> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 15 september 2010
Betreft Kamervragen over speculatie in landbouwgewassen
Pagina 1 van 3
AKV
Economie en Strategie
Prins Clauslaan 8
2595 AJ Den Haag
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
www.minlnv.nl
T 070-7573806
F 070-3786113
Onze referentie
AKVl. 2010/5108
Uw referentie
2010Z11490
Geachte Voorzitter,
Mede namens mijn collega's van Financiën en van Buitenlandse Zaken stuur ik u
de antwoorden op de vragen van de leden van Gerven en Irrgang (beiden SP)
over speculatie in landbouwgewassen.
1
Kent u het artikel "Speculatie oorzaak van graanprijsstijging in 2008"?
Ja.
2
Baart het u zorgen dat speculatie een belangrijke oorzaak van de prijsstijgingen
tijdens de voedselcrisis blijkt te zijn?
3
Wat is uw inhoudelijke reactie op het rapport van de Wereldbank "Placing the
2006/08 commodity price boom into perspective?"
Het rapport van de Wereldbank geeft aan dat de prijsstijgingen tussen 2006/08
een breed scala van oorzaken heeft en gaat dieper in op een drietal oorzaken
waaronder overmatige liquiditeit en speculatie. De studie stelt dat investeringen
van indexfondsen een belangrijke rol kunnen hebben gespeeld bij de prijsstijging,
maar geeft aan dat er onvoldoende empirisch onderzoek voorhanden is om deze
stelling te onderbouwen. Het rapport is vooral een review van de economische
literatuur en geeft weinig nieuwe inzichten. Economen zijn het oneens over de rol
van speculatie. Lange termijn prijstrends van landbouwproducten worden vooral
bepaald door fundamentele marktfactoren, zoals de ontwikkeling van vraag en
aanbod, de opkomst van biobrandstoffen en de voorraadsituatie.
AKV
Economie en Strategie
Datum
15 september 2010
Onze referentie
AKVl. 2010/5108
Pagina 2 van 3
Op de korte termijn zouden overvloedige liquiditeit en speculatie de prijsvolatiliteit
kunnen vergroten en de auteurs achten het zeer waarschijnlijk dat dit in 2006/08
het geval is geweest. Het rapport presenteert echter geen nieuw onderzoek dat dit
onderbouwt en werkt de argumentatie ook niet verder uit. Aanvullend onderzoek
is nodig om de relatie tussen speculatie en de prijsstijgingen te onderbouwen.
Temeer daar de OESO en FAO in de recent gepubliceerde Agricultural Outlook
2010-2019 schrijfven dat er weliswaar sprake is van heftige prijsschommelingen
in de periode 2006-2008, maar dat er geen bewijs is dat de volatiliteit van de
landbouwprijzen in de afgelopen 50 jaar is toegenomen.
4
Wat is uw inhoudelijke reactie op de in het rapport geconstateerde sterke relatie
tussen energieprijzen en voedselprijzen?
Deze relatie bestaat, al verschilt die voor de verschillende landbouwproducten.
De prijzen van producten die veel fossiele brandstof als input gebruiken
(glastuinbouw, visserij, etc.) zullen sterker gecorreleerd zijn met de energieprijs
dan extensief geproduceerde veehouderijproducten. De opkomst van
biobrandstoffen die gemaakt zijn van mais, suiker of oliezaden versterkt de relatie
met de oliemarkt. Als de olieprijzen stijgen, zal de vraag naar deze landbouw-
producten toenemen en zullen de prijzen deels meestijgen. Bovendien zijn de
prijzen van de verschillende landbouwproducten sterk gerelateerd waardoor ook
de voedselprijzen reageren op een verandering van de energieprijs.
5
Kunt u uitsluiten dat speculatie in de toekomst wederom tot extreme
prijsstijgingen van voedingsproducten kan leiden? Zo ja, waarop baseert u die
conclusie? Zo nee, welke beleidsmaatregelen gaat u nemen of wat gaat u in
internationaal verband voorstellen om dit verschijnsel tegen te gaan?
Zoals gezegd is aanvullend onderzoek naar het gedrag van marktspelers nodig om
een eenduidige conclusie te kunnen trekken over het effect van speculatie.
Bovendien zijn vooral fundamentele factoren in de markt bepalend voor de
prijsontwikkeling van landbouwproducten. De overheid kan speculatie en de
effecten ervan op de landbouwmarkten niet uitsluiten. Wel kunnen overheden de
transparantie in de landbouwmarkten bevorderen door goede prijsinformatie te
publiceren. Het kabinet vraagt ook in EU-kader aandacht voor de transparantie
van de landbouwmarkten.
6
Zijn er aanwijzingen dat speculatie een rol speelt in de huidige stijging van de
prijzen van landbouwgewassen, zoals bijvoorbeeld cacao? Zo ja, welke en wat is
uw oordeel hierover? Gaat u deze aanwijzingen verder onderzoeken?
De Londense termijnmarkt trok in juli jl. grote media-aandacht. Dit werd zowel
veroorzaakt door de erg grote toeslag (bonus) uitgekeerd over uitgestelde
contracten als door de levering van 240.000 ton cacao (97% van de
gecertificeerde cacaovoorraad in Europa), het grootste volume gecertificeerde
fysieke voorraad in 14 jaar.
AKV
Economie en Strategie
Datum
15 september 2010
Onze referentie
AKVl. 2010/5108
Pagina 3 van 3
Cacaobedrijven en handelaren stuurden daarop een brief naar de Londense
termijnmarkt met de klacht dat "a manipulation of the contract was bringing the
London market into disrepute". Dit is aanleiding voor een discussie over de
transparantie van de Londense termijnmarkt.
De prijzen van cacao zijn al langere tijd op een zeer hoog niveau. Dit heeft te
maken met een teruglopende productie in Ivoorkust en Ghana, een sterke vraag
naar cacao bij de verwerkers en historisch lage voorraden. Fundamentele
marktfactoren dus. Onderstaande cijfers van de Internationale Cacao Organisatie
wijzen niet op een sterke prijsstijging dit jaar, deze is namelijk al langer aan de
gang.
datum US $ per ton
10 januari 3525,12
10 februari 3276,55
10 maart 3089,65
10 april 3221,24
10 mei 3178,48
10 juni 3230,83
10 juli 3229,53
Bron: ICCO International Cocoa Organization.
Een plotselinge schaarste aan chocolade hoeft zich niet voor te doen, omdat de
meeste verwerkers van cacaobonen voldoende voorraad hebben. Op termijn
zouden grote verwerkers bij de inkoop wel duurder uit kunnen zijn. Zij zullen de
hogere kosten proberen door te berekenen aan de consument.
7
Welke actie gaat u ondernemen in Nederland en elders om speculatie met
landbouwgewassen tegen te gaan?
Het is belangrijk dat landbouwmarkten goed werken. Prijzen moeten een
weerspiegeling zijn van fundamentele marktfactoren op zowel de lange als de
korte termijn. Het kabinet onderzoekt, samen met de internationale partners, hoe
de marktwerking kan worden verbeterd.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit