Rijksoverheid


30 november 2010

Vragen van de leden Klijnsma en Jadnanansing over de weigering om een bul aan te passen na geslachtsverandering (kenmerk 2010Z14479)

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de Kamerleden Klijnsma en Jadnanansing (beiden PvdA) van uw Kamer inzake de weigering een bul aan te passen na geslachtsverandering van een transgender. De vragen werden mij toegezonden bij uw hierboven aangehaalde brief met kenmerk 2010Z14479.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van BijsterveldtVliegenthart
2010Z14479
Antwoorden op de schriftelijke vragen van de Kamerleden Klijnsma en Jadnanansing (beiden PvdA) van de Kamer der StatenGeneraal aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de weigering om een bul aan te passen na geslachtsverandering. (ingezonden d.d. 8 oktober 2010, kenmerk 2010Z14479)

1. Vraag:
Hebt u kennisgenomen van het artikel "Als academicus blijft Justus Eisfeld een vrouw" over het weigeren van een nieuw diploma aan de heer Eisfeld? Antwoord:
Ja.

2. Vraag:
Hoe beoordeelt u de wens van de heer Eisfeld? Deelt u de mening dat het wenselijk is dat de bul van de heer Eisfeld aangepast wordt aan de nieuwe situatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:

* Dit kabinet stelt zich borg voor de emancipatie van transgenders (zie het regeerakkoord). Ook de situatie van de heer Eisfeld is voor mij daarom relevant en belangrijk. Enerzijds wijst hij op mogelijke discriminatie van transgenders door potentiële werkgevers bij sollicitatieprocedures. Anderzijds is hij principieel van mening dat de Universiteit van Amsterdam zijn bul en bewijs van afstuderen moet aanpassen na geslachtsverandering, ook vanuit het oogpunt van privacy. Overigens ligt de zaak tussen de heer Eisfeld en de Universiteit van Amsterdam op dit moment ook voor bij de Commissie gelijke behandeling.
* Als het gaat om de aanpassing van de bul heeft Nederland de aanbeveling van het Comité van Europese ministers d.d. 31 maart 2010 aangenomen, die stelt dat het voor een volledige juridische erkenning van een geslachtsverandering nodig is dat officiële sleuteldocumenten, zoals school en werkdiploma's, op snelle, transparante en toegankelijke manier kunnen worden bijgesteld.
* Naar aanleiding van de situatie van de heer Eisfeld heb ik contact opgenomen met Transgender Netwerk Nederland en gevraagd in hoeverre deze organisatie deze klacht herkent. Volgens TNN is de grootste zorg van transgenders op dit moment, dat zij jarenlang met verkeerde identiteitspapieren rondlopen. Over nietaangepaste diploma's komen nu relatief weinig klachten bij TNN terecht. In algemene zin merkt TNN wel dat de maatschappij in toenemende mate belang hecht aan het kunnen overleggen van formele documenten.
* Ik ben van mening dat indien daarom wordt verzocht, het wenselijk is dat officiële sleuteldocumenten, waaronder het getuigschrift, na geslachtsverandering kunnen worden bijgesteld.

3. Vraag:
Is het waar dat het de Universiteit van Amsterdam door de wet niet wordt toegestaan een nieuw diploma te verstrekken na geslachtsverandering? Zo ja, deelt u onze mening dat de wet op dit punt veranderd moet worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:

* Door mijn ministerie is in eerste instantie deze interpretatie doorgegeven aan de UvA. Bij nader inzien blijkt dat deze interpretatie van de wet te strikt is geweest. De WHW staat niet in de weg dat een aangepast getuigschrift kan worden verstrekt in het geval van geslachtsverandering. Een aanpassing van de WHW is dus niet noodzakelijk. Wij zullen de relevante onderwijsinstellingen hiervan op de hoogte stellen.