Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Richtlijn moet schadelijke (smaak)toevoegingen aan tabak beperken Nieuwe internationale afspraken om wereldwijde tabaksepidemie tegen te gaan

Punta del Este/Den Haag 25 november 2010 - Zo'n 172 landen, waaronder Nederland, hebben afgelopen week consensus bereikt over de richtlijn rondom het beperken of verbieden van schadelijke toevoegingen aan tabak. De landen zijn dit overeengekomen tijdens onderhandelingen over het wereldwijde verdrag Framework Convention on Tobacco Control (FCTC) in Uruguay. Dit alles ondanks pogingen van de tabaksindustrie om de onderhandelingen te frustreren. Landen die het verdrag hebben geratificeerd hebben zich gecommitteerd aan de implementatie van de richtlijnen. Deze hebben niet alleen betrekking op beperking van schadelijke additieven, maar ook op voorlichting over de schadelijkheid van roken en op beschikbaarheid van ondersteuning bij stoppen.

Er werd langdurig onderhandeld over de richtlijn voor het reguleren van smaakstoffen en additieven aan tabaksproducten (artikelen 9 en 10 van het FCTC). Aan tabak worden stoffen toegevoegd om de scherpe smaak te maskeren. Overal ter wereld worden ook vruchtensmaakjes toegevoegd en soms zelfs vitamines. Duidelijk is dat dergelijke toevoegingen tabak aantrekkelijker maakt voor jongeren. Daarom hebben bijvoorbeeld Frankrijk, Canada, Verenigde Staten, Australië en Thailand sommige toevoegingen al verboden. Nederland kent nog geen regelgeving op dit gebied.

Vertragingstactieken tabaksindustrie
De tabaksindustrie probeerde de richtlijn rond additieven tegen te houden, door te suggereren dat de richtlijn tabaksboeren in ontwikkelingslanden zou schaden. De delegaties werden echter niet overtuigd door deze argumenten en ook niet door de aanwezige protesterende "tabaksboeren" die waren gefinancierd door de tabaksindustrie. Philip Morris voerde een internationale rechtszaak tegen gastland Uruguay vanwege het invoeren van waarschuwingsplaatjes op pakjes, reclamebeperkingen en rookverboden conform FCTC. De kosten van deze rechtszaak leidden bijna tot een faillissement van dit kleine land. Slechts met internationale financiële steun van de Bloomberg foundation, kon Uruguay deze aanval weerstaan. Op de laatste dag van de onderhandelingen werd bekend dat Philip Morris de rechtszaak had verloren.

Wat betekent het voor het Nederlandse beleid?
Artikel 9 beschrijft het reguleren van additieven en smaakstoffen aan tabaksproducten om ze, onder andere voor jongeren, aantrekkelijker te maken. Het artikel beschrijft ook dat tabaksproducten nauwkeurig getest moeten worden op wat de werking van stoffen is. Landen kunnen additieven beperken of verbieden. In Nederland, en andere Europese landen, zijn industrieën verplicht bij de overheid een lijst van ingrediënten aan te leveren. Nadat industrieën aanvankelijk weinig meewerking verleenden, hebben Europese overheden inmiddels redelijk goed inzicht in de samenstelling van de vele tabaksproducten. Op basis van het genomen besluit in Uruguay wordt het voor overheden een stuk eenvoudiger om nationaal en internationaal bepaalde ingrediënten geheel of gedeeltelijk te verbieden. Artikel 10 beschrijft dat tabaksindustrieën openbaarheid moeten geven over de inhoud van toevoegingen aan tabaksproducten. In Europees verband zijn hierover afspraken gemaakt. Maar voor de consument is informatie over additieven in Nederlandse tabak nog niet beschikbaar. In de nabije toekomst zullen hierover ook internationaal afspraken gemaakt worden. Hierbij zal voorkomen worden dat industrieën zelf 'informatie' aan het publiek gaan geven omdat zij dat zullen gaan gebruiken voor reclamedoeleinden. Artikel 12 beschrijft de inspanning van landen om elk beschikbaar communicatiekanaal, inclusief massamedia, te gebruiken om de bevolking te informeren over de schadelijkheid en verslavende werking van tabak en de schade door blootstelling aan tabaksrook. Ook dient informatie te worden verschaft over de voordelen van stoppen met roken en dient relevante informatie te worden gegeven over de rol van de tabaksindustrie. De voorlichting in Nederland over deze onderwerpen loopt flink achter in vergelijking met het buitenland. Artikel 14 beschrijft het ontwikkelen van wetenschappelijke behandelrichtlijnen, zodat de behandeling van tabaksverslaving zo effectief mogelijk vorm gegeven kan worden. Bovendien moeten landen zorgdragen voor laagdrempelige effectief bewezen behandeling. In Nederland bestaat zo'n richtlijn en worden effectieve stoppen-met-rokenprogramma's vanaf 2011 vergoed in de basisverzekering.

Over FCTC
Het Framework Convention Tobacco Control (FCTC) is het internationale verdrag onder de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO), om de internationale tabaksepidemie te bestrijden. Tabak leidt wereldwijd tot één dode iedere 4 seconden oftewel 5 miljoen doden per jaar, en dat aantal stijgt nog steeds. In het FCTC wordt een groot aantal bewezen effectieve maatregelen genoemd die het tabaksgebruik terugdringen. Nederland heeft het FCTC-verdrag in 2005 getekend omdat ook in Nederland tabaksgebruik resulteert in gemiddeld bijna twee doden per uur; ieder uur weer. Een aantal maatregelen, zoals beperking van tabaksreclame en bescherming tegen tabaksrook, is in Nederland ingevoerd. Desondanks is in Nederland tabak nog de belangrijkste vermijdbare oorzaak van sterfte en overlijden jaarlijks 19.000 mensen als gevolg van tabaksgebruik en leven rokers gemiddeld bijna 10 jaar korter. Helaas loopt Nederland steeds meer uit de pas met het buitenland als het gaat om invoering van effectieve maatregelen tegen de schade door roken, en is bewezen effectieve maatregel zoals een rookverbod in de horeca gedeeltelijk terug gedraaid.

FCTC: http://www.who.int/fctc/text_download/en/index.html Resultaten vierde Conference of the Parties: http://www.fctc.org/ Rechtszaak Uruguay: http://www.google.com/hostednews/afp/article/ALeqM5ihu13U5IyofET6_wfjLDxklp88Rg?docId=CNG.f193bfe068a4a5724570104b03f20f98.e01


Noot voor de redactie,