Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid

Den Haag, 4 februari 2011

Vragen van de leden Recourt en Marcouch (beiden PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie

over het gebruik van onzichtbare sms-jes bij de opsporing


1. Kent u het bericht uit de Telegraaf van vrijdag 4 februari 2011 met de titel "recherche spioneert via mobieltje"?


2. Is het waar dat de recherche en/of de AIVD gebruik maakt van onzichtbare sms- berichten om zo de mobiele telefoon van de ontvanger als pijlbaken te kunnen gebruiken? Zo ja, op basis van welke wettelijke bevoegdheid wordt dit middel ingezet? Zo nee, wat klopt dan niet aan dat bericht?


3. Is de wettelijke bescherming voor het gebruiken van onzichtbare sms-jes op gelijk niveau aan de reeds bestaande mogelijkheid om met toestemming van de rechter- commissaris de pijl-gegevens bij de provider op te vragen? Zo nee, waarin verschilt dit dan?


4. Hoe vaak wordt het middel van onzichtbare sms-jes per jaar ingezet? In hoeverre is het een effectiever middel dan al bekende middelen? Bent u voornemens dit middel vaker te laten inzetten?


5. Welke waarborgen zijn er om te voorkomen dat het middel van onzichtbare sms-jes lichtzinnig wordt ingezet?


6. Is het opsporingsmiddel al aan een rechterlijk oordeel onderworpen? Zo ja, wat was de uitkomst van dat oordeel?


7. Is dit middel ook te verkrijgen voor burgers, en zo ja, hoe voorkom je de privacyschendingen die hiervan het gevolg zijn?

PvdA-Voorlichting
Plein 2
Postbus 20018, 2500 EA Den Haag