijgekomen grond wordt met vrachtwagens naar agrarische percelen gebracht als onderdeel van de kavel-aanvaardingswerken binnen de landinrichting Baarle-Nassau. In deze projecten worden die terreinen ingericht die binnen deze landinrichting voor de natuur zijn vrij gemaakt. Het werk duurt naar verwachting tot november 2010.

Het waterschap realiseert daarmee ecologische verbindingszones, een aantal natte natuurparels en bestrijdt verdroging door de aanleg van waterbergingen. De werkzaamheden bestaan onder andere uit het plaatsen van knijpstuwen (speciale stuwen), het aanbrengen van faunaduikers, de aanleg van moerasstroken en waterbergingen, het aanbrengen van beplantingen en het inzaaien van terreinen.

Bescherming van flora en fauna

Het waterschap voert het werk uit gericht op de bescherming van planten en dieren. Van alle beschermde diersoorten in het gebied is bekend wanneer ze zich voortplanten. Er is een protocol ontwikkeld dat aansluit bij de Flora en Fauna-wet. De aannemers hebben de planning aangepast op het protocol. De wet bepaalt waar wel of niet gewerkt kan worden. Hierdoor kan het gebeuren dat het werk lokaal tijdelijk stil komt te liggen en na de zomer weer verder gaat.

Plaatsen van knijpstuwen

In het gebied speelt de noodzaak tot waterberging in de haarvaten. In totaal plaatst het waterschap in de drie projectgebieden meer dan 80 knijpstuwen. Dit is uniek in Nederland. Het waterschap plaatst de knijpstuwen in overleg met de betrokken agrariërs. Deze stuwen worden geplaatst in de bovenlopen van de beken om daarmee zoveel mogelijk water zo hoog mogelijk in het afwateringsgebied langer vast te kunnen houden.

Het doel is om de hoger gelegen gebieden natter te krijgen en overtollige te snelle afvoer van water te beperken. Dit alles om de waterafvoer gelijkmatiger te laten zijn en daardoor wateroverlast verderop stroomafwaarts te verminderen.
||||||||||||||||| ||||||||||||||||| ||||||||||||||||| ||||||||||||||||| ||||||||||||||||| |||||||||||||||||