Universiteit van Tilburg

Persbericht 15 september 2010

Internationaal Strafhof moet meer aandacht besteden aan vermeende onregelmatigheden

Promovendus Christophe Paulussen onderzocht de opstelling van het Internationaal Strafhof ten aanzien van verdachten die beweren onregelmatig voor het Hof te zijn gebracht. Hij concludeert, onder andere, dat het Strafhof meer aandacht zou moeten besteden aan vermeende onregelmatigheden in de voorfase van het juridisch strafproces - het fundament van de aan de rechters voorgelegde zaak.

Als instituut zonder politiemacht is het Internationaal Strafhof afhankelijk van derde partijen bij het arresteren en overdragen van verdachten naar Den Haag. Zeker in (post-)conflictgebieden, waar het Strafhof onderzoek naar doet, bestaat het risico dat juridische procedures minder nauwgezet gevolgd worden. Al in de zaken Lubanga Dyilo, Katanga en Bemba Gombo claimden de verdachten dat er problemen kleefden aan de manier waarop zij onder de jurisdictie van het Hof waren gebracht. Een voorbeeld betrof een vermeende onrechtmatige arrestatie en detentie in het land van herkomst voorafgaand aan de formele arrestatie van het Strafhof.

Paulussen onderzocht de opstelling van het Strafhof ten aanzien van dit soort claims: zogenaamde male captus claims. Hij concludeert dat het Strafhof in theorie veel aandacht besteedt aan mensenrechten - en dat dit toe te juichen is - maar dat het in de praktijk zich nog meer zou moeten bekommeren om vermeende onregelmatigheden in de voorfase van het juridisch strafproces. Alleen zo kunnen mensenrechten en andere juridische waarborgen daadwerkelijk betekenis krijgen.

Daarnaast vindt Paulussen dat het Strafhof diepgaander zou moeten onderzoeken of het wel of niet de mogelijkheid heeft om (de uitoefening van) jurisdictie te weigeren in het geval van ernstige male captus zaken. In dat kader pleit Paulussen voor de omarming van een op de abuse of process gelijkende doctrine, een brede doctrine waarmee de integriteit van het juridisch strafproces in de gaten kan worden gehouden. Met een dergelijke doctrine kan het Hof ook male captus claims die bijvoorbeeld te maken hebben met vermeende schendingen van staatssoevereiniteit goed behandelen, iets dat nu nog niet mogelijk lijkt.

Tenslotte voert Paulussen meer in het algemeen aan dat de internationale gemeenschap haar rol als uitvoerende arm van het Hof serieus moet nemen. De steun van staten en internationale organisaties bij het arresteren en overdragen van verdachten is onontbeerlijk om het doel van het Hof, namelijk het beëindigen van straffeloosheid, te bereiken.

Christophe Paulussen (Maastricht, 1979) volgde de opleiding Internationaal en Europees Recht en de Juridische Onderzoeksmaster aan de Universiteit van Tilburg. Zijn onderzoek werd financieel ondersteund door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).




Universiteit van Tilburg