Universiteit van Amsterdam

Hoogleraarsbenoemingen UVA, week 12 2010

Mw. prof. dr. M.L.L. Volman (1960) is benoemd tot hoogleraar Onderwijskunde aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Monique Volman doet onderzoek naar de wijze waarop scholen kunnen bijdragen aan betekenisvol leren. Veel scholen hebben moeite hun leerlingen te motiveren, en het onderwijs slaagt er niet in alle kinderen en jongeren te bieden wat ze nodig hebben voor een optimale ontwikkeling, een vervolgopleiding of een plaats op de arbeidsmarkt. Hierdoor gaat talent verloren en verliezen jongeren hun betrokkenheid bij de school. De vraag hoe in het onderwijs betekenisvolle leerprocessen bevorderd kunnen worden, die van waarde zijn voor het individu én voor de samenleving, is daarom niet alleen een fascinerende onderzoeksvraag maar ook een kwestie van grote maatschappelijke relevantie. In haar recente werk onderzocht Volman onder meer hoe leraren hun rol als vakinhoudelijk deskundige én begeleider kunnen vervullen (scaffolding) en hoe ICT hierbij ingezet kan worden. Andere onderzoeksthema's betreffen de pedagogisch-didactische aanpak van burgerschapsvorming in het vmbo en vragen met betrekking tot diversiteit: hoe zorgen we ervoor dat leerlingen met verschillende sociaal-economische en culturele achtergronden profiteren van (vernieuwingen in het) onderwijs? Aan de UvA wil Volman in nauwe samenwerking met leraren, scholen en besturen onderzoek doen naar innovatieve aanpakken in het onderwijs en de effecten ervan evalueren, en zo bruggen slaan tussen onderwijstheorie en onderwijspraktijk.

Volman was tussen 2005 en 2010 als bijzonder hoogleraar Onderwijskunde verbonden aan de Vrije Universiteit. Daarnaast was zij sinds 1997 universitair (hoofd)docent bij de afdeling Onderwijspedagogiek en Opvoedingsfilosofie van de VU. Van 2003 tot 2005 was Volman lector Identiteitsontwikkeling in de school bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Eerder werkte zij bij het Kohnstamm Instituut en het Instituut voor de Lerarenopleiding van de UvA. Zij bekleedt verschillende adviesfuncties. Zo is zij lid van de Adviesraad Voortgezet Onderwijs van het CITO en lid van de Programmaraad Onderwijsonderzoek (PROO) van NWO. Daarnaast is Volman voorzitter van het tijdschrift Pedagogische Studiën. Volman is (co)auteur van een groot aantal wetenschappelijke en praktijkgerichte artikelen en boeken. Haar onderzoek verscheen in diverse toonaangevende tijdschriften op het terrein van de onderwijswetenschappen, zoals Review of Educational Research, Computers and Education en Teaching and Teacher Education.

Dhr. dr. F.J.M. Roeters (1954) is benoemd tot bijzonder hoogleraar Adhesieve Tandheelkunde aan de Faculteit der Tandheelkunde (ACTA) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is ingesteld door de Stichting Bijzondere Leerstoel Kuraray Dental.

Joost Roeters is al lang actief op het terrein van de adhesieve tandheelkunde. Sinds halverwege de vorige eeuw werd het mogelijk om aan tanden te plakken en werden tandkleurige, op kunsthars gebaseerde, vulmaterialen (composieten) en lijmen ontwikkeld. Een belangrijk voordeel van deze vorm van tandheelkunde is de verminderde noodzaak om houvast te creëren door tandweefsel weg te boren omdat het vulmateriaal direct aan de tand kan worden geplakt. Het plakken aan tandweefsel leidt er ook toe dat de sterkte van de tand weer toeneemt. Door de jaren heen zijn de materialen en technieken verbeterd en is het toepassingsgebied van composieten uitgebreid. Tegenwoordig spelen composieten een belangrijke rol bij het behandelen van tanden die aangetast zijn door cariës of slijtage en kunnen ze ook een oplossing bieden bij tal van esthetische gebitsafwijkingen. Roeters interesseert zich ook voor de invloed van de manier van vullen door de tandarts op de duurzaamheid van de restauratie. Hij zal zich in samenwerking met de verschillende afdelingen binnen ACTA bezighouden met onderwijs en onderzoek op dit onderdeel van de tandheelkunde. Daarnaast zal hij een coördinerende rol vervullen om de samenwerking op het gebied van onderwijs en onderzoek tussen ACTA en de Radboud Universiteit Nijmegen te verbeteren.

Roeters is sinds 1978 verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, onder meer als universitair docent op de afdelingen Kindertandheelkunde en Cariologie en Endodontologie. In 1992 is hij gepromoveerd met het proefschrift The prediction of future caries prevalence in pre-school children. Sinds 2002 is hij universitair hoofddocent Adhesieve Tandheelkunde bij de vakgroep Preventieve en Curatieve tandheelkunde. Roeters is eerste auteur van twee boeken over esthetische tandheelkunde met composiet waarbij Hein de Kloet de tweede auteur was. Verder heeft hij publicaties in diverse wetenschappelijke tijdschriften op zijn naam staan. Als docent is hij betrokken bij verschillende praktische en theoretische cursussen op het gebied van de adhesieve tandheelkunde. Dhr. dr. G.A. van der Weijden (1960) is benoemd tot bijzonder hoogleraar Paradontologie, in het bijzonder de preventie van parodontale infecties aan de Faculteit der Tandheelkunde (ACTA) van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is ingesteld door de Stichting Nederlandse Vereniging voor Paradontologie.

Fridus van der Weijden heeft veel onderzoek verricht op het gebied van mondverzorging en parodontale therapie. Hij leidt op het ACTA de industriegroep die zich onder meer bezig houdt met contractonderzoek op het gebied van de klinische parodontologie. Van der Weijden richt zich met deze groep met name op preventie en therapie. Hij is docent bij postacademische cursussen en auteur van het boek De Stille Kracht van Ultrasoon (ACTA, 2005). Ook is Van der Weijden co-redacteur van het boek Preventieve tandheelkunde: Op weg naar een doelmatige aanpak (Bohn Stafleu van Loghum, 2000).

Van der Weijden is sinds 1989 werkzaam aan de ACTA, eerst als onderzoeker en vanaf 2000 als universitair hoofddocent. Ook is hij directeur van 'Paro Praktijk Utrecht'. Van der Weijden heeft vele publicaties op zijn naam staan in vakbladen zoals Journal of Periodontology, Journal of Dentistry en het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. Daarnaast is hij vanaf 1993 lid van het adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. In 2009 ontving Van der Weijden voor zijn werk bij het Ivoren Kruis de Carl Witthaus Medaille.

Dhr. dr. G.J.J.M. Stams (1959) is benoemd tot hoogleraar Forensische Orthopedagogiek aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Geert Jan Stams onderzoekt ernstige gedrags- en opvoedingproblemen bij kinderen, jongeren en jongvolwassenen waarbij justitieel ingrijpen dreigt of plaatsvindt. Dit ingrijpen kan geschieden vanuit een strafrechtelijk kader (interventies die zich richten op de aanpak van jeugddelinquentie) of civielrechtelijk kader (interventies die tot doel hebben ernstige bedreigingen van de ontwikkeling van het kind op te heffen, zoals gebeurt in het kader van de ondertoezichtstelling). Stams heeft zich gespecialiseerd in onderzoek naar morele ontwikkeling binnen 'normale' groepen en specifieke (dader)groepen. Daarnaast is hij gespecialiseerd in validatie-onderzoek van meetinstrumenten die gebruikt worden in de (Forensisch)-Orthopedagogische praktijk, bijvoorbeeld om de kans op recidive vast te stellen bij jeugdige delinquenten. Ook houdt hij zich bezig met onderzoek naar de effectiviteit van (forensische) jeugdzorginterventies en de condities waaronder deze worden uitgevoerd, zoals onderzoek naar het behandelmilieu binnen de residentiële jeugdzorg. Ten slotte heeft Stams een ruime expertise opgebouwd in het verrichten van meta-analyses op het terrein van pedagogische interventies en de ontwikkeling en opvoeding van kinderen.

Stams werkt sinds 2002 als universitair hoofddocent Forensische Orthopedagogiek aan de UvA. In 2006 zette hij in samenwerking met prof. dr. Peter van der Laan de minor Jeugdcriminaliteit en Justitieel Jeugdbeleid op aan de UvA en een jaar later, aan dezelfde universiteit, de master Forensische Orthopedagogiek. Voor die tijd was Stams onder meer werkzaam voor de Universiteit Utrecht, de Universiteit Leiden en in de praktijk van Jeugdzorg. Hij was gedurende enkele jaren voorzitter van de Databank Effectieve Jeugdinterventies en later van de Erkenningscommissie Jeugdinterventies. Stams werkt intensief samen met verschillende instellingen in de jeugdzorg, zoals Spirit in Amsterdam en Jeugdformaat in Den Haag.