Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Belemmeringen staan snelle transitie in de weg

De Groene Zaak adviseert Tweede Kamerleden over kleinschalige duurzame energievoorziening

De Groene Zaak, platform van koplopers in duurzaam ondernemen, heeft onlangs een groot aantal Tweede Kamerleden per brief 'bijgepraat' over de barrières die een belemmering vormen bij het versterken van een (kleinschalige) duurzame energievoorziening. Volgens de 72 deelnemers van De Groene Zaak worden veel bedrijven gehinderd bij het verduurzamen van hun (lokale) energievoorziening door onderling tegenstrijdige wetgeving, financiële onzekerheid en onduidelijk lokaal netbeheer. Ook ontoereikende subsidies, te traag verleende vergunningen en weerstanden bij de lokale overheden werken een snelle transitie tegen. In totaal bevat de brief maar liefst 12 barrières afkomstig uit de dagelijkse praktijk van de aangesloten leden.

In de brief wijst De Groene Zaak erop dat kleinschalige versus grootschalige energievoorziening niet samenvalt met duurzaam versus niet-duurzaam, of hernieuwbaar versus fossiel. Volgens het platform is het cruciaal is om synergie te realiseren tussen grootschalige en kleinschalige (centrale en decentrale) verduurzaming. "Beide versterken elkaar en beide zijn nodig", aldus Igor Kluin, CEO van Qurrent en vice-voorzitter van De Groene Zaak. In de brief onderstreept De Groene Zaak dat er al veel waardevolle initiatieven zijn op het gebied van duurzame energievoorziening, maar dat met name de overheid de sleutel in handen heeft om tot een daadwerkelijke doorbraak te kunnen komen. Kluin: "Kleine en (middel)grote bedrijven die koploper zijn op het terrein van duurzaam ondernemen lopen nu nog tegen teveel belemmeringen op in hun geplande transitie naar een meer duurzame energievoorziening. Wij hebben op een rij gezet welke veranderingen noodzakelijk zijn om maatschappijbrede versnelling te kunnen realiseren."

De opgesomde barrières zijn:


1. Financiële onzekerheid
Veel duurzame energieprojecten gaan niet door vanwege omdat deze binnen de huidige bancaire risicomarges niet financierbaar zijn.


2. SDE-subsidie ontoereikend
De SDE-subsidie is voor bepaalde categorieën ontoereikend, en voor nagenoeg alle categorieën niet-structureel en niet-consistent.


3. Ontbrekende vergunningen
Projecten kunnen niet voortvarend worden uitgevoerd omdat enerzijds teveel voorschriften zijn op tal van (ruimtelijke) aspecten, anderzijds vergunningen (veel) te traag worden afgegeven.


4. Strijdige wetgeving
In de praktijk blijkt (milieu)wetgeving vaak strijdig te zijn met andere wetgeving, bijvoorbeeld volkshuisvestingsvoorschriften.


5. Onduidelijkheid lokaal netbeheer
Volgens de Elektriciteitswet dient een 'netbeheerder' te worden aangewezen, ook voor en Lokaal Energie Netwerk (LEN) op het niveau van een woonwijk, bedrijventerrein of kantorencluster. Dat is op deze kleine schaal onwenselijk en uitermate complex; ontheffing wordt echter soms wel, soms niet verleend.


6. Nederlandse wetgeving strikter dan Europese wetgeving De Nederlandse wetgeving op het gebied van netwerken blijkt strikter dan de Europese wetgeving. Dit is voor kleinschalige projecten onnodig belastend.


7. Vrijheid van 'switchen' werkt belemmerend Vrijheid van 'switchen' werkt goed in het traditionele centrale leveringsmodel, maar belemmert om een aantal redenen innovatieve lokale samenwerkingsvormen. Lokale energienetwerken verdienen een eigen status.


8. Koppeling SDE-subsidie aan EAN code
De SDE subsidie op zonnepanelen is gekoppeld aan de individuele EAN aansluitingscode. Hierdoor worden samenwerkingen met collectieve systemen relatief minder rendabel en worden bijvoorbeeld PV-systemen op flatgebouwen geblokkeerd.


9. Weerstand netbeheerders
Netbeheerders zijn ten onrechte bezorgd over het verlies van technische controle over het net (belasting, balans, kwaliteit) en over verlies van inkomsten bij duurzame opwekking.


10. Ecotaks op duurzame elektriciteit en gas Over duurzame elektriciteit en gas moet een ecotaks betaald worden. Beter zou het zijn om de ecotaks te differentiëren naar CO2-uitstoot. Het wordt dan aantrekkelijker om duurzame energie op te wekken.


11. Beheerders overheidsdomeinen werken niet altijd mee Nu staat alleen het areaal in beheer van Rijkswaterstaat ter beschikking voor initiatieven om duurzame energie op te wekken. Andere beheerders van het publieke domein zoals de Dienst Landelijk Gebied en lagere overheden blijven passief.


12. Geen mogelijkheid tot compensatie met Nederlandse CO2-projecten CO2-projecten in Nederland kunnen niet gefinancierd worden met de verkoop van CO2-rechten uit die projecten omdat de reductie dan dubbel wordt geclaimd, namelijk zowel door de Staat der Nederlanden als door organisaties/bedrijven.

(einde bericht)