UMC Utrecht
Diabeteszorg beter dankzij computer
Diabetespatiënten zijn beter af als hun huisarts een speciaal
ontwikkeld softwaresysteem en een gespecialiseerde
praktijkverpleegkundige inzet. Dat concludeert huisarts Frits
Cleveringa van het UMC Utrecht in zijn proefschrift. Hij promoveert op
27 mei.
Het is voor het eerst in Nederland dat een beslissingsondersteunend
computerprogramma in een trial onderzocht is. Cleveringa analyseerde
gedurende een jaar de gezondheid van 3391 diabetespatiënten die bij hun
huisarts onder behandeling waren. De helft van de 55 betrokken
huisartsen gebruikte een speciaal softwaresysteem, de andere helft gaf
de gebruikelijke zorg. Het softwaresysteem helpt de behandelaar bij het
nemen van beslissingen. Daarnaast geeft het iedere drie maanden een
overzicht van de patiënten bij wie de zorg verbeterd zou kunnen worden.
Ook vergelijkt het de `prestaties' van de eigen praktijk met die van
tientallen andere huisartsenpraktijken. De praktijken waren verdeeld
over heel Nederland.
Na een jaar blijken patiënten uit huisartsenpraktijken met het
softwaresysteem beter af te zijn: hun cholesterolniveaus en bloeddruk
zijn beter. Dat vertaalt zich naar een kleinere kans op hart- en
vaatziekten: het tienjarig risico daalt 1,4 procent meer dan de in de
controlegroep. De bloedsuikerspiegel, de belangrijkste maat bij de
behandeling van diabetes, was in beide groepen gelijk en bij aanvang
van het onderzoek werd de streefwaarde al gehaald.
Het gebruik van het softwaresysteem is niet voor alle groepen
diabetespatiënten kosteneffectief, berekende Cleveringa. De geboekte
gezondheidswinst is voor de gemiddelde diabetespatiënt niet groot
genoeg om de extra kosten te rechtvaardigen. "De standaardzorg voor
diabetespatiënten is in Nederland al erg goed", zegt Cleveringa. "Maar
het systeem is wel rendabel bij hoogrisicopatiënten met meer kans op
hart- en vaatziekten."
Het softwaresysteem Vital voor Diabetes (voorheen Diabetes
ZorgProtocol) van software leverancier VitalHealth Software `denkt mee'
bij het maken van behandelbeslissingen. Bij een patiënt met
voetproblemen herinnert het systeem bijvoorbeeld elke drie maanden aan
de voetcontrole. Normale huisartsinformatiesystemen bevatten die
informatie wel, maar vertalen dit niet in een praktisch behandeladvies.
Daarnaast geeft het systeem elke drie maanden een overzicht van alle
diabetespatiënten, met o.a. bloedsuiker- en bloeddrukwaarden. De
huisarts kan zo in één oogopslag hoogrisico-patiënten identificeren
waarbij de behandeling niet goed aanslaat. Daarbij wordt de praktijk
vergeleken met andere deelnemende praktijken. Uit het onderzoek blijkt
dat deze zogenaamde spiegelinformatie een essentieel onderdeel van het
programma is. Tevens heeft de gespecialiseerde praktijk verpleegkundige
een belangrijke toegevoegde waarde. Als case manager vormt zij tijdens
het spreekuur een laagdrempelig aanspreekpunt voor patiënten.
Het onderzoek van Cleveringa is mede mogelijk gemaakt door een
financiële bijdrage van het farmaceutische bedrijf Pfizer.
Cleveringa combineerde dit onderzoek aan het UMC Utrecht met zijn werk
als huisarts. Sinds 2009 is hij fulltime huisarts en discipline
coördinator in Gezondheidshuis Stadshagen te Zwolle.
Voor meer informatie, bel 088 75 588 50 of mail info@umcutrecht.nl.
dinsdag 25 mei 2010