beantwoording vragen van de leden Peters, Van Dam, Voordewind en Van
Bommel over de mensenrechtensituatie in Indonesië
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Peters, Van Dam,
Voordewind en Van Bommel over de mensenrechtensituatie in Indonesië
Kamerbrief | 20 oktober 2010
Graag bied ik u, mede namens de minister-president, hierbij de
antwoorden aan
op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Peters (Groen Links),
Van Dam
(PvdA), Voordewind (ChristenUnie) en Van Bommel (SP) aan de minister
van
Buitenlandse Zaken en de minister-president over de
mensenrechtensituatie in
Indonesië. Deze vragen werden ingezonden op 4 oktober 2010 met kenmerk
2010Z14066.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U.Rosenthal
Vragen van de leden Peters (Groen Links), Van Dam (PvdA), Voordewind
(ChristenUnie) en Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse
Zaken en de minister-president over de mensenrechtensituatie in
Indonesië (Ingezonden 4 oktober 2010)
Vraag 1
Deelt u de mening dat de mensenrechtensituatie in Indonesië, onder
andere de Molukken, ernstig is en dat veel vreedzame
(mensenrechten)activisten onterecht in de gevangenis zitten en
mishandeld worden door de Indonesische autoriteiten? Zo nee, waarom
niet? Maakt u zich ook ernstig zorgen over deze ontwikkelingen?
Antwoord op vraag 1
De laatste jaren is in de mensenrechtensituatie in Indonesië
verbetering gekomen, mede door toedoen van de huidige regering die in
toenemende mate aandacht besteed aan bescherming van mensenrechten.
Indonesië heeft de afgelopen jaren ook diverse internationale verdragen
op het gebied van mensenrechten geratificeerd, waaronder het
internationale convenant voor politieke en civiele rechten.
Tegelijkertijd blijven er punten van zorg bestaan. Nederland volgt de
mensenrechtensituatie in Indonesië nauwlettend, zowel bilateraal als in
EU-verband, en vraagt permanent aandacht voor de zorgpunten bij de
Indonesische autoriteiten.
In uw vraag verwijst u, naar ik aanneem, naar de hoge strafmaat die is
toegepast bij de veroordeling van vreedzame activisten die regionale
symbolen hebben getoond, die door de Indonesische autoriteiten als
separatistisch worden gekwalificeerd. Nederland heeft hierover diverse
keren nadrukkelijk zijn verontrusting uitgesproken. Ook is bij
herhaling met Indonesië gesproken over de behandeling van gevangenen in
detentie naar aanleiding van berichten over mishandeling of het
onthouden van medische zorg aan deze gevangenen.
Vraag 2
Bent u bereid tijdens het bezoek van de Indonesische president aan
Nederland de mensenrechtensituatie in Indonesië, in het bijzonder op de
Molukken en West Papua, ter sprake te brengen.
Vraag 3
Bent u bereid een verslag van uw ontmoeting(en) met de president en
zijn staf naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 2 en 3
Zoals bekend heeft het bezoek van de president op de voorziene data
geen doorgang gevonden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken