'Democratische cultuur steviger gevestigd dan ooit'

16/09/2010 11:23

Universiteit Twente

Academisch afscheid van politicoloog Jacques Thomassen

Laten we niet al te gemakkelijk over een crisis van de democratie spreken. Ondanks alle populistische oprispingen is de democratische cultuur steviger gevestigd dan ooit tevoren. Dat stelt Jacques Thomassen op vrijdag 24 september 2010 bij zijn afscheid als hoogleraar politicologie en universiteitshoogleraar aan de Universiteit Twente. Een van de sprekers op zijn afscheidssymposium is demissionair staatssecretaris van Binnenlandse Zaken drs. Ank Bijleveld.

Alle beschouwingen over een afname van het politiek vertrouwen in Nederland kunnen de toets van de empirische kritiek niet doorstaan, zegt Thomassen in zijn afscheidsrede. Zo blijkt in feite het politiek vertrouwen in de jaren zeventig en de vroege jaren tachtig lager geweest te zijn dan in de jaren erna. En ook de internationale vergelijking plaatst Nederland verhoudingsgewijs in een positief daglicht. Bijna nergens in Europa is het vertrouwen in regering, parlement, politieke partijen en politici zo hoog als in Nederland.

Natuurlijk, bij de verkiezingen in 2002 - onder Fortuyn - kwam in Nederland voor het eerst een revolte of in elk geval een maatschappelijke onvrede aan de oppervlakte. Maar, aldus Thomassen, het gaat hier toch vooral om burgers die niet primair een grotere rol in het politieke besluitvormingsproces opeisen, maar vooral willen dat er naar hen geluisterd wordt. Ook de volatiliteit van het Nederlandse electoraat valt zijns inziens niet te duiden als een indicatie voor een afname in politiek vertrouwen: kiezers wisselen weliswaar voortdurend van partij, maar het blijft een wisseling tussen partijen die dicht bij elkaar liggen op het politieke spectrum.

Karteldemocratie

Maar de massale toeloop naar politieke partijen die zich afzetten tegen het politieke establishment, eerst naar de LPF en later naar de PVV, is dat dan geen duidelijk teken van een erosie van politiek vertrouwen? Dat is het niet in die zin, betoogt Thomassen, dat een redeloos geworden volk in opstand kwam tegen de politieke elite. Het plotselinge succes van Fortuyn en de LPF had namelijk wel degelijk een beleidsinhoudelijke achtergrond. Maar wel kon de onvrede met het beleid toen omslaan in onvrede met het politieke systeem als zodanig - in de vorm van een stem op een politieke partij die zich afzette tegen het politieke establishment - omdat het Nederlandse politieke bestel onder 'Paars' alle vertrekken vertoonde van een 'karteldemocratie', met alle gevolgen van dien. Het zou daarom al helpen, aldus Thomassen, wanneer kabinetsformaties bij voorkeur 'over rechts' dan wel 'over links' zouden plaatsvinden en vooral niet 'door het midden'.

Rechtsstaat

De problemen waarvoor we nu een oplossing proberen te vinden liggen echter in het verlengde van het democratiseringsproces zoals dat al in de negentiende eeuw is begonnen met als inzet een meer directe relatie tussen de wil van het volk en het overheidsbeleid. De democratische cultuur is steviger gevestigd dan ooit tevoren. Zeker, dat geldt meer voor de waarden van de democratie dan voor die van de rechtsstaat. De waarden van de rechtsstaat, of liever gezegd, de consequente toepassing daarvan, behoren eerder tot het culturele erfgoed van de elite dan tot die van de brede lagen van het volk. Daar ligt onmiskenbaar een spanningsveld waarvan gretig gebruik gemaakt wordt door populistische bewegingen. Maar alle vergelijkingen met de jaren dertig of angstvisioenen over een 'opstand der horden' missen iedere rationele grondslag, concludeert de Twentse politicoloog.

Symposium

Op het afscheidssymposium spreken: mevr. drs. Ank Bijleveld-Schouten, demissionair staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, prof. dr. ing. Jan van Deth, hoogleraar Politieke Wetenschap, Universität Mannheim, en mevr. dr. Pippa Norris, McGuire Lecturer in Comparative Politics, Harvard University.





http://www.utwente.nl/magazine/