Radboud Universiteit Nijmegen


Methaanetende bacteriën zorgen voor afname broeikasgas wereldwijd

Datum bericht: 23 augustus 2010

In 2005 werden in een Nederlands veengebied methaanetende bacteriën gevonden die in symbiose leven met veenmossen. Onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen, de Universiteit Utrecht en het NIOZ hebben nu aangetoond dat deze symbiose voorkomt over de hele wereld. De bacteriën consumeren een groot deel van het geproduceerde methaan, waardoor de methaanuitstoot in veengebieden wereldwijd wordt verlaagd. De onderzoekers publiceren daarover in Nature Geoscience van 22 augustus 2010.

Methaan
Hoogvenen bevatten wel 30 procent van alle koolstof op aarde en leveren een belangrijke bijdrage aan de uitstoot van methaan. Een groot deel van het moerasgas wordt echter ter plekke geconsumeerd door in en op de veenmossen levende methaanbacterien. Met behulp van stabiele isotoop studies werd aangetoond dat methaanetende bacteriën het gas omzetten in CO2 , waarna het mos dat vervolgens weer inbouwt in biomassa (vetzuren en chlorofyl). Zo zorgt de symbiose dat het broeikasgas niet in de atmosfeer terecht komt.

Van Siberië tot Patagonië
De wetenschappers verzamelden Sphagnum veenmossen op tien verschillende locaties - van Siberië tot Patagonië - en onderzochten hun monsters met behulp van DNA micro arrays. De analyse liet zien dat overal op aarde een zeer diverse populatie van methaanetende bacteriën actief is in de veenmossen. In al deze planten was sprake van een symbiose met de bacteriën en werd het methaan omgezet in C0 . De snelheid waarmee dat gebeurde nam toe bij oplopende temperatuur, maar in de veenmossen in Noord-Siberië werd ook nog bij 0 graden methaan omgezet.