Rijksoverheid
16 september 2010
Kamervragen over afschaffing afstandsindicaties AWBZ
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid van der Ham (D66)
over afschaffing afstandsindicaties AWBZ (2010Z11986).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid van der Ham over afschaffing
afstandsindicaties AWBZ.
(2010Z11986)
1
Kunt u aangeven waarom u kinderen, die intern in het doveninstituut in Haren
verblijven, daarvoor wel een afstandsindicatie geeft, en kinderen die intern in de
blindenschool in Grave willen verblijven niet? 1)
2
Ziet u aanleiding om ook voor intern verblijf op deze blindenschool alsnog een
indicatie te verlenen?
1 en 2
Met 'afstandsindicaties' bedoel ik hier (intramurale) indicaties voor de AWBZ,
functie verblijf, waarbij niet de zorg maar het onderwijs op een niet te bereizen
afstand beschikbaar is, namelijk op langer dan één uur reizen. Er zijn in dit geval
geen zorginhoudelijke gronden om AWBZ,verblijf te indiceren. Tot en met het
schooljaar 2008,2009 werden AWBZ,indicaties afgegeven door het CIZ, als
onderwijs op een niet te bereizen afstand beschikbaar was. Vanuit de ambitie om
duidelijker aan te geven waar de grenzen liggen voor het toekennen van AWBZ,
zorg hebben de voormalige staatssecretarissen Bussemaker en Dijksma in juli
2009 (overgangs)afspraken gemaakt om het afgeven van 'afstandsindicaties' ten
behoeve van het volgen van onderwijs te beëindigen. Als overgangsafspraak is het
CIZ gevraagd om alleen voor de lichting voor het schooljaar 2009,2010 nog één
keer door te gaan met het afgeven van afstandindicaties voor zintuiglijk
gehandicapte leerlingen. Het CIZ is ook gevraagd vanaf het schooljaar 2010,2011
geen afstandsindicaties meer af te geven. In een algemeen overleg van 2 juli
2009 zijn deze afspraken met de Tweede Kamer gecommuniceerd.
Het is van belang onderscheid te maken tussen de overgangsregeling voor
afstandsindicaties voor het schooljaar 2009 , 2010 en coulance afspraken voor het
doveninternaat te Haren voor het schooljaar 2010 , 2011. De afspraken tussen de
voormalige staatssecretarissen Bussemaker en Dijksma maken duidelijk dat het
achterliggende schooljaar 2009,2010 al als overgangsjaar diende voor de lichting
2009,2010. Een overgangsregeling voor het schooljaar 2010,2011 is niet aan de
orde. De coulance afspraak voor het doveninternaat te Haren voor de lichting
2010,2011 is uitsluitend gemaakt omdat het CIZ abusievelijk toch positieve
besluiten voor 'afstandsindicaties' heeft afgegeven. Dit is niet aan de orde voor de
blindenschool te Grave. Ik zie dan ook geen aanleiding de coulance afspraak uit te
breiden voor de blindenschool te Grave.
3
Vindt u het acceptabel dat de ouders slechts 2 weken vóór aanvang van het
schooljaar met dit besluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) worden
geconfronteerd?
3
Over de afspraken tussen de voormalige staatssecretarissen Bussemaker en
Dijkma is in juli 2009 met de Tweede Kamer, CIZ en VGN gecommuniceerd. De
afspraken rond afstandindicaties zijn niet nieuw voor betrokken partijen.
Op de besluitvorming van het CIZ is de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing. Het tijdstip van besluitvorming door het CIZ hangt samen met het
tijdsstip van aanvragen door de cliënt. Het CIZ heeft aangegeven dat op de voor
de twee betrokken kinderen ingediende aanvragen ruim binnen de beslistermijn
van zes weken is beslist. De handelswijze van het CIZ in deze is correct.