Unicef


Meisjesbesnijdenis neemt in Afrika langzaam af

Meer dan 6.000 gemeenschappen in Ethiopië, Egypte, Kenia, Senegal, Burkina Faso, Gambia, Guinea en Somalië zijn gestopt met het besnijden van meisjes, melden UNICEF en UNFPA, het bevolkingsfonds van de Verenigde Naties.

09 februari 2011, Londen/Genève
Meisjesbesnijdenis neemt in Afrika langzaam af

Volgens beide organisaties neemt hun aantal alleen maar toe. Zij denken dat meisjesbesnijdenissen binnen één generatie tot het verleden kunnen behoren.

Elk jaar worden in Afrika drie miljoen meisjes besneden, wereldwijd bedraagt hun aantal naar schatting 140 miljoen. UNICEF en UNFPA werken samen om deze zeer schadelijke traditie uit te bannen, die meisjes opzadelt met grote geestelijke en lichamelijke problemen.

Reden tot hoop

In Ethiopië is het aantal besnijdenissen afgenomen van 80 naar 74 procent, in Kenia van 32 naar 27 procent en in Egypte van 97 naar 91 procent. De afname is niet spectaculair, maar biedt wel reden tot hoop.

UNICEF en UNFPA moedigen gemeenschappen aan om collectief het besnijden van meisjes af te zweren. Bij dit proces worden religieuze leiders en meisjes zelf betrokken. Degenen die meisjesbesnijdenissen uitvoeren worden niet veroordeeld, om te voorkomen dat zij door hun gemeenschap worden uitgesloten.

De VN-organisaties beseffen dat verandering niet van buitenaf kan worden opgelegd, maar dat gemeenschappen zelf tot de conclusie moeten komen dat het besnijden van meisjes niet meer in hun traditie past.