Provincie Overijssel


Zwolle, 9 februari 2011

Regeerakkoord dwingt provincie tot pas op de plaats in landelijk gebied Bezuinigingen landelijk gebied frustreren gebiedsprocessen

Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben een principe-besluit genomen om de uitvoering van de landinrichtingsprojecten en gebiedsprocessen op te schorten voor zover er voor de uitvoering nog geen geld beschikbaar was gesteld. Dit is volgens gedeputeerde Piet Jansen een direct gevolg van de bezuinigingen die het kabinet heeft aangekondigd voor investeringen in het landelijk gebied en van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

Sinds 2007 wordt het rijksbeleid voor het landelijk gebied onder regie van de provincies uitgevoerd. Ze verbinden dat beleid met hun eigen doelen en het beleid van gemeenten en waterschappen op het gebied van landbouw, natuur, recreatie en economische en sociale vitaliteit in het landelijk gebied. Hierdoor kunnen doelen en ambities worden gecombineerd en sneller gerealiseerd en wordt het beschikbare geld efficiënter besteed. Het kabinet wil tot 2013 zo'n 600 miljoen euro bezuinigen, voor Overijssel gaat het om ongeveer 60 miljoen euro. Het rijk breekt daarmee in de bestuursovereenkomst die het met de provincies heeft gesloten.

Abrupte stilstand in gebiedsprocessen

Naar aanleiding van het regeerakkoord hebben GS op 5 oktober al besloten om de aankoop van nieuwe natuur op te schorten en voorlopig geen nieuwe verplichtingen aan te gaan. Ze willen eerst meer duidelijkheid over de toekomstige financiële kaders vanuit het rijk.

Maar de effecten van het regeerakkoord zijn nog veel groter. De aangekondigde bezuiniging treft niet alleen het natuurbeleid, maar ook de structuurversterking van de landbouw (via kavelruil), nationale parken en nationale landschappen en wandel- en fietsnetwerken.

Volgens gedeputeerde Piet Jansen is het daarom nodig om alle integrale projecten in het landelijk gebied tegen het licht te houden: "Dat is heel vervelend, want de trein was onder regie van de provincie juist op volle gang gekomen. Het gaat om ingewikkelde processen, waarvoor jarenlange voorbereiding noodzakelijk is en waarbij we verschillende doelen in onderlinge samenhang oplossen. Die trein is nu abrupt tot stilstand gekomen. Gebiedsprocessen kunnen niet zonder meer worden doorgezet."

De gedeputeerde zegt het bijna niet uit te kunnen leggen, bijvoorbeeld aan boeren die vaak na lang wikken en wegen besloten hebben hun grond vrijwillig te verkopen of mee te doen aan particulier natuurbeheer. "Ik baal er ook van dat geplande verbeteringen in de landbouwstructuur en de waterhuishouding nu ook vertraging oplopen. Het gaat dus niet alleen maar om een bezuiniging op natuur. Ook de recreatieve ontwikkelingen in het gebied stagneren en het wordt heel lastig om te investeren in het landschap. De vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid komt daarmee onder druk te staan", meent hij. "Dat kan niet de bedoeling zijn van het kabinet en zeker niet van deze staatssecretaris."

Onderhandelingen met Rijk

De provincies overleggen op dit moment met staatssecretaris Bleker over de decentralisatie van het natuurbeleid en de herijking van de EHS. In de voorstellen van het kabinet blijft er na alle bezuinigingen te weinig geld beschikbaar om de bestaande natuur te beheren. Voor de afronding van de EHS lijkt, zelfs in afgeslankte vorm, helemaal geen geld meer beschikbaar te zijn.

De provincies begrijpen de financiële problemen van het kabinet en zijn bereid mee te denken over oplossingen. Maar ze willen dat de huidige bestuursovereenkomsten voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied onverkort van kracht blijven tot er tussen Rijk en provincies nieuwe afspraken zijn overeengekomen. Ze vinden dat het Rijk structureel voldoende geld uit moet trekken voor het beheer van de (herijkte) EHS en dat daarnaast eenmalig voldoende geld beschikbaar moet zijn voor de afronding van de EHS. Verder gaat het provinciebestuur ervan uit dat het Rijk verantwoordelijk is en blijft voor alle uitgaven die voortvloeien uit de internationale verplichtingen van Natura 2000 en de kaderrichtlijn water. Binnenkort is er weer bestuurlijk overleg tussen de provincies en de staatssecretaris.

Gebiedsprocessen opgehouden

In Overijssel is, vergeleken met andere provincies de (natuur) opgave behoorlijk groot. Daarom willen GS eerst een nieuwe bestuursovereenkomst met het Rijk sluiten, en bezien hoeveel geld er beschikbaar is. De uitvoering van (landinrichtings)projecten waarvoor al wel financiële verplichtingen zijn aangegaan kan doorgaan, met uitzondering van de activiteiten in het kader van de robuuste verbindingen. Maar daar waar we nog geen geld beschikbaar hebben gesteld, maken we een pas op de plaats met gebiedsprocessen. GS besluiten over het vervolg als ze in beeld hebben hoe de herijkte EHS er uit gaat zien en er duidelijkheid is over de beschikbare middelen.

GS hebben dit voornemen de afgelopen week besproken met gemeenten, waterschappen, natuur- en landbouworganisaties en de voorzitters van alle inrichtingscommissies. Afgesproken is dat de commissies gaan aangeven wat de concrete gevolgen zijn van dit voornemen. Op basis daarvan zullen GS daadwerkelijk beslissen hoe verder te gaan met de gebiedsprojecten.

Nieuw provinciebestuur bepaalt provinciale ambities

Na de onderhandelingen met het Rijk is het nieuwe provinciebestuur aan zet om te bepalen wat de provinciale ambities zijn, aanvullend op de afspraken met het Rijk. Daarna, als de randvoorwaarden en ambities duidelijk zijn, kan de provincie in afstemming met alle betrokken partijen concreet gaan invullen hoe de herijkte EHS in Overijssel er uit moet gaan zien.

Het ziet er naar uit dat een deel van de huidige EHS zal vervallen. Maar er zijn ook nieuwe ideeën. Zo vindt de provincie het een interessante gedachte om verder te verkennen of voor gebieden die niet voor 2018 kunnen worden afgerond als EHS de mogelijkheid kan worden open gehouden om op andere wijze natuur te realiseren. Bijvoorbeeld door middel van agrarisch of particulier natuurbeheer. Het stempel 'EHS' zou dan vervallen in deze gebieden en voor het huidige gebruik, vaak landbouw of recreatie, gelden geen specifieke beperkingen. Wel zouden grootschalige ontwikkelingen, zoals nieuwe bedrijventerreinen of wegen, daar voorkomen moeten worden.

Deze en andere ideeën kan het nieuwe provinciebestuur met alle betrokken partners verder uitwerken.