Rijksoverheid
Toespraak staatssecretaris Teeven bij landelijk symposium Nederlandse
Vrouwenraad
Toespraak | 10-02-2011
Toespraak van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en
Justitie uitgesproken tijdens het landelijk symposium van de
Nederlandse Vrouwenraad: `Doorbreek huiselijk geweld - Praat erover!'
in Den Bosch op 25 november 2010.
Dames - en een enkele heer,
Vandaag is de internationale dag tegen geweld tegen vrouwen; dat
betekent dat overal ter wereld vandaag aan dit onderwerp aandacht wordt
besteed.
Het doet me deugd te zien dat u vandaag in zulke grote getale naar dit
Landelijk Symposium bent gekomen. Het toont aan dat er binnen de NVR
veel belangstelling is voor het onderwerp huiselijk geweld. Daarmee
heeft het project `Doorbreek huiselijk geweld - Praat erover!', waarvan
dit symposium de bekroning vormt, een van de belangrijkste
doelstellingen al grotendeels gerealiseerd.
Aan die vreugde over de grote belangstelling zit echter een keerzijde.
Tenslotte hebben we het hier over een ernstige en ingrijpende
problematiek. Juist in je eigen huis, waar je je omringd weet door de
mensen die het dichtst bij je staan, zou je je toch eigenlijk het meest
veilig moeten voelen.
Helaas is dat niet altijd zo. Jaarlijks registreert de politie zo'n
64.000 incidenten van geweld in huiselijke kring. En dat is nog maar
het topje van de ijsberg: naar schatting komt slechts één op de acht
incidenten daadwerkelijk ter kennis van de politie. Schaamte speelt
daarbij een rol, angst niet te vergeten, maar ook vaak onzekerheid: wat
gaat er allemaal gebeuren als ik met de politie ga praten? Vooral
vrouwen die financieel geheel of grotendeels afhankelijk zijn van hun
partner worstelen op dit punt vaak met een lastig dilemma. De drempel
om melding te maken van het geweld is dan ook hoog. Gemiddeld hebben
zich in zo'n gezin al 33 - kleinere of grotere - incidenten voorgedaan
voordat de maat vol is en het slachtoffer naar de politie stapt.
Dat huiselijk geweld zo lang kan voortwoekeren voordat er daadwerkelijk
iets aan wordt gedaan, is bovendien schadelijk voor een andere
kwetsbare groep: eventuele kinderen. Wie als kind getuige is geweest
van gewelddadige incidenten in huiselijke kring, loopt groot risico om
zelf ook uit te groeien tot dader of slachtoffer van huiselijk geweld:
huiselijk geweld wordt vaak overgedragen van generatie op generatie.
Denk overigens niet dat huiselijk geweld alleen voorkomt bij gezinnen
in achterstandswijken. Het komt overal voor, in alle kringen en in alle
lagen van de bevolking - óók onder hoger opgeleiden. Sterker nog: de
kans bestaat dat het ook in uw en mijn eigen omgeving speelt, zonder
dat wij ons daarvan bewust zijn.
Of misschien toch een beetje, als u wat dieper doordenkt. In het kader
van het project `Doorbreek huiselijk geweld - Praat erover!' zijn de
afgelopen periode meer dan 30 gespreksbijeenkomsten over huiselijk
geweld georganiseerd. Bij die bijeenkomsten waren ook
vertegenwoordigers van de Steunpunten Huiselijk Geweld aanwezig:
professionele hulpverleners die veel ervaring hebben met het herkennen
van signalen van huiselijk geweld. Ik heb begrepen dat veel
deelneemsters zich, tijdens of na afloop van zo'n bijeenkomst, zijn
gaan realiseren dat ook zij, in hun eigen omgeving, gezinnen kennen
waar een vorm van huiselijk geweld speelt, of gespeeld heeft.
Voor een aantal van u hier in de zaal zal dat wellicht ook gelden. Die
vriendin, die regelmatig blauwe plekken heeft, of met een mitella
loopt, en die altijd een beetje ontwijkend antwoordt - `o, een
ongelukje' -, als u vraagt wat haar is overkomen. Of die stille
collega, die nooit meegaat met uitjes of etentjes en wel bang lijkt
voor haar eigen man. Of dat gezin verderop in de straat, in dat huis
waaruit u wel vaker heftig schreeuwen hoort, of gehuil, als u erlangs
loopt.
Maar ook al hebt u misschien uw vermoedens, makkelijk is het niet om
die vriendin, die buurvrouw of die collega hierover aan te spreken. Je
hebt al snel het idee dat je je met iets bemoeit, wat zo pijnlijk is,
zo privé, dat het niet aan jou is om de eerste stap te zetten. Of dat
je toch niet veel voor zo iemand kunt betekenen; dat dat een zaak voor
professionals is.
Vergeet echter niet dat voor die vrouw de stap naar een professional -
politie of hulpverlening - vaak nog vele malen groter is. Met als
gevolg dat er helemaal niets gebeurt - en de geweldssituatie in dat
gezin blijft voortbestaan, met alle nare gevolgen van dien.
Realiseert u zich dus goed dat u in zo'n situatie wel degelijk iets
kunt doen. U kunt het verschil maken, door die vrouw net dat zetje in
de rug te geven dat ze nodig heeft. Gewoon, door een praatje aan te
knopen, haar vertrouwen te winnen en vragen te stellen. Zo kunt u het
probleem bespreekbaar maken. Vaak zal blijken dat het slachtoffer juist
opgelucht is dat ze eindelijk eens haar verhaal kwijt kan. Praten kan
ertoe leiden dat ze stappen durft te ondernemen. Bijvoorbeeld contact
opnemen met een Steunpunt Huiselijk Geweld, of de zaak melden bij de
politie.
Wellicht zijn er onder u, vandaag hier aanwezig in de zaal, ook vrouwen
die zelf thuis geconfronteerd zijn met huiselijk geweld. Statistisch
bezien is dat - helaas - niet ondenkbeeldig. Ook tegen u zou ik willen
zeggen: zet die belangrijke eerste stap en praat erover met iemand die
u kent en die u vertrouwt. Zeker, dat is lastig. Maar het is wel
noodzakelijk dat u die stap zet.
Want bedenk: pas wanneer een geval van huiselijk geweld bekend is,
kunnen er maatregelen worden genomen. De afgelopen jaren is er in het
kader van de aanpak van huiselijk geweld al veel in gang gezet. Ik noem
hier de Wet tijdelijk huisverbod, en een betere samenwerking tussen de
verschillende partners die bij de aanpak van huiselijk geweld zijn
betrokken. Deze aanpak - langs drie sporen: dader, slachtoffer en
kinderen/getuigen - krijgt inmiddels gestalte in de Veiligheidshuizen,
waar de betrokken partners nauw samenwerken in het casusoverleg
huiselijk geweld. En met resultaat! Neem de politieregio Limburg-Noord,
een van de pioniers op het gebied van de aanpak van huiselijk geweld.
Daar kregen tussen 2007 en 2009 225 gezinnen te maken met die
driesporenaanpak. In 85 procent van die gevallen is de situatie in het
gezin sindsdien niet meer geëscaleerd tot het niveau van de
oorspronkelijke melding!
Een mooi resultaat, dat aangeeft dat we het probleem van huiselijk
geweld wel degelijk kunnen terugdringen. Maar nogmaals: daarvoor is
nodig dat we óók op de hoogte zijn van die gevallen die onder dat
`topje van de ijsberg' zitten. Daarom stimuleren we de
meldingsbereidheid, onder andere via publiekscampagnes, voorlichtings-
en bewustwordingsprojecten zoals dit.
Wat gaan wij nog meer doen: geen taakstraffen meer voor daders van
ernstige gewelds- of zedendelicten, zoals bijvoorbeeld ernstig
huiselijk geweld. Dat kan echt niet meer! Zulke daders verdienen meer
dan een flinke tik op hun vingers, en daar past een taakstraf niet bij.
Ik wil ook meer aandacht besteden aan de slachtoffers van huiselijk
geweld. Zo bleek er bij het huisverbod behoefte aan juridische
ondersteuning voor de vrouw; ik heb daarom Slachtofferhulp Nederland
gevraagd dit te gaan doen, en dat gaan zij nu oppakken.
U bent hard op weg uw slagzin `Doorbreek huiselijk geweld - Praat
erover!' waar te maken. In vier provincies - Overijssel, Limburg,
Noord-Brabant en Zeeland - hebt u dit al met succes gedaan. Ik begrijp
dat u nu ook aan de slag wilt in de rest van Nederland. Ik heb een
verheugende mededeling voor u: het Ministerie van Veiligheid en
Justitie biedt u graag de mogelijkheid uw goede werk voort te zetten.
Wij zullen de uitbreiding van uw project dan ook subsidiëren! Ik heb de
beschikking bij me, en die overhandig ik graag aan uw voorzitter.
Ik wens u een interessante en vruchtbare bijeenkomst toe en wens u
allen veel moed toe bij het bespreekbaar maken van huiselijk geweld -
als opstapje naar de aanpak van dit ernstige probleem!
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Veiligheid en Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051