Rijksoverheid
Toespraak minister Donner op Gala Nederlandse Bouw
Toespraak | 09-02-2011
Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst. Het bouwgala; mijn
secretaris-generaal -zij komt uit uw wereld- bezwoer mij dat ik hier
moest zijn als minister voor wonen en volkshuisvesting. Dat wil ik
zijn, dus ben ik gekomen. Wat mij hier zou wachten, was niet duidelijk.
Half had ik verwacht bij de ingang een helm te krijgen, zonder welke de
zaal niet betreden mag worden. In de zaal verwachte ik een gezelschap
dat met een eerste spa op de schouder en een eerste steen onder de arm,
de hele avond pannenbier drinkt. U begrijpt mijn ervaring met de bouw
beperkt zich tot het bezoek aan bouwplaatsen. Ik moet u zeggen; het
valt 100% mee, in burger ziet u er ook redelijk uit.
Wat is bouwen nou helemaal? `De bodem bewerken om er vrucht van te
trekken' schrijft Van Dale. Bouwen is kortom de straf van Adam voor de
zondeval; het land bewerken in het zweet zijns aanschijns. U bent dus
in wezen nog steeds bezig de erfzonde uit te boeten. Vergeef mij als
het prekerig klinkt. Mijn SG zei: spreek ze een beetje bemoedigend toe,
ze hebben een zwaar jaar achter de rug. En bij mij klinkt bemoedigend
al snel als preek; dat zit in de genen.
Bouw: het is een van die woorden in het Nederlands die zowel
zelfstandig naamwoord als werkwoord zijn. Bouw heb je en bouw doe je.
Wat doe je als je bouwt? Dan zet je gebouwen neer. Wat is een gebouw,
dat is wat je bouwt. Bouw is een begrip dat door zichzelf wordt
gedefinieerd. Net als leven; je bent wat je doet, en je doet wat je
bent.
Bouw staat voor leven. Zie oude schilderijen; waar wordt geleefd, wordt
gebouwd. In middeleeuwse schilderijen en fresco's waar steden op staan,
is bouwnijverheid teken van welvaart en bedrijvigheid. Dat is
tegenwoordig niet anders; als we niet werken heet dat de bouwvak -
bouwvakantie. Bouw is zelfs graadmeter voor cultuur; vandaar dat
sommigen wanhopen over onze cultuur als de naoorlogse bouw zien. Ten
onrechte. Woningbouw was de hoogste prioriteit na de oorlog en de bouw
heeft daaraan beantwoord; dan moet je daar in betere tijden niet
laatdunkend over doen. Want we bouwen voor de toekomst, niet voor het
verleden; ook al levert het soms best aardige ruines op. Maar dat is
geen bouw. Bouw is opbouwen; in het Engels en Frans is dat duidelijk;
construction is het tegendeel van destruction.
Toekomst
Bouw is leven: we bouwen ieder individueel een bestaan op en met zijn
allen een toekomst. Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst. Nu oogt
die toekomst op dit moment wat minder opwekkend voor de bouw. En wat
doe je dan? Een feestje bouwen. `Een leven zonder feesten is als een
lange weg zonder pleisterplaatsen' zeiden de oude Grieken al.
Bovendien, juist door een goed feest kun je de toekomst soms beter aan.
Niet de ochtend daarna, maar wel wat later. Want het is twijfelachtig
of wat we als toekomst zien, wel de toekomst is. Wat we toekomst noemen
is veelal een vergelijking van heden en verleden. Voor iemand met een
voorspoedig verleden, oogt de toekomst altijd minder, dan voor iemand
met een armoedig verleden; voor hem oogt dezelfde toekomst mooier. Want
let wel, de toekomst zien, is als door glas kijken; je kunt het zien
maar er niet bijkomen. En net als bij glas hoeft er meer een klein
laagje zilver op te zitten -er hoeft maar geld in het geding te zijn-
en je ziet niet meer door glas, maar in een spiegel; dan zien we nog
vooral onszelf en wat achter ons ligt.
Toekomst zien veronderstelt een toekomst die vaststaat. We geven
miljoenen uit om de toekomst te verkennen juist omdat die niet
vaststaat. Een toekomst die vaststaat, hoef je niet te kennen; die komt
vanzelf. Zoals de tuinman die 's ochtends de dood zag, waarna hij
onmogelijk ver weg reed, om `s avonds de dood te vinden. Die zei dat
hij `s ochtends al vreesde zich vergist te hebben, toen hij hem zo ver
van hier zag. Nee, als we de toekomst willen kennen is het om haar te
veranderen. Want de toekomst is niet iets wat over ons komt, ongeacht
wat we doen. Het is veeleer de uitkomst van beslissingen die we nu
nemen; op basis van kennis van het verleden, ervaring van het heden, en
verwachtingen over morgen. Toekomst is wat er nu gebeurd, veranderd
door hoe we er verder mee omgaan op basis van verwachtingen. Dat maakt
de toekomst niet maakbaar, maar naar mate meer mensen bij hun
beslissingen uitgaan van gelijke uitgangspunten, verwachtingen en een
gelijke aanpak, des te groter zal de impact zijn op de uitkomst.
Omgekeerd; hoe meer uitgangspunten, verwachtingen en aanpak
uiteenlopen, des te verwarder en minder zeker zal de uitkomst ogen.
Visie
Hoe de toekomst zal zijn, hangt dus mede van onze verwachtingen af. Nu
heb je verwachtingen en verwachtingen. `Een hoop stenen houdt op een
steenhoop te zijn als iemand er naar kijkt met het idee van een
kathedraal in gedachten.' (De Saint Exupery). Anders gezegd: `een
puinhoop blijft een puinhoop als je niet ziet wat je er van kunt
maken.' Het komt dus aan op de visie waarmee we de bestaande situatie
aanpakken.
Enkele weken geleden deelde de Volkskrant mijn collega's en mij een
tussenrapport uit. Uiteraard was op ieder wat aan te merken; het is een
krant. Mij werd verweten dat ik nog geen visie had op de bouw- en
woningmarkt. Dat laat je je als minister geen twee keer zeggen want
zoals de Belgische oud-minister de Croo ooit zei: `met een krant kun je
zowel een vlieg als een minister doodslaan.'
Maar de krant slaat in dit geval de plank mis (-dat is niet minder
dodelijk voor ministers). Want wat heeft de bouwsector aan mijn visie
als zij er naar moet handelen. Onze volksfilosoof Johan Cruijff zei
ooit: `Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met de visie
van een ander.' Een visie heeft kortom slechts betekenis als het een
gedeelde visie is. En als de visie niet meer is dan de optelsom van de
diverse visies van partijen, heeft ze evenmin effect. Dan blijft het
een `zero sum' exercitie waarbij men oplossingen zoekt ten koste van
andere partijen.
Essentie is te komen tot een visie waarbij partijen elkaar wederzijds
versterken en die een basis biedt voor samenwerking. Met het oog daarop
heb ik in deze dagen veel gesprekken gevoerd, en heb ik vandaag
gesproken met veel partijen op de bouw- en woningmarkt. De vraag
daarbij was: hoe komt de bouwsector uit de crisis en hoe trekken we de
woningmarkt vlot?
Luchtkastelen en steenhopen
Natuurlijk zijn er veel eenvoudige recepten; zoals het afschaffen van
de hypotheekrenteaftrek. `Luchtkastelen - ze zijn zo gemakkelijk om er
je toevlucht te zoeken, en zo gemakkelijk om te bouwen' zei Ibsen. Ik
ben niet overtuigd dat het afschaffen ook maar één probleem oplost. Los
daarvan; ik hoor niemand die de aftrek per onmiddellijk wil afschaffen;
het gaat altijd om lange overgangstermijnen. En ik zie niet hoe iets
wat we over 15 jaren zouden doen, de bouw- en woningmarkt nu vlot kan
trekken. Als doen even gemakkelijk was als weten wat goed is, zouden
kapelletjes kerken zijn en daglonerswoningen vorstenpaleizen.
(Shakespeare) Afschaffen van de hypotheekrente als oplossing voor de
bouw- en woningmarkt is kortom een luchtkasteel waarin men vlucht voor
werkelijke keuzen; wie het noemt, weet dat hij daarmee de
besluitvorming blokkeert, zonder dat het op korte termijn ook maar iets
oplost.
Wat nodig is, is een visie die aansluit bij de bouw- en woningmarkt van
nu en bij de mogelijkheden en beperking die daarin besloten liggen,
teneinde de mogelijkheden te benutten om de beperkingen te kunnen
verschuiven. Dat is de kathedraal waarmee we de huidige steenhoop
moeten bezien.
Alleen maar meer huizen, kantoren en gebouwen neerzetten is geen
oplossing; dan bouwen we voor de leegstand. Zo eindigde de torenbouw in
Babel ook; in spraakverwarring en leegstand. Nee, we staan voor de veel
ingewikkelder opgave om ons als Von Munchhausen aan de eigen haren
omhoog te trekken. Dat kan alleen met vertrouwen, een gezamenlijke
inspanning en één taal. Samen zullen we de weg omhoog moeten hervinden.
Een weg terug is er niet. De tijd van vóór de crisis komt niet terug.
We moeten vooruit, niet achteruit. Woningbouw blijf nodig;
bevolkingsgroei en vergrijzing vergen nog een forse uitbreiding van de
woningvoorraad. Maar die zal niet meer gefinancierd kunnen worden uit
stijgende huisprijzen.
De weg omhoog
Herstel van investeringen vergt vertrouwen bij vraag en aanbod. Dat
vereist dat we zeker zijn dat de bodem is bereikt. Uw belangen zijn
divers en soms tegengesteld, maar als ieder slechts bezig is om zijn
verlies bij anderen neer te leggen, dan blijven we tot nietsdoen
veroordeeld. Herstel vergt eendracht. Niet veranderen leidt tot behoud
van ellende. De Catechismus leert al dat we eerst kennis moeten hebben
van onze ellende om tot verlossing te komen. En let wel; kennis van
ellende is wat anders dan weten wie de ellende heeft veroorzaakt;
daarmee kom je niet uit de ellende.
Denk ook niet dat de overheid u wel uit de ellende haalt. Geld is er
niet en extra overheidsinvesteringen bieden weinig soelaas; er staat al
te veel leeg. De sector zelf zal zich uit de put moeten trekken. Maar
ik blijf niet met de armen over elkaar aan de kant staan.
Een eerste bijdrage is zekerheid scheppen; daarom gaan we het niet
hebben over de hypotheekrenteaftrek.
Een tweede element is ruimte scheppen; ruimte voor kleinschalige
bouwlocaties, ruimte voor particulier opdrachtgeverschap. Ruimte ook in
de regelgeving; het nieuwe bouwbesluit wordt in de loop van dit jaar
ingevoerd en er wordt en begin gemaakt met het uitvoeren van de plannen
van de commissie Dekker. Inzet is: minder regels en meer eigen
verantwoordelijkheid voor de bouw.
Een derde element is (ver)bouw stimuleren. Door aanscherping van de
eisen van duurzaamheid en energiezuinig gebruik en door private
investeringen in de bouw te bevorderen door deze vraaggericht,
innovatiever en flexibel te maken.
Een vierde element is doorstroming op de woningmarkt; door scheefwonen
tegen te gaan, verkoop van sociale woningen te bevorderen, de huren
beter aan te passen aan de waarde van de woning.
Een vijfde element is samenwerking bevorderen; in het kader van
Vernieuwing Bouw wordt publiek-private samenwerking bevorderd, en
worden opleidings- en trainingsprogramma's gedraaid om op veranderingen
in te kunnen spelen.
Een zesde element is de kantorenmarkt; ik wacht de voorstellen af
waarmee de vastgoedbranche zal komen welke mijn ambtsvoorgangster heeft
gevraagd om de structurele leegstand van kantoren aan te pakken.
Tot besluit
Dames en heren, `Topprestaties in de bouw kunnen alleen worden geleverd
als opdrachtgevers, architecten, adviseurs, ontwikkelaars, aannemers en
toeleveranciers goed met elkaar samenwerken' aldus het juryrapport bij
de straks uit te reiken prijzen aan bouwondernemers die een
topprestatie hebben geleverd in het afgelopen jaar. Thema van de
Nederlandse Bouwprijs is: `Bouwen doen we samen'. En ook bij de
Bouwpluim speelt goede samenwerking tussen opdrachtgever en
opdrachtnemer een belangrijke rol. De bouwwereld kan alles als
vakmanschap, creativiteit en onderling vertrouwen samenkomen in een
gedurfd ontwerp, een geslaagde renovatie of een innovatief gebruik van
materialen.
Die inzet, ondernemingszin en wil tot samenwerken hebben we nodig om de
bouw- en woningmarkt weer op de been te helpen. Noem het een Nationaal
Woon- of voor mijn part een Nationaal Bouwakkoord. Als het maar
gebeurt. Praat met elkaar en praat met beleidsmakers,
woningbouwcorporaties, vertegenwoordigers van de koop- en huursector en
andere betrokkenen en gedenk wat Winston Churchill zei: `Een pessimist
ziet een probleem in elke mogelijkheid. Een optimist een mogelijkheid
in elk probleem'.
Dank u wel.
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties