Charlois registreert etniciteit in strijd met de wet

04/02/2011 09:16

College bescherming persoonsgegevens (CBP)

CBP legt deelgemeente Charlois last onder dwangsom op

De deelgemeente Charlois in Rotterdam verwerkt structureel gegevens betreffende ras/etniciteit ten behoeve van een specifieke aanpak van risicojongeren uit minderheidsgroepen terwijl de deelgemeente niet kan aantonen dat deze aanpak geschikt is om de achterstand van de jongeren te verminderen of op te heffen. Charlois kan daardoor geen beroep doen op de uitzonderingen die de wetgever maakt op het verbod van registratie van etniciteit. Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft dan ook geconcludeerd dat Charlois in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) handelt en de deelgemeente een last onder dwangsom opgelegd. De toezichthouder heeft Charlois gesommeerd binnen drie dagen te stoppen met het verwerken van gegevens betreffende ras/etniciteit en de al geregistreerde gegevens binnen drie maanden uit het systeem DOSA te verwijderen. Als Charlois deze maatregelen niet binnen de genoemde termijnen uitvoert, is de deelgemeente een dwangsom verschuldigd van 2000 euro per dag dat de maatregelen (nog) niet zijn getroffen met een maximum van 250.000 euro per maatregel.

Het CBP concludeerde eerder na onderzoek dat de wijze waarop Charlois etniciteit registreert in het kader van DOSA (Deelgemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak) strijdig is met de wet. Naar aanleiding van het onderzoek heeft de deelgemeente een aantal maatregelen in haar werkwijze doorgevoerd - zoals de mogelijkheid voor de betrokkene om bezwaar te maken tegen registratie van het geboorteland - en deze in een hoorzitting mondeling toegelicht. De getroffen maatregelen zijn echter onvoldoende om de geconstateerde onrechtmatigheden op te heffen, aldus het CBP in zijn besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom.

Het registreren van etniciteit is in de Wbp verboden. Op dit verbod is in een beperkt aantal gevallen een uitzondering mogelijk. Voor een beroep op de uitzonderingsgrond 'verwezenlijking van voorkeursbeleid' moet aan een aantal randvoorwaarden zijn voldaan. Zo moet onder meer de achterstand duidelijk aantoonbaar zijn aan de hand van bijvoorbeeld statistische gegevens en moet de voorkeursbehandeling geschikt zijn om het beoogde doel te verwezenlijken. Charlois heeft weliswaar aangetoond dat er sprake is van een achterstand bij Antilliaanse en Marokkaanse risicojongeren, maar beschikt niet over gegevens waaruit blijkt dat de in het kader van DOSA ontwikkelde specifieke behandelprogramma's geschikt zijn om de achterstand ongedaan te maken. Het CBP concludeert dan ook dat er geen sprake kan zijn van een voorkeursbeleid. Ook op de andere wettelijke uitzonderingen op het verbod van registratie van etniciteit kan Charlois geen beroep doen.





http://www.cbpweb.nl

http://www.cbpweb.nl