Universiteit van Amsterdam

Gepubliceerd op 23 maart 2010

UvA-polikliniek voor emotionele stoornissen draait op volle kracht

Gepubliceerd op 23 maart 2010
Arnold van Emmerik, hoofd van de UvA PsyPoli: 'Cliënten krijgen bij ons een behandeling, die wordt gecombineerd met onderzoek'

De UvA PsyPoli, een polikliniek voor mensen met angst- en stemmingsstoornissen, draait sinds 1 maart 2010 op volle kracht. Het nieuwe behandelcentrum, een initiatief van de programmagroep Klinische Psychologie van de Universiteit van Amsterdam (UvA) verzorgt kleinschalige en hoogwaardige geestelijke gezondheidszorg, en combineert deze zorg waar mogelijk met innovatief wetenschappelijk onderzoek. Hoofd Arnold van Emmerik: `De UvA PsyPoli is de brug tussen het psychologisch laboratorium en de reguliere zorg.'

Emotionele stoornissen, met name angst- en stemmingsstoornissen, zijn de meest voorkomende psychiatrische stoornissen in Nederland en brengen veel persoonlijk leed en hoge maatschappelijke kosten met zich mee. Wetenschappelijk onderzoek naar emotionele stoornissen kan tot grote gezondheidswinst en kostenbesparing leiden. In de UvA PsyPoli gaan behandeling en onderzoek hand in hand.
De UvA PsyPoli besteedt naast stemmingsstoornissen speciale aandacht aan angststoornissen, zoals posttraumatische stressstoornissen, bloosangst en paniekaanvallen. Voor mensen die lijden aan een posttraumatische stressstoornis biedt de UvA PsyPoli een behandeling waarbij de cliënt zijn of haar trauma niet alleen herbeleeft, maar ook leert `herschrijven', waardoor hij of zij meer grip op het trauma krijgt. Ook is het cursusaanbod `Omgaan met bloosangst' van start gegaan. Uit de vele reacties blijkt dat bloosangst een probleem is dat vaker voorkomt, en ook vaak ernstiger is dan algemeen wordt gedacht.

Dat onderzoek uiteindelijk leidt tot betere behandelingen, klinkt zeer aannemelijk. Maar wat betekent het voor de individuele cliënt dat hij in een onderzoeksomgeving terechtkomt?
`Voor de goede orde: cliënten krijgen bij ons wel degelijk een behandeling, alleen wordt deze gecombineerd met onderzoek. Elke potentiële cliënt krijgt een uitgebreide intake, waarbij de behandelmogelijkheden worden doorgesproken. De cliënt maakt vervolgens de keuze voor een reguliere behandeling of voor een innovatieve, experimentele behandeling. Er is dus altijd sprake van een zogeheten informed consent; de cliënt weet aan welk soort behandeling hij gaat deelnemen.'

De cliënt kan dus ook in een controlegroep terechtkomen. `Dat klopt; binnen sommige onderzoeken kan een aantal cliënten bijvoorbeeld eerst op een wachtlijst komen. Als dat zo is, wordt ook dat echter vooraf met de cliënt besproken, zodat de cliënt deze kans kan meewegen in de keuze om mee te doen aan een experimentele behandeling. Overigens kennen de behandelstudies die nu lopen geen wachtlijst, omdat zij twee varianten van behandelingen met elkaar vergelijken. Behandelstudies die wél een wachtlijst kennen, bieden aan het einde van de wachtlijstperiode meestal alsnog een behandeling aan. En trouwens, in de reguliere zorg verstrijkt vaak ook een flinke periode tussen de aanmelding en de start van een behandeling.'

Kunt u voorbeelden geven van een experimentele behandeling? `Denk aan bijvoorbeeld de Virtual Reality Exposure-therapie: psychologen van de UvA voeren een onderzoek uit naar de effectiviteit van deze therapie. Daarbij worden mensen met een paniekstoornis met agorafobie niet aan de echte situaties blootgesteld die zij vrezen (bijvoorbeeld een drukke winkel of het openbaar vervoer), maar bevinden zij zich in een ruimte waar deze situaties op de muren worden geprojecteerd. Voor mensen die lijden aan een complexe posttraumatische stressstoornis biedt de UvA PsyPoli een behandeling waarbij de cliënt zijn of haar trauma niet alleen herbeleeft, maar ook leert `herschrijven', waardoor hij of zij meer grip op het trauma krijgt. Zowel cliënten die elders zijn 'uitbehandeld' als nieuwe cliënten kunnen bij de UvA PsyPoli terecht.'

In welk opzicht onderscheidt de UvA PsyPoli zich nog meer? `De UvA PsyPoli komt voort uit de behoefte aan een voorziening die een brug slaat tussen het psychologisch laboratorium en de reguliere geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Fundamenteel experimenteel onderzoek levert een schat aan kennis op over de processen die een rol spelen bij het ontstaan en voortduren van emotionele stoornissen. Het grootste deel van deze kennis vindt echter nooit de weg naar de klinische praktijk. GGZ-instellingen hebben steeds minder financiële ruimte om te participeren in het wetenschappelijk onderzoek dat nodig is om de huidige behandelingen effectiever en efficiënter te maken. De UvA PsyPoli is niet afhankelijk van inkomsten uit behandelingen en heeft die ruimte daardoor wél.'

De UvA PsyPoli verwacht zo'n 150 tot 200 cliënten per jaar te kunnen behandelen. Het centrum is gevestigd op Roetersstraat 15 in Amsterdam.

Auteur: Esther van Bochove, afdeling Communicatie FMG

Verwijzingen

Website UvA PsyPoli
Bron: FMG Communicatie