Rijksoverheid


17 december 2010

Brief van Het Gezelschap "Practische Studie" m.b.t. de toekomst van Civiele Techniek

In uw brief van 15 oktober 2010 met kenmerk 2010D39468 vraagt u om een reactie op de brief van Het Gezelschap "Practische Studie" m.b.t. de toekomst van Civiele Techniek (27 september 2010).
Het Gezelschap "Practische Studie" is een studievereniging van studenten Civiele Techniek van de Technische Universiteit Delft (TUD). Zij spreekt in haar brief haar bezorgdheid uit over de situatie bij Civiele Techniek: de laatste jaren zijn de inkomsten uit de eerste geldstroom afgenomen en hierdoor zou de kwaliteit van het onderwijs onder druk zijn komen te staan.
Ik onderschrijf terdege het belang van Civiele Techniek en andere bèta& en technische studies voor onze samenleving. De thema's die daar bestudeerd worden maken deel uit van de belangrijke zwaartepunten voor Nederland voor de komende jaren.
De afgelopen jaren is dan ook geïnvesteerd in meer focus en massa in het technisch&wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. In 2007 is met middelen van OCW de 3TU.Federatie gestart. Binnen deze federatie zijn vijf onderzoekscentra van hoogwaardige kwaliteit gecreëerd, "Centres of Excellence", deels met FES& middelen (¤ 50 mln voor de periode 2007&2014) en deels bekostigd door de TUD en de andere technische universiteiten zelf.
Bij de opmerkingen van Het Gezelschap "Practische Studie" wil ik graag enige kanttekeningen plaatsen.
De bekostiging van de universiteiten is een lumpsumbedrag. De verdeling over de faculteiten is daarmee een beslissing van het college van bestuur van de instelling zelf. Ik heb van de TUD begrepen dat er een herijkingsoperatie gaande is waarbij de middelen niet alleen naar de faculteiten gaan, maar er ook middelen vrijgespeeld worden voor vernieuwingen. Deze herijkingsoperatie is met de faculteiten binnen de TUD afgestemd. De kwaliteit van het onderwijs is niet in het geding bij deze maatregelen.
De onderwijskwaliteit van de opleidingen aan de TUD is goed; dat is uit de accreditaties gebleken. Indien de studenten Civiele Techniek vrezen dat de onderwijskwaliteit in de toekomst teveel onder druk komt te staan zullen zij dit binnen de TUD aan de orde moeten stellen, bijvoorbeeld via de medezeggenschap.
De middelen die uit tweede en derde geldstroom worden verworven nemen bij de TUD fors toe: zij zijn sinds 2005 meer dan verdubbeld. Het feit dat middelen in het bedrijfsleven worden geworven vind ik beslist geen slechte ontwikkeling. De TUD besteedt veel aandacht aan toegepast onderzoek en valorisatie en heeft goede banden met het bedrijfsleven. Dit versterkt de relatie tussen onderzoek en samenleving. Eén van de doelstellingen uit het Regeerakkoord is dan ook om het onderzoek dat plaatsvindt in samenwerking met bedrijfsleven, overheid en universiteiten te bevorderen.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Halbe Zijlstra