Gemeente Best

Leren luchten!

30-11-2010

Nog niet iedereen gebruikt de ramen en andere ventilatiekanalen optimaal. Veel mensen moeten nog leren luchten! De kwaliteit van het binnenmilieu is dan ook niet altijd even goed. Om deze kwaliteit te kunnen meten wordt CO2 gebruikt als indicator.

Kooldioxide (CO2) is een stof die in het lichaam wordt gevormd bij de verbranding van voedingsstoffen. Door middel van uitademen wordt de geproduceerde CO2 uit het lichaam verwijderd. Wanneer een ruimte niet of nauwelijks geventileerd wordt, is de concentratie CO2 in deze ruimte te hoog. Naast het uitademen van CO2 geeft ieder mens allerlei geurstoffen af. Een mens produceert ongeveer evenveel geurstoffen als CO2.

Met behulp van CO2-metingen kunnen we bekijken hoe het binnenmilieu is in ruimten waar vooral mensen voor `verontreiniging' zorgen. De CO2-concentratie wordt weergegeven in parts per million (ppm) en geeft het aantal CO2-deeltjes per miljoen luchtdeeltjes aan.

Toetswaarden
In de buitenlucht is het CO2-gehalte op de meeste plaatsen in Nederland ongeveer 400 ppm. Zodra een groep mensen een ruimte binnenkomt begint de hoeveelheid CO2 flink te stijgen, waarbij een verdubbeling als normaal beschouwd mag worden.

In 2006 heeft het Landelijk Centrum Medische Milieukunde toetswaarden opgesteld voor de ventilatie van scholen en kinderdagverblijven. GGD's gebruiken deze toetswaarden om de kwaliteit van het binnenmilieu te beoordelen. Het CO2-gehalte mag tijdens de meting niet meer dan 2% hoger zijn dan de gewenste waarde voor die ruimte.

Ventilatie CO2-gehalte
onvoldoende ventilatie > 1400 ppm
matige ventilatie 1000-1400 ppm
voldoende ventilatie
Wat kunt u zelf doen?
In bestaande gebouwen wordt veelal gebruik gemaakt van natuurlijke ventilatie: het luchten, roosters, ramen of deuren openzetten. Goede ventilatie is dan vaak alleen haalbaar door een combinatie van bouwkundige aanpassingen en het aanpassen van uw ventilatiegedrag. Bouwkundige aanpassingen zijn bijvoorbeeld het aanbrengen van ventilatieroosters boven ramen of deuren.

Een aangepast ventilatiegedrag betekent dat u dagelijks in elke ruimte in huis minimaal een half uur een raam open zet of dat u de aangebrachte ventilatieroosters boven ramen of deuren regelmatig open zet.

Een andere optie is het aanbrengen van mechanische ventilatie. U ventileert dan met luchtbehandeling-
systemen. Deze systemen regelen de aanvoer en afvoer van de lucht in en uit uw huis. Zo kunt u frisse lucht in huis brengen en vervuilde lucht af voeren, zonder dat u ramen, roosters of deuren open hoeft te zetten. Belangrijk hierbij is wel dat u deze systemen laten onderhouden. Zo moeten filters en roosters regelmatig schoon worden gemaakt en moet u de juiste afstelling (laten) controleren van de aan- en afvoer van lucht.

---