Nederlandse belangen meest gediend met sterke rol Europese Unie
4 februari 2011
De internationale positie van Nederland is het meest gediend met een
sterke Europese Unie die de economische en politieke belangen van haar
lidstaten bundelt en krachtig verdedigt in fora, zoals de G-20, het IMF
en de VN. Dit kan betekenen dat Nederland formele posities in
internationale organisaties opgeeft ten gunste van een eendrachtig
optreden van de Europese Unie op het wereldtoneel. Ons land is ook
gebaat bij nauwere relaties tussen Europa en China, zonder daarbij de
trans-Atlantische samenwerking op het spel te zetten.
Deze opvattingen werden vrijdag 4 februari door diverse sprekers
gedeeld tijdens een internationale conferentie over de politieke en
economische machtsverschuivingen in de wereld. De conferentie, met als
thema 'Power shifts in a changing world order', vond plaats in de
plenaire Zaal van de Eerste Kamer. Gezaghebbende inleiders uit binnen-
en buitenland gaven hun visie op de fundamentele veranderingen die zich
in de wereld voltrekken op verschillende vlakken, en de gevolgen
daarvan voor Europa en Nederland. Doel van de conferentie was de rol
van de Europese Unie en de positie van Nederland in het mondiale
krachtenveld te herijken in het licht van de nieuwe machtsverhoudingen
zoals die zich in de wereld aftekenen.
In zijn openingsrede stelde Eerste Kamervoorzitter René van der
Linden dat de financiële crisis en de recente spanningen in de eurozone
aantonen dat een krachtige Europese coördinatie gewenst is. "Nederland
heeft als een van de grondleggers van de Europese integratie altijd
voordeel gehad van de interne markt en een gezamenlijk Europees beleid
in de internationale arena. De snelle opkomst van de Aziatische landen
plaatst ons voor grote uitdagingen, die vragen om zowel een nationaal
als een Europees antwoord."
Informeel meer gewicht
Voormalig minister-president Jan Peter Balkenende was een van de
keynote speakers. Hij signaleert dat de feitelijke invloed van
Nederland op financieel, economisch en technologisch gebied beduidend
groter is dan de formele positie in internationale organen. "Daarom is
het zaak om via informele kanalen onze belangen naar voren te brengen
en in coalities met Europese partners te werken aan gemeenschappelijke
standpunten. Daardoor hebben wij als kleinere lidstaat een relatief
grote invloed op Europese standpunten."
Minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken, die sprak tijdens de
slotsessie van de conferentie, betoonde zich eveneens voorstander van
een versterkt Europees optreden op het wereldtoneel. "Wat op Europees
niveau kan worden gedaan, moet Nederland niet op eigen gelegenheid
willen doen. Een versterkte coördinatie en integratie van zowel
buitenlands als economisch beleid in de EU zie ik als de beste garantie
voor stabiliteit en welvaart. Tegelijk moeten wij als land nauwe
betrekkingen onderhouden met opkomende economieën in Azië en
Zuid-Amerika. Dit vraagt ook een andere inzet van onze bestaand
diplomatieke diensten en kanalen."
China verlangt erkenning
Een prominent spreker op de conferentie in de Eerste Kamer was prof.
dr. Wei-Wei Zhang van de Geneva School of Diplomacy and International
Relations. In een gloedvol betoog prees hij de effectiviteit van het
Chinese model, dat wordt gekenmerkt door een vrije markt en
particuliere investeringen zonder dat de liberale vrijheden van de
Westerse democratieën worden overgenomen. Volgens Wei-Wei Zhang wordt
de Chinese staat door het Westen zeer ten onrechte afgeschilderd als
een autoritair regime, vergelijkbaar met de voormalige Oost-Duitse
republiek (DDR). Zhang stelt dat China politieke erkenning verdient
voor de rol die dit land speelt als motor van de mondiale economie en
financier van westerse economieën. Dit rechtvaardigt volgens hem ook
een sterkere representatie van China in de internationale fora.
Nederlandse handelspositie kwetsbaar
Zijn pleidooi voor dit laatste werd onderschreven door Age Bakker,
namens Nederland lid van het uitvoerend comité van het IMF. Ook hij
voorziet een andere verdeling van de bestuurlijke en politieke invloed
op organisaties als het IMF en de G-20, die recht doen aan de
gewijzigde krachtsverhoudingen in de wereldeconomie. Volgens Bakker is
het Nederlandse belang in de internationale politiek het best gediend
met een gecoördineerd Europees optreden. Dit beleid kan worden
geflankeerd door nauwe bilaterale contacten met Nederlandse
handelspartners.
Volgens Bakker zal de snelle economische groei van de Aziatische
landen, de oplopende schulden van de Amerikaanse overheid en de
onevenwichtigheden binnen het blok van de euro-landen ook in de komende
jaren tot aanzienlijke spanningen leiden tussen deze machtsblokken.
"Nederland, met zijn open economie en omvangrijke investeringen in het
buitenland, is kwetsbaar voor deze spanningen en de verstoring van
handelsrelaties die daar het gevolg van kan zijn", aldus Age Bakker.
De conferentie 'Power shifts in a changing world order' werd belegd op
gezamenlijk initiatief van de Eerste Kamer, de Adviesraad
Internationale Vraagstukken (AIV), het Nederlands Instituut voor
Internationale Betrekkingen Clingendael en de Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid (WRR).
Conferentie 4 februari 2011 4
Klik op de afbeelding om deze en drie andere afbeeldingen in groter
formaat te bekijken.
Eerste Kamer der Staten Generaal