(Bio)farmaceutische researchindustrie een steeds belangrijkere hefboom

29/09/2010 10:55

PHARMA.BE

(Bio)farmaceutische researchindustrie wordt een steeds belangrijkere hefboom van de Belgische economie

Het Belgisch concurrentievermogen krijgt klappen, steeds meer OESO-landen tellen meer hoogopgeleiden dan België en ons land heeft dringend nood aan meer industrie. Dat blijkt uit de rapporten die Econopolis, het World Economic Forum (WEF) en OESO in september hebben gepubliceerd. De geneesmiddelensector blijft investeren in innovatie en stelt veel hooggekwalificeerde profielen tewerk. Andere EU-lidstaten lonken naar de R&D- en productievestigingen in ons land. Dat staat te lezen in de nieuwe factua van pharma.be: 'Performant geneesmiddelenbeleid om België als (bio)pharmavalley te vrijwaren'. Waakzaamheid en een geïntegreerd beleid zijn nodig.

(Bio)farmaceutische researchindustrie wordt een steeds belangrijkere hefboom van de Belgische economie

Het Belgisch concurrentievermogen krijgt klappen, steeds meer OESO-landen tellen meer hoogopgeleiden dan België en ons land heeft dringend nood aan meer industrie. Dat blijkt uit de rapporten die Econopolis, het World Economic Forum (WEF) en OESO in september hebben gepubliceerd. De geneesmiddelensector blijft investeren in innovatie en stelt veel hooggekwalificeerde profielen tewerk. Andere EU-lidstaten lonken naar de R&D- en productievestigingen in ons land. Dat staat te lezen in de nieuwe factua van pharma.be: 'Performant geneesmiddelenbeleid om België als (bio)pharmavalley te vrijwaren'. Waakzaamheid en een geïntegreerd beleid zijn nodig.

Creërende activiteiten zoals de ontwikkeling van geneesmiddelen en vaccins vormen een economische hefboom en helpen de welvaart in ons land veilig te stellen. Een job in een innovatieve sector zoals de (bio)farmaceutische researchindustrie creëert immers twee tot drie jobs in een andere sector. (1) Een belangrijk deel van de R&D-uitgaven in ons land wordt gerealiseerd door filialen van buitenlandse farmabedrijven, zodat België waakzaam moet blijven. In de internationale hoofdzetels van de (bio)farmaceutische bedrijven wordt de beslissing over een vestigingsplaats genomen op basis van drie criteria: R&D-aanmoedigingen, een kwalitatief netwerk & een goede gezondheidszorg, en de lokale marktomstandigheden met prijs en terugbetaling bepaald door het geneesmiddelenbeleid.

De Belgische gezondheidszorg met zijn breed medisch-academisch netwerk scoort uitstekend, zoals laatst nog bleek uit de WEF-studie (2) , maar dat de overheid worstelt met haar inkomsten en uitgaven is intussen genoeg bekend.

Toegevoegde economische waarde van de sector: reorganisaties, maar sterk

Uit de meest recente resultaten van de (bio)farma blijkt dat de sector in ons land goed standhoudt in vergelijking met 2008. Traditioneel heeft de sector in ons land een sterke positie, maar de moeilijke economische context sinds 2008 enerzijds en de moeilijkheden eigen aan de huidige internationale transitie van de sector anderzijds, hebben geleid tot fusies en herstructureringen. Typisch voor de sector zijn immers steeds complexere en duurdere R&D, een slinkende octrooiperiode, steeds striktere veiligheidsvereisten, beperkte toegang tot de patiënt en aflopende patenten. De eerste helft van 2010 hebben niettemin o.a. Baxter, UCB, J&J en GSK geïnvesteerd in research-en productiecentra en in jobs in Waals-Brabant en Henegouwen.

Vier domeinen illustreren goed de toegevoegde waarde van de sector voor de Belgische kenniseconomie en het concurrentievermogen:

a) België is een (bio)farmaceutisch concentratiegebied. Vandaag telt ons land meer dan 200 farmaceutische & biotechondernemingen. (3) 31 van die bedrijven hebben R&D- en productievestigingen in België. Ons land heeft onder meer zeven sites die up en running zijn voor de ontwikkeling en productie van vaccins. Geen enkele andere EU-lidstaat is dermate gespecialiseerd in de vervaardiging van vaccins. (4)

b) De (bio)farmaceutische researchindustrie in België herinvesteert 41,9 % van haar omzet in R&D in België. Dat is opmerkelijk, aangezien op Europees niveau de sector gemiddeld 17,3 % van zijn omzet herinvesteert in R&D. (5)

c) Geen enkele andere private sector heeft zoveel onderzoekers in dienst als de (bio)farma. Van de 29.000 werknemers zijn er bijna 5000 actief in R&D waarvan 3400 onderzoekers.

d) Geneesmiddelen zijn goed voor 14 % van de Belgische export. Daarmee leveren zij een positieve bijdrage van 6,1 miljard euro tot de Belgische handelsbalans, die in het rood staat.

Klik hier voor de nieuwe factua van pharma.be 'Performant geneesmiddelenbeleid om België als (bio)pharmavalley te vrijwaren'. U vindt er onder meer een overzicht van de cijfers van de (bio)farmaceutische sector voor 2009.

Contact: prof.dr. Leo Neels, algemeen directeur, ln@pharma.be - 0495 50 40 60 - 02 661 91 00

(1) Econopolis in samenwerking met UNIZO en VKW, 'Is er nog toekomst voor onze industrie?', 7 september 2010

(2) World Economic Forum, The Global Competitiveness Report 2010-2011

(3) http://www.investinbiopharma.be/

(4) EFPIA, 'The pharmaceutical industry in figures', edition 2010

(5) idem

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel