Eerste Kamer wil aangepaste wet Elektronisch Patiënten Dossier
1 juni 2010
De Eerste Kamer nodigt de regering uit om te komen met een aangepast
wetsvoorstel voor de invoering van een landelijk Elektronisch Patiënten
Dossier (EPD). Tijdens een debat met minister Klink van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport op dinsdag 1 juni distantieerde een
Kamermeerderheid zich van het regeringsvoornemen om het wetsvoorstel
gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische
informatieuitwisseling in de zorg (31.466) aan te houden in afwachting
van enkele wijzigingsvoorstellen. Ook vindt de Eerste Kamer dat met het
verder opbouwen van een landelijk informatiesysteem voor het EPD moet
worden gewacht totdat een aangepast wetsvoorstel gereed is. De meeste
fracties in de Eerste Kamer willen dat de minister pas met de
uitvoering van een landelijk EPD verder gaat als achtereenvolgens de
Tweede Kamer en de Eerste Kamer een aangepast of eventueel geheel nieuw
voorstel hebben goedgekeurd.
Het wetsvoorstel dat de weg vrijmaakt voor een landelijke EPD is in
februari 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. Onlangs vroeg minister
Klink de Eerste Kamer om uitstel van de behandeling. Hij kondigde naar
aanleiding van adviezen van de Raad van State en de uitkomsten van twee
expertmeetings die de Eerste Kamer heeft belegd enkele wijzigingen van
het wetsvoorstel aan. Op verzoek van senator Engels (D66) zal de
minister zo mogelijk binnen twee weken aangeven of hij het voorliggende
wetsvoorstel intrekt en vervangt door een nieuwe versie. In elk geval
zal de minister schriftelijk reageren op drie moties die dinsdag zijn
ingediend, waarin de Eerste Kamer een aantal verzoeken over het EPD en
de wijze van invoering onderstreept.
In het debat wees woordvoerder Dupuis namens de VVD-fractie er op dat
de VVD in de Tweede Kamer destijds alleen heeft ingestemd op voorwaarde
dat de wet pas in werking zou treden als de inzage van de patiënt in
het persoonlijk dossier goed was geregeld. `Op dit punt is echter niets
geregeld', aldus senator Dupuis. In een motie van haar hand, mede
ondertekend de fracties van PvdA en SP, verzoekt de VVD de minister om
een nieuwe procedure in het geval dat een burger weigert om zijn
gegevens in een EPD te laten opnemen.
`Verwijsindex'
Senator Franken van de CDA-fractie plaatste zijn bijdrage aan het debat
over invoering van een landelijk EPD in het teken van een dichtregel
van Willem Elsschot: `Tussen droom en daad staan wetten in de weg en
praktische bezwaren....' Franken wees erop dat het Landelijk
Schakelpunt tussen de regionale patiëntendossiers niet meer en niet
minder is dan een index, waaruit valt af te leiden waar zich welke
medische gegevens bevinden. Franken: `In feite is het een telefoonboek
en voor speciale toepassingen, met een verwijsindex waarmee men met
behulp waarvan een zorgaanbieder bepaalde gegevens, die op een andere
locatie beschikbaar zijn (indien nodig en wanneer de patiënt daarvoor
zijn toestemming geeft) kan gebruiken.' De benaming elektronisch
patiënten dossier noemde Franken `verkeerd en verwarrend'. Het gaat
volgens de CDA-senator bij het EPD niet om het dossier van een patiënt,
maar over een communicatiestandaard (een standaard voor
berichtenverkeer) en een bepaalde datastructuur (een gegevensmodel).
Overigens erkende Franken dat de gebleken praktische bezwaren
aanleiding geven om de wet elektronische informatieuitwisseling in de
zorg bij te stellen. `Het CDA is er voorstander van dat de
informatieuitwisseling een onderdeel is van verantwoorde zorg van goede
kwaliteit.'
Landelijk Schakelpunt
De PvdA-fractie diende een motie in waarin de regering wordt gevraagd
om het opzetten van en het Landelijk Schakelpunt (LSP) voor digitale
patiëntgegevens op te schorten. Dit LSP moet de verbinding leggen
tussen de al bestaande regionale patiënten dossiers. Deze motie kreeg
steun van de fracties van VVD, SP, GroenLinks en D66. PvdA-woordvoerder
Tan noemde de gang van zaken rond dit dossier `onnavolgbaar'. Zij wees
erop dat nu al zeven tot acht miljoen mensen staan geregistreerd in
regionale systemen met onduidelijke regimes. Bij de PvdA zijn inmiddels
grote twijfels gerezen of het huidige wetsvoorstel de oplossing kan
bieden voor het concrete probleem van communicatie tussen professionele
zorgverleners. Senator Tan schetste een `voortdenderende
uitvoeringstrein die op een autonoom spoor terecht is gekomen met als
eindstation een parlement dat het nakijken heeft naar torenhoge
investeringen met twijfelachtig rendement'.
ICT-projecten
Namens de fractie van GroenLinks hamerde senator Thissen op
zorgvuldigheid en volgtijdelijkheid bij de invoering van het EPD.
Namens de fracties van SGP en ChristenUnie verwees senator Van den Berg
naar Zorgverzekeraars Nederland die van mening is dat een
gestandaardiseerde registratie van medische gegevens bij zorgaanbieders
en de randvoorwaarden om ze eenduidig te kunnen interpreteren
aanleiding geven tot veel zorg. Van den Berg wees in dit verband op
problemen met megaprojecten zoals de aanleg van een metro en een
hogesnelheidslijn. De Algemene Rekenkamer heeft onlangs gerapporteerd
aan de Tweede Kamer dat de Nederlandse overheid jaarlijks vier tot vijf
miljard euro uitgeeft aan geheel of gedeeltelijk mislukte
ICT-projecten, aldus Van den Berg. `Dit project past in een steeds
langer wordende rij van naar onze mening te groots opgezette
ICT-projecten waarbij de overheid telkens miskleunt', betoogde de
SGP-senator.
Communicatieplan
Senator Slagter-Roukema (SP) diende met steun van de meeste
Kamerfracties een motie in waarin de regering wordt verzocht om een
communicatieplan op te stellen in overleg met de relevante veldpartijen
(vertegenwoordigers van patiënten/consumenten en zorgaanbieders). In
dit plan moet de stand van zaken met het EPD wordt toegelicht en
duidelijkheid worden gegeven over het verdere verloop van het project
als de Kamer uiteindelijk met de plannen heeft ingestemd.
Slagter-Roukema herinnerde in haar bijdrage aan het debat aan de brief
met een toelichting op het Elektronisch Patiëntendossier, zoals
minister Klink die in november 2008 op alle huisadressen in Nederland
heeft laten bezorgen. Volgens de SP-woordvoerder was er destijds
onvoldoende informatie om een weloverwogen keuze te maken en geldt dat
feitelijk nog steeds voor elke burger die nu bericht krijgt dat zijn
huisarts of apotheek gebruik gaat maken van het LSP en dat hij/zij daar
alsnog stilzwijgend mee kan instemmen of actief bezwaar tegen kan
maken. Volgens de SP-senator werd tijdens de expertmeeting en Ronde
Tafelbespreking van de Eerste Kamer duidelijk dat wat de regering met
het wetsvoorstel beoogt nu juist niet is waar de gezondheidssector
behoefte aan heeft.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal