Verslag aan het federale parlement: Spoorwegveiligheid - Overheidsopdrachten

10/02/2011 09:00

COUR DES COMPTES - REKENHOF

10 februari 2011 - Op verzoek van de bijzondere Kamercommissie Spoorwegveiligheid onderzocht het Rekenhof zeven overheidsopdrachten voor de uitrusting van de infrastructuur en het rollend materieel met automatische treinbeveiligingssystemen. Het Rekenhof formuleert een aantal aandachtspunten over het verloop van de overheidsopdrachten, ondermeer over de termijn tussen de oproep tot kandidaten en de toewijzing van de opdracht, de grote aanpassingen in het voorwerp van de opdracht, de gelijke behandeling en de bestelling van materieel vóór de homologatie van de voorgestelde prototypes.

In november 2010 verzocht de bijzondere commissie Spoorwegveiligheid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers het Rekenhof een aantal overheidsopdrachten voor de uitrusting van het spoorwegnet en het rollend materieel met automatische treinbeveiligingssystemen te analyseren en daarbij specifieke aandacht te besteden aan de gelijke behandeling bij de keuze van de medecontractanten en het beroep op de mededinging.

Het Rekenhof onderzocht dan ook zeven overheidsopdrachten die het selecteerde uit het voorgaande verslag over de spoorwegveiligheid dat het in augustus 2010 op vraag van de bijzondere commissie had opgesteld.

Door de opeenvolgende strategische keuzes van de spoorwegmaatschappijen werden bepaalde overheidsopdrachten stopgezet en andere ingrijpend gewijzigd. Rekening houdend met de omvang en de aard van de aanpassingen was het te rechtvaardigen nieuwe oproepen tot mededinging te lanceren zodat belangstellende ondernemingen het opnieuw tegen elkaar hadden kunnen opnemen.

Wat specifiek de uitrusting van de infrastructuur en het rollend materieel betreft, heeft de strategische keuze voor een TBL1+ systeem dat niet interoperabel is met de buitenlandse systemen - ook al is die keuze ingegeven door de wens de veiligheid te verbeteren - bijgedragen tot de beperking van de mededinging voor de uitrusting van een eerder beperkt spoorwegnet.

Uit zijn onderzoek blijkt dat de keuzes van treinbeveiligingssystemen en de aanpassingen van opdrachten soms verregaand werden voorbereid tijdens onderhandelingen met leveranciers en vrij laat ter goedkeuring werden voorgelegd aan de raden van bestuur van de spoorwegmaatschappijen.

In strijd met de contractuele verplichting voor de medecontractant zijn prototypes te laten homologeren vooraleer een definitieve bestelling wordt geplaatst, werden herhaaldelijk opdrachten gegund of materieel besteld vooraleer de prototypes waren gehomologeerd. Infrabel en de NMBS zijn echter van oordeel dat ze voldoende voorzorgen hadden genomen en dat het wachten op de homologaties de veiligheidsinvesteringen zou hebben vertraagd.

Informatie voor de pers

Het Rekenhof controleert de openbare financiën van de federale Staat, de gemeenschappen, de gewesten en de provincies. Het draagt bij tot de verbetering van het overheidsbeheer door nuttige en betrouwbare informatie die voortvloeit uit een tegensprekelijk onderzoek, toe te zenden aan de parlementaire vergaderingen, aan de beheerders en aan de gecontroleerde diensten. Als collaterale instelling van het parlement werkt het Rekenhof onafhankelijk ten opzichte van de overheden die het controleert.

Het verslag Spoorwegveiligheid - Overheidsopdrachten werd bezorgd aan het federale parlement. Het verslag (63 p.), de samenvatting (1 p.) en dit persbericht zijn terug te vinden op de website van het Rekenhof: www.rekenhof.be.

Contactpersoon:

Line Emmerechts

Cel Federale Publicaties

Tel. 02 551 89 85

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel