Rijksoverheid
12 november 2010
Verslag Landbouw! en Visserijraad 26 oktober 2010
161383
Geachte Voorzitter,
In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw! en Visserijraad
van 26 oktober jl., gehouden te Luxemburg.
Op de agenda van de Raad stonden de volgende onderwerpen: vaststelling van de
vangstmogelijkheden in de Oostzee voor 2011, de visserijonderhandelingen
tussen de EU en Noorwegen voor 2011, de jaarvergadering van de International
Commission for the Conservation of Atlantic Tunas (ICCAT) en de aanpassing van
twee landbouwverordeningen aan het Verdrag van Lissabon. Onder diversen is
gesproken over de meest recente jaarvergadering van de Northwest Atlantic
Fisheries Organization (NAFO), de voorzitterschapsconclusies over de informele
Landbouwraad van september jl., de dreiging van Afrikaanse varkenspest, de
toekomst van de varkensvleessector, de aantasting van katoengewassen door de
katoendaguil en de situatie op de suikermarkt.
Voorstel voor vangstmogelijkheden in de Oostzee voor 2011
(Politiek akkoord)
De Europese Commissie heeft onder meer op basis van biologische adviezen een
voorstel aan de Raad voorgelegd voor de vangstmogelijkheden in de Oostzee voor
het jaar 2011. Meest in het oog springende onderdelen van het voorstel waren
reducties van de TACs (Total Allowable Catches) voor haring, sprot en zalm en
een verhoging van de TAC voor kabeljauw (het beheerplan voor kabeljauw in de
Oostzee begint vruchten af te werpen).
Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee. Ik heb de aanpak van de
Commissie gesteund; deze is in lijn met de doelstelling van een langjarig beheer
gericht op duurzaam gebruik van de visbestanden. Tegelijk heb ik een beroep op
Voorzitterschap en Commissie gedaan om, gehoord de inbreng van de andere
lidstaten, tot een goed compromis te komen. Verder heb ik ervoor gepleit met
spoed een beheerplan op te stellen voor het haringbestand in de Oostzee en heb
ik mijn steun uitgesproken voor een Deens voorstel om met vangstquota te gaan
experimenteren.
Na moeizame onderhandelingen heeft de Raad met unanimiteit een politiek
akkoord bereikt, dat echter niet ondersteund werd door de Commissie op het vlak
van de hoogte van de TAC!reductie voor sprot (24 procent, met de mogelijkheid
dit percentage op basis van nieuw wetenschappelijk advies verder te verhogen; de
Commissie wilde niet lager gaan dan 25 procent). Het akkoord van de Raad blijft
staan, tenzij de Commissie haar voorstel intrekt. Dit laatste zou hoogst
ongebruikelijk zijn.
Visserijonderhandelingen EU Noorwegen voor 2011
(Gedachtewisseling)
De Raad heeft vooruitgeblikt op de eerste onderhandelingsronde
(15!19 november) tussen EU en Noorwegen over de vangsthoeveelheden voor de
gezamenlijk beheerde visbestanden en de ruil van vangstmogelijkheden.
Commissaris Damanaki heeft de verwachting uitgesproken dat de onderhande!
lingen niet gemakkelijk zullen verlopen. Zij heeft daarbij gewezen op het dilemma
dat Noorwegen de EU heeft gevraagd 30 procent meer Arctische kabeljauw af te
nemen, terwijl het geijkte ruilmiddel - blauwe wijting - er bijzonder slecht voor
staat. De Commissie heeft zich verder teleurgesteld getoond over de staat van de
kabeljauw in de Noordzee, waarvan de sterfte nog altijd toeneemt, ondanks alle
herstelmaatregelen.
Ik heb aangegeven dat we moeten uitgaan van meerjarenbeheerplannen waar die
van kracht zijn. Ik heb mijn zorgen geuit over de toestand van de kabeljauw in de
Noordzee, maar tevens de vooruitgang van de schol en haring aangestipt. Voor
die laatste soort heb ik ervoor gepleit om de TAC voor het lopende jaar enigszins
te verruimen, conform het biologisch advies. In het geval van de kabeljauw wordt
wat mij betreft de TAC voor 2011 aanzienlijk verlaagd ten opzichte van 2010 en
zou het experiment met vangstquota verlengd moeten worden.
Ten aanzien van de uitruil van vangstmogelijkheden heb ik benadrukt dat
Nederland de laatste jaren meer heeft bijgedragen dan ontvangen. Ik heb
daarnaast aangegeven van mening te zijn dat we niet automatisch alle door
Noorwegen aangeboden Arctische kabeljauw moeten afnemen. Door de slechte
toestand van de blauwe wijting kan die soort eigenlijk niet meer worden ingezet
om balans in de uitruil te verkrijgen. Het aanwenden van andere pelagische
bestanden daarvoor is wat mij betreft ook geen optie.
De Commissie heeft geconcludeerd dat zij in de onderhandelingen zal streven naar
een evenwichtig akkoord, dat de meerjarenbeheerplannen respecteert en waarbij
de voordelen voor lidstaten in de uitruil van visserijmogelijkheden evenwichtig
verdeeld zijn.
Jaarvergadering International Commission for the Conservation of
Atlantic Tunas (ICCAT)
(Gedachtewisseling)
De Raad heeft van gedachten gewisseld over de voorbereiding van de jaar!
vergadering van de ICCAT (17!27 november, Parijs). In die jaarvergadering,
waarin de EU wordt vertegenwoordigd door de Commissie, zal onder meer een
nieuw meerjarenherstelplan voor blauwvintonijn worden opgesteld.
Daarbij worden afspraken gemaakt over de toegestane vangstmogelijkheden voor
deze soort.
Commissaris Damanaki heeft ingezet op een stevig mandaat voor de Commissie.
Zij heeft erkend dat de wetenschappelijke gegevens over het blauwvintonijn!
bestand enige verbetering indiceren, maar heeft daaraan toegevoegd dat de
historische gegevens door veel onzekerheden gekenmerkt worden. Zij acht
daarom een voorzichtige benadering geboden.
De Commissaris heeft gezegd te streven naar een TAC van 6.000 ton, waar het
wetenschappelijk advies een bandbreedte van 0 tot 13.500 ton aangeeft. Het
vissen van 6.000 ton in 2011 zou passen bij een doelstelling om al in 2020
! in plaats van het eerder in ICCAT!verband afgesproken jaartal van 2022 ! een
kans van ten minste 60 procent (ook een ICCAT!afspraak) te hebben op het
bereiken van een maximaal duurzame oogst (Maximum Sustainable Yield, MSY).
Commissaris Damanaki heeft daarbij verwezen naar de EU!Kaderrichtlijn Mariene
Strategie en het Johannesburg!akkoord over duurzame ontwikkeling uit 2002 als
bases voor die gedachte. Zij heeft zich verder bewust getoond van de pijnlijke
gevolgen van haar voorstel voor de betrokken vissers, maar heeft tevens
benadrukt dat een duurzame levensvatbaarheid van de sector afhankelijk is van of
het bestand voldoende duurzaam beheerd wordt.
Ik heb mij goed kunnen vinden in de ideeën van de Commissie. De lidstaten met
een direct visserijbelang hebben gewezen op de doelstellingen zoals die zijn
afgesproken tijdens de vorige ICCAT!jaarvergadering: een kans van ten minste
60 procent op het bereiken van MSY in 2022; bijgevolg vinden zij een TAC van
13.500 ton gerechtvaardigd. De Commissaris heeft gedurende de discussie haar
standpunt gehandhaafd en heeft ten slotte aangekondigd tijdig een concept!
mandaat te zullen voorleggen aan de lidstaten.
Aanpassing van twee verordeningen aan het Verdrag van Lissabon
(Presentatie door de Commissie)
De Commissie heeft voorstellen gepresenteerd om twee verordeningen behorende
tot het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in overeenstemming te brengen
met het Verdrag van Lissabon. Het gaat om de verordening over rechtstreekse
steunverlening1 en om de verordening over het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling2. Behalve de technische aanpassingen die nodig zijn, heeft
de Commissie ook enkele voorstellen gedaan ter vereenvoudiging en verbetering
van beide verordeningen. De vereenvoudigingsvoorstellen vloeien voort uit de
discussie over de lijst van 39 vereenvoudigingsvoorstellen die in december 2009
in de Landbouw! en Visserijraad is besproken.
1 Verordening 73/2009.
2 Verordening 1698/2005.
Ik heb de Commissie bedankt voor haar inzet op het vlak van vereenvoudiging en
de wens uitgesproken dat zij op dezelfde voet zal doorgaan. Daarnaast heb ik de
Commissie om een toelichting gevraagd over de technische aanpassingen,
specifieker over de voorgestelde delegatie van bepaalde bevoegdheden van Raad
aan Commissie. Ik, en vele collega's in de Raad met mij, heb aangegeven het
wenselijk te vinden de discussie over deze 'comitologie'!aspecten op zichzelf
staand en diepgaand te voeren, alvorens de vertaalslag te maken naar
inhoudelijke dossiers. Het Voorzitterschap heeft zich bij deze stellingname
aangesloten en heeft de voorbereidende portalen van de Raad verzocht een
dergelijke diepgaande discussie verder te entameren.
Diversen
Northwest Atlantic Fisheries Organization (NAFO)
(Verzoek van de Estse en Letse delegaties)
Estland en Letland hebben het verloop van de onderhandelingen en de daarbij
gehanteerde EU!positie tijdens de jaarvergadering van de NAFO in september jl.
aan de orde gesteld. Zij verwijten de Commissie dat deze de aanwezige lidstaten
onvoldoende heeft geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen, dat
ze bij haar optreden geen rekening heeft gehouden met de mening van de
lidstaten en dat opmerkingen van de lidstaten daarover tijdens de EU!coördinatie!
vergaderingen ter plaatse geen effect sorteerden.
Verschillende lidstaten hebben de lezing van Estland en Letland onderschreven.
Commissaris Damanaki heeft aangegeven zeer tevreden te zijn met de resultaten
van de jaarvergadering. Volgens haar zijn die goed voor een duurzaam visserij!
beheer en voordelig voor de visserijsector. Ook over de dagelijkse coördinatie,
met de aanwezige lidstaten en met de sector, heeft de Commissaris positief
geoordeeld. Zij heeft de Raad uitgenodigd ideeën aan te leveren die de coördinatie
en samenwerking tussen EU!instellingen tijdens internationale vergaderingen
kunnen verbeteren.
Voorzitterschapsconclusies over de toekomst van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) naar aanleiding van de Informele Landbouwraad
van september 2010
(Presentatie door het Voorzitterschap)
Het Belgisch Voorzitterschap heeft zijn conclusies gepresenteerd over de discussie
over de toekomst van het GLB tijdens de voorbije informele Landbouwraad
(19!21 september jl.). Deze conclusies heb ik op verzoek van uw Kamer op
26 oktober jl. aan u gezonden. Ik heb kennisgenomen van de conclusies en in de
Raad aangegeven dat in het Nederlandse regeerakkoord staat geschreven dat het
GLB belangrijk is voor voedselzekerheid, voedselveiligheid, natuur, landschap en
economie, dat Nederland in het kader van de financiële perspectieven in de EU na
2013 uitgaat van een gelijk speelveld binnen het GLB en zich inzet voor de
belangen van de Nederlandse agrofoodsector.
Dreiging van Afrikaanse varkenspest voor de EU lidstaten
(Verzoek van de Litouwse delegatie)
Afrikaanse varkenspest is een virusziekte bij wilde en gedomesticeerde varkens,
die in de EU alleen nog op Sardinië voorkomt. Er bestaat echter een risico dat het
virus via transportmiddelen de EU binnenkomt vanuit de Russische Federatie,
omdat Litouwen veel varkens naar dat land exporteert. Litouwen heeft de
Commissie verzocht om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om verspreiding
van Afrikaanse varkenspest in de EU te voorkomen en om ondersteuning te geven
aan de Russische Federatie om te verzekeren dat de ziekte daar onder controle
wordt gehouden.
De Commissie heeft aangegeven de zorg van Litouwen te delen, maar is van
mening dat al veel hulp aan de Russische Federatie wordt geboden. Zo vindt
bijvoorbeeld kennisuitwisseling plaats tussen Russische laboratoria en het
Reference Lab van de EU. Commissaris Ciolos heeft benadrukt dat het nog lang
zal duren voordat een bruikbaar vaccin tegen de ziekte gereed is. Hij heeft
daarom alle lidstaten opgeroepen alert te zijn op verschijnselen van de ziekte en
in de handel met de Russische Federatie voorzichtigheid te betrachten.
Toekomst van de varkensvleessector (horizon: 2020)
(Verzoek van de Belgische delegatie)
België heeft de Raad voorgesteld om op 3 december 2010 een bijeenkomst te
organiseren van deskundigen uit alle lidstaten op het gebied van de varkensvlees!
markt, om mogelijkheden te onderzoeken voor het verbeteren van het perspectief
voor deze sector op de lange termijn. Het voorstel heeft steun gekregen van de
Raad en de Commissie en zal dan ook doorgang vinden; ook Nederland zal een
expert afvaardigen. De Commissie heeft de noodzaak van innovatieve en
duurzame verbeteringen onderstreept.
Aantasting van katoengewassen door de katoendaguil
(Verzoek van de Griekse delegatie)
Griekenland heeft aandacht gevraagd voor de schade die de katoendaguil
(helicoverpa armigera) berokkent aan de katoenproductie in dat land en heeft de
Commissie opgeroepen mee te werken aan de verlening van schadevergoedingen
aan de Griekse katoenboeren door de Griekse autoriteiten. Commissaris Ciolos
heeft begrip getoond voor de moeilijke situatie, maar heeft er op gewezen dat de
staatssteunregeling niet van toepassing is op katoen, dat volgens het EU!Verdrag
geen landbouwproduct is. De Commissie heeft aangekondigd de toepassings!
mogelijkheden te zullen onderzoeken van een Verdragsartikel inzake bestrijding
van ziekten in flora en fauna.
Situatie op de suikermarkt
(Verzoek van de Portugese delegatie)
In verband met de hoge wereldmarktprijzen voor ruwe suiker heeft Portugal de
Commissie verzocht voor het seizoen 2010/2011 een extra tariefcontingent
(nultarief) open te stellen voor de invoer van ruwe suiker en dat contingent de
eerste drie maanden na opening uitsluitend open te stellen voor de voltijd!
raffinadeurs in de EU (vooral Portugese en Engelse raffinadeurs).
Ook heeft Portugal verzocht, opnieuw voor de eerste drie maanden, om een
volledige vrijstelling van het invoerrecht op suiker (thans 98 euro per ton ruwe
suiker) die binnen het tariefcontingent uit Brazilië, Australië, Thailand, Cuba, India
en zogeheten derde landen mag worden ingevoerd, ingeval de wereldmarktprijzen
zo hoog blijven als ze nu zijn.
Sommige lidstaten hebben het Portugese verzoek gesteund, maar andere
lidstaten hebben het verzoek als voorbarig beoordeeld. Die laatste hebben erop
gewezen dat het seizoen pas kortgeleden gestart is en dat het te vroeg is om de
hervormingen in de suikersector te kunnen evalueren. Commissaris Ciolos heeft
geantwoord dat de relatief stabiele suikerprijs aantoont dat de EU!suikermarkt
niet onderbevoorraad is. Tegelijkertijd heeft hij de laatste weken een prijs!
verhoging waargenomen die mogelijk spanningen op de markt zal veroorzaken.
De Commissaris heeft daarom toegezegd de prijsontwikkeling en de
bevoorradingssituatie nauw te blijven volgen.
DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN,
LANDBOUW EN INNOVATIE,
dr. Henk Bleker
De volgende punten zijn zonder discussie aangenomen:
Benoeming van de heer Reinhard Nöbauer (Oostenrijk) als lid in de categorie
regeringsvertegenwoordigers in de Raad van bestuur van het Europees
Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop);
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende
de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing
aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de
Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer;
Voorstel voor kredietoverschrijving nr. DEC 28/2010 binnen afdeling III
! Commissie ! van de algemene begroting voor 2010;
Ontwerp!besluit van de Raad tot vaststelling van de financiële bijdragen van
de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (derde tranche van 2010).