Nationale Ombudsman
Den Haag, 24 september 2010
Ombudsman: alsnog onafhankelijk onderzoek naar verband tussen vaccinatie en
overlijden achtjarige jongen
De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, zegt dat een onafhankelijke
instantie onderzoek moet doen naar het verband tussen de vaccinatie BMR-DTP
en het overlijden van een achtjarige jongen. Hij doet deze aanbeveling in een
rapport over de klachten van de ouders van deze jongen. De minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) brengt inmiddels onderzoek naar
bijwerkingen en de bijwerkingenregistratie per 1 januari 2011 onder bij een
andere instantie dan het RIVM.
De ouders lieten hun achtjarige zoon vaccineren in het kader van het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Enkele dagen na zijn vaccinaties voor
bof, mazelen, rode hond (de BMR-vaccinatie) en difterie, tetanus en
polio (de DTP-vaccinatie) overleed hij. Het RIVM heeft het verband
tussen de vaccinatie en het overlijden onderzocht. De ouders trokken de
onafhankelijkheid van dit RIVM onderzoek in twijfel. De Nationale
ombudsman is het met deze twijfel van de ouders eens. Het RIVM vervult
te veel rollen: het doet onderzoek naar het verband tussen vaccinatie
en het overlijden, en voert ook de regie over en is de uitvoerder van
het RVP. Voorts registreert het RIVM de bijwerkingen en doet het
onderzoek naar het verband tussen vaccinatie en bijwerkingen. Deze vele
rollen van het RIVM scheppen een schijn van partijdigheid. Inmiddels
heeft de minister van VWS het onderzoek naar bijwerkingen in handen
gelegd van het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb. Naar het oordeel
van de Nationale ombudsman moet er in dit geval alsnog een
onafhankelijk onderzoek komen naar het verband tussen de vaccinatie en
het overlijden, zodat de twijfel bij de ouders alsnog wordt weggenomen.
Voorlichting over complicaties
De ouders dienden ook een klacht in over de voorlichting van de
overheid over de complicaties die na een vaccinatie kunnen optreden.
Deze klacht is niet gegrond. Naar het oordeel van de Nationale
ombudsman is het welslagen van de rijksvaccinatieprogramma's van de
rijksoverheid mede afhankelijk van het vertrouwen dat burgers hebben in
de informatie die zij krijgen over het nut van deze vaccinaties en de
mogelijke risico's. Het is dus belangrijk hoe het ministerie van VWS en
het RIVM omgaan met de voorlichting. De informatie van de overheid moet
controleerbaar juist en objectief zijn. De folder en andere informatie
die beschikbaar zijn gesteld waren echter voldoende duidelijk.
Ook de klacht over het niet ter beschikking stellen van weefsel voor
nader onderzoek naar de doodsoorzaak is niet gegrond. Er zijn geen
aanwijzingen dat het RIVM weefsel in zijn bezit had.
Noot voor de redactie,