Universiteit van Tilburg

Persbericht 13 september 2010

Inzet ad hoc commissies rijksoverheid toch nuttig

LET OP: onder EMBARGO tot woensdag 15 september

De Nederlandse rijksoverheid stelt om de andere week een commissie in voor onderzoek en advies. Vaak wordt gedacht dat we zonder al die commissies beter af zouden zijn, maar dat is een voorbarige conclusie. Dat stelt Martin Schulz op grond van zijn promotieonderzoek naar de betekenis van commissies voor het openbaar bestuur. Commissies zijn volgens hem zowel ongewenst als noodzakelijk.

Martin Schulz onderzocht het Nederlandse commissiewezen door middel van een vragenlijst, interviews met betrokkenen en documentenstudie. Zes commissies onderwierp hij aan een extra grondig onderzoek, waaronder de Commissie Besluitvorming Stemmachines en de Commissie Provinciaal Grotestedenbeleid.

Adviseren is de kerntaak van het commissiewezen in Nederland. Maar commissies verschillen wel wat betreft taken, samenstelling en werkwijze en hebben ook verschillende effecten, constateert Schulz. Er zijn dan ook verschillende commissietypen. Aan politieke commissies wordt bijvoorbeeld relatief veel gewicht toegekend vanwege de maatschappelijke impact en media-aandacht, terwijl 'taskforces' vooral deskundigen beïnvloeden. De verschillende soorten commissies zijn ook op verschillende wijzen gevoelig voor invloeden van buitenaf, zoals politieke spanningen.

Om de betekenis van een commissie te beoordelen, moet zowel gekeken worden naar kennis als naar legitimiteit en macht, aldus de promovendus. Argumenten voor of tegen de inzet van een commissie zijn doorgaans afhankelijk van de positie van de beoordelaar: degene die er baat bij heeft, is ervoor en degene die er nadeel van ondervindt, is ertegen. Commissies zijn in de praktijk dus tegelijkertijd ongewenst en noodzakelijk.

Martin Schulz (1980) is universitair docent bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en senior adviseur bij adviesbureau Berenschot. Hij was als secretaris en onderzoeker betrokken bij diverse commissies in het openbaar bestuur. Zijn promotieonderzoek voerde hij uit bij de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur van de Faculteit Rechtswetenschappen.