Rijksvoorlichtingsdienst
Prinses Màxima en eurocommissaris Andor bij ondertekening overeenkomst met het Europese Investeringsfonds voor meer microkredieten in Nederland
RVD, 27 januari 2011, nr. 26
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden woont in haar functie als lid van de Raad voor Microfinanciering samen met eurocommissaris dr. L. Andor, werkgelegenheid en sociale zaken, vrijdag 11 februari de ondertekening bij van een overeenkomst over microkredieten tussen de Nederlandse microkredietinstelling Qredits en het Europese Investeringsfonds (EIF). Door deze overeenkomst kunnen meer kleine ondernemingen in Nederland een beroep doen op een microkrediet. De ondertekening vindt plaats bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in Den Haag in aanwezigheid van de minister, drs. M.J.M. Verhagen.
De overeenkomst met het EIF bestaat uit twee regelingen waardoor de werkzaamheden van Qredits kunnen worden uitgebreid en de continuïteit kan worden gewaarborgd. Ten eerste staat het Europese Investeringsfonds garant voor een deel van de leningenportefeuille van Qredits. Daarnaast verstrekt het EIF aan Qredits nieuw investeringskapitaal in de vorm van een lening.
Onder microfinanciering in Nederland wordt verstaan zowel coaching als krediet tot 35.000 euro. Met microfinanciering kunnen drempels die (startende) ondernemers ervaren worden weggenomen. Die drempels kunnen een beperkte toegang tot (start)kapitaal zijn of een gebrek aan ondernemersvaardigheden zoals bijvoorbeeld boekhouden of acquisitie.
Qredits is een landelijke microkredietinstelling zonder winstoogmerk. Zij heeft tot doel de ontwikkeling van het kleinbedrijf in Nederland te bevorderen. Bedrijven met minder dan vijf werknemers en zelfstandig ondernemers die bij een reguliere bank niet in aanmerking komen voor een microkrediet, kunnen een beroep doen op Qredits. Aan de lening is een coachingstraject voor de ondernemer gekoppeld om de slagingskans te vergroten. Qredits is opgericht uit een samenwerkingsverband tussen ABN AMRO Bank, ING Nederland, Rabobank Nederland en de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.