GroenLinks
GroenLinks: behoud intensive care op Walcheren
Woensdag 29 september 2010, 15:20u - Linda Voortman
Noodzakelijke medische hulp moet goed bereikbaar zijn, ook in
dunbevolkte gebieden. GroenLinks maakt zich zorgen over het mogelijk
verdwijnen van de intensive care in het ziekenhuis in Vlissingen. Dit
ondanks een motie van de Tweede Kamer voor het behoud van een klein,
maar volwaardig, ziekenhuis op Walcheren.
GroenLinks-Kamerlid Linda Voortman: "Ik maak me zorgen over de
toegankelijkheid van de ziekenhuiszorg in Zeeland. De minister van
Volksgezondheid moet in deze zaak opheldering geven. Daarnaast wil ik
weten wat deze beslissing van het ziekenhuis op Walcheren voor gevolgen
heeft voor de bereikbaarheidsnorm van ambulances."
Vragen van het Kamerlid Linda Voortman (GroenLinks) aan de minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake de intensive care zorg in
Vlissingen:
1. Bent u bekend met de berichtgeving dat Vlissingen straks geen
intensive care meer heeft?
2. Bent u op de hoogte van de plannen van de Raad van Bestuur ten
aanzien van intensive care zorg op Walcheren? Zo ja, komen deze
overeen met het beeld dat in het bericht wordt geschetst?
3. Is uw inschatting dat de `intensive-care-faciliteit' waarover in
het bericht gesproken wordt een volwaardige level 1 intensive care
afdeling betreft?
4. Bent u van mening dat met deze plannen van de Raad van Bestuur,
recht wordt gedaan aan de met algemene stemmen door de Tweede Kamer
aangenomen motie die oproept tot behoud van een klein volwaardig
ziekenhuis op Walcheren? Zo nee, welke stappen kunt u nemen en bent
u bereid te nemen om te garanderen dat deze motie wel wordt
uitgevoerd?
5. Tijdens het spoeddebat op 29 juni 2010 heeft u toegezegd het RIVM
onderzoek naar bereikbaarheidsnorm van ambulances in Zeeland half
juli 2010 klaar te hebben. Is dit onderzoek reeds afgerond en kunt
u dit naar de Kamer versturen?
http://www.pzc.nl/regio/zeeland/7363419/Vlissingen-verliest-intensive-c
are.ece?startshow=null&startSlide=null
Motie van het lid Van der Vlies c.s., 27 295, nr. 140