De Nederlandse Bank
Ontvangsten en uitgaven lopende rekening in stijgende lijn
Statistisch Nieuwsbericht
Datum 24 september 2010
De ontvangsten en uitgaven op de lopende rekening van de
betalingsbalans lieten in het tweede kwartaal van 2010 over bijna de
gehele linie een stijging zien. De stijging trad zowel ten opzichte van
het vorige kwartaal als ten opzichte van een jaar geleden op. Dit
blijkt uit betalingsbalanscijfers die DNB vandaag publiceert.
De in- en uitvoer van goederen zijn zowel naar waarde als volume fors
gestegen. Deze stijgende lijn was in het derde kwartaal van 2009
ingezet. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2009 zijn de in- en
uitvoerwaarde van goederen met respectievelijk 29 en 25 procent
gestegen. In dezelfde periode steeg het invoervolume van goederen met
18 procent; het uitvoervolume steeg met 14 procent. Het internationale
goederenverkeer van ons land is hiermee bijna op het niveau van begin
2008 gekomen. De internationale dienstenhandel toonde eveneens herstel,
zij het dat hij minder sterk is toegenomen dan het goederenverkeer. Op
jaarbasis zijn de in- en uitvoer van diensten met respectievelijk 4 en
9 procent toegenomen. In de dienstensfeer was de krimp als gevolg van
de economische crisis echter ook minder omvangrijk geweest. Op de
inkomensrekening deden zich in het tweede kwartaal ook lichte
stijgingen voor, zowel aan de uitgaande als de ontvangende kant. Dit
hing onder meer samen met verbeterde winsten bij dochterondernemingen.
Transacties in Nederlandse en buitenlandse effecten
In de financiële rekening van de betalingsbalans was in het tweede
kwartaal een grote kapitaalinstroom zichtbaar in het
grensoverschrijdende effectenverkeer (zie grafiek). Enerzijds kochten
buitenlandse beleggers per saldo voor EUR 17 miljard Nederlandse
obligaties en voor EUR 1 miljard Nederlandse aandelen. Zij verkochten
daartegenover voor EUR 8 miljard Nederlands geldmarktpapier. Anderzijds
deden Nederlandse beleggers voor EUR 9 miljard buitenlandse aandelen
van de hand en verkochten zij buitenlandse obligaties en
geldmarktpapier voor respectievelijk EUR 6 miljard en EUR 3 miljard.
Daaronder was veel schuldpapier uit Italië (EUR 5 miljard), Griekenland
en Spanje (beide EUR 2 miljard).
Daartegenover stonden kleinere aankopen van Duits en Oostenrijks
schuldpapier. De buitenlandse beleggingen stegen in het tweede kwartaal
in waarde door een sterke appreciatie van vooral de Amerikaanse dollar
ten opzichte van de euro. Tegenover deze (papieren) winst stonden
echter gerealiseerde verliezen op valutatermijncontracten, die door
onder andere pensioenfondsen en beleggingsinstellingen waren gebruikt
om valutarisico's af te dekken. Zij verkochten buitenlandse effecten om
aan hun betalingsverplichtingen op derivaten te kunnen voldoen. Deze
betalingen maken in de betalingsbalans deel uit van de netto-uitstroom
van EUR 13 miljard bij de financiële derivaten.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (tel.
020-5243100, 0652496961) en Herman Lutke Schipholt (020-5242712,
0652496900).
---