Ingezonden persbericht


Persbericht

Pablo Picasso - Ik zoek niet, ik vind

5 februari t/m 11 september 2011

Gemeentemuseum Den Haag

Pablo Picasso is misschien wel dé belangrijkste kunstenaar van de twintigste eeuw. Telkens weer wist hij zich op cruciale momenten te vernieuwen. Of het nu gaat om zijn expressieve schilderijen uit de blauwe- en roze periode, de gefragmenteerde wereld van het kubisme of het vervreemdende realisme van zijn classicistische schilderijen, keer op keer bewees hij zich als avant-garde kunstenaar pur sang. In het Tritonkabinet toont het Gemeentemuseum een kleine selectie uit zijn uitgebreide oeuvre. Aanleiding van de tentoonstelling is de spectaculaire aankoop van het kubistische schilderij Lezende vrouw in korset door de Triton Foundation dat nu voor het eerst in Nederland aan het publiek wordt getoond. Samen met de drie sleutelwerken uit de collectie van het Gemeentemuseum Den Haag vormt het de kern van de tentoonstelling. De presentatie wordt aangevuld met diverse tekeningen en prenten en de bijzondere Grand vase aux femmes nues uit 1950, eveneens uit een privé verzameling.

In 2010 verwierf de Triton Foundation het fraaie schilderij Lezende vrouw in korset waar Picasso aan begon in 1914 en uiteindelijk voltooide in 1917. Het is een ode aan Picasso's grote liefde Eva Gouel, ook wel Marcelle Humbert genoemd die hij in 1910 ontmoette. In 1913 werd Eva echter ziek en na een lang ziekbed stierf ze in 1915. Twee jaar later werd Picasso verliefd op Olga Khokhlova, met wie hij later zou trouwen. Vlak voor zijn huwelijk met Olga maakte hij het onvoltooide portret van Eva af. Het resultaat is een intiem portret van zijn overleden geliefde, het hoofd voorovergebogen, lezend in een boek. De Franse kunsthistoricus en Picasso-specialist Pierre Daix beschrijft het schilderij als 'het definitieve afscheid van Eva en een laatste schreeuw van verdriet'. Picasso verkocht het werk dan ook niet en bewaarde het als een dierbaar bezit tot het einde van zijn leven.

Het doek Vrouw met mosterdpot dat Pablo Picasso in 1910 schilderde, was een van de hoogtepunten van de legendarische tentoonstelling The Armory Show in 1913. Amerika maakte door deze presentatie voor het eerst kennis met de ontwikkelingen in de Europese moderne kunst. Avant-garde stromingen als het fauvisme, Die Brücke, Der Blaue Reiter en het kubisme waren er vertegenwoordigd. Vrouw met mosterdpot gold in deze tentoonstelling als het meest illustratieve voorbeeld van het kubisme en werd daarom in verschillende Amerikaanse dagbladen uitvoerig besproken, waarbij de reacties overwegend negatief waren. De mensen konden het kubisme maar moeilijk begrijpen. Het Gemeentemuseum kocht het schilderij in 1956 aan, samen met Harlekijn (1913) en Sybille (1921).

Rond 1950 stortte Picasso zich op het medium klei. Ook hierin gaat hij zijn geheel eigen, vernieuwende weg. Zijn keramische objecten zijn de ene keer een drager van een geschilderde voorstelling, de andere keer zijn ze vervormd tot een menselijke of dierlijke figuur. Een absoluut hoogtepunt in het keramische oeuvre van Picasso zijn de trompetvormige vazen die hij in 1950 maakte. De Grand vase aux femmes nues die in deze tentoonstelling te zien is, is daar een mooi voorbeeld van. In een paar royale lijnbewegingen is de vaas gegraveerd en beschilderd met een drietal naakte vrouwenfiguren die zich als vanzelfsprekend voegen naar de contouren van het object.

Het Gemeentemuseum Den Haag is daarom ook zeer verheugd dat de particuliere bruikleengever voornemens is deze bijzondere vaas te schenken aan het museum.

Bij de tentoonstelling verschijnt de gelijknamige publicatie geschreven door Caroline Roodenburg-Schadd en met bijdragen van Peter van Beveren, Titus M. Eliëns en Doede Hardeman

(¤ 14,95 Uitgeverij d'Jonge Hond, Nederlands-Engels)



Ingezonden persbericht