Raad van State


dinsdag 11 januari 2011
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Strijen van het bestemmingsplan 'Randweg'. De gemeente Strijen wil om het dorp Strijen een nieuwe randweg aanleggen om zo een oplossing te bieden voor de verkeersproblemen. In het plan is het tracé van de nieuwe randweg opgenomen, inclusief de aansluitingen op de bestaande wegen en de bijbehorende groenstroken en waterpartijen. Het tracé loopt van de Weelsedijk naar de Edisonweg ten zuiden van het Land van Essche. De zitting gaat ook over de vaststelling van de hogere geluidswaarden voor enkele woningen langs het tracé. Als gevolg van dat besluit mag er bij deze woningen meer geluid worden geproduceerd. Een aantal inwoners uit Strijen verzet zich tegen zowel het bestemmingsplan als de hogere geluidswaarden en komt tegen beide besluiten in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een echtpaar vreest dat de bereikbaarheid van hun loods aan de Broekseweg verslechtert als gevolg van de aanleg van de randweg. De loods behoort bij hun agrarisch bedrijf dat is gevestigd aan de Industriestraat. Verder willen zij dat er aanvullend onderzoek wordt gedaan naar de geluidsbelasting in hun woning. Twee broers vinden dat de weg op te korte afstand van hun woning aan de Broekseweg wordt gebouwd. Dit bezwaar hebben ook twee andere bewoners van een woning aan de Schenkeldijk. Zij vrezen een verslechtering van hun woon- en leefklimaat. (zaaknummers 201004200/1 en 201004875/1)
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Haarlem van het bestemmingsplan 'Haarlem-Zuid'. Het plan heeft betrekking op een tien hectare groot gebied ten zuiden van het centrum van Haarlem. Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door het Frederikspark, de Dreef, de Fonteinlaan en door de Koningin Wilhelminalaan. Aan de westzijde ligt de Wagenweg en ten zuiden ligt de gemeente Heemstede. Het Spaarne en de Oosterparklaan vormen de oostelijke grens van het gebied. Met het plan wil de gemeente vooral een aantal oudere bestemmingsplannen actualiseren. Verder is een deel van het gebied, de Haarlemmerhout, sinds 1990 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Ter bescherming van het stadsgezicht zijn in het plan specifieke regels opgenomen. Een aantal inwoners uit Haarlem komt tegen het plan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij hebben vooral bezwaar tegen de bebouwingsvoorschriften van het plan. Sommigen vinden de voorschriften te beperkend, terwijl anderen aanvoeren dat de bestemming niet in overeenstemming is met de bestaande situatie. Ook de Protestantse Gemeente van Heemstede is het niet eens met het plan. De Gemeente is eigenaar van Kapel Nieuw Vredenhof aan de Johan van Oldebarneveldtlaan. De Gemeente wil de kapel verkopen om met de opbrengsten de twee rijksmonumentale kerken van de Gemeente in stand te houden en te restaureren. Volgens de Gemeente bemoeilijkt de nieuwe bestemming van de kapel een snelle verkoop. Zo mag er niets aan de bouwhoogte en hoeveelheid bebouwing gewijzigd worden. De Gemeente vindt die voorschriften te beperkend. (zaaknummer 200904585/1) Zitting over de schadevergoeding die het algemeen bestuur van het Schadevergoedingsschap HSL-Zuid heeft toegekend aan de exploitant van een garagebedrijf aan de Zuidweg in Rijpwetering. De exploitant is eigenaar van twee woningen aan de Zuidweg. Volgens hem zijn de woningen in waarde verminderd als gevolg van de aanleg van de HSL. Het Schadevergoedingsschap heeft de man een vergoeding van in totaal EUR 15.000 toegekend, maar de man vindt deze te laag. Hij vindt dat hij recht heeft op een vergoeding van EUR 330.000. Volgens hem is de schadevergoeding te laag vastgesteld, omdat het Schadevergoedingsschap is uitgegaan van te lage waarden van de woningen. Het Schadevergoedingsschap zou onterecht voorbij zijn gegaan aan de taxatieverslagen die de makelaar van de man heeft opgesteld. De rechtbank in Rotterdam verklaarde in mei 2010 een eerder beroep van de man ongegrond. Tegen die uitspraak komt hij in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 201005553/1)