Provincie Noord-Brabant



|Datum         |
|11 februari   |
|2011          |
|Nummer        |
|36            |

Zorg over Belgische plannen voor berging in de grensstreek
Nader onderzoek naar effecten
opslag radioactief afval

De provincie laat nader onderzoek uitvoeren naar de effecten in Brabant van ondergrondse opslag van radioactief afval in België. Voor het onderzoek schakelen GS prof. T. Olsthoorn in, hoogleraar Geohydrologie aan de TU Delft.

Aanleiding voor het onderzoek is een Belgisch plan van juni 2010 om op termijn radioactief afval op te slaan in ondergrondse kleilagen in Vlaanderen, in het grensgebied met Noord-Brabant. Vanwege de ligging van deze kleilagen zijn effecten op de lange termijn in Brabant mogelijk niet uit te sluiten. Nader onderzoek moet daarin meer duidelijkheid bieden, aldus gedeputeerde Ecologie Peter van Vugt. 'Met de opdracht voor deze onderzoeker heeft Brabant zich verzekerd van grote deskundigheid op dit terrein. Als provincie volgen we de problematiek actief. We willen geen berging van radioactief afval in de grensstreek zolang niet zeker is dat elk negatief effect uitgesloten is. Ons uitgangspunt is en blijft: bij twijfel niet doen!'

De Belgische organisatie NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen) heeft in juni 2010 het 'Ontwerp van het Afvalplan en het milieueffectenrapport voor het beheer op de langere termijn van hoogradioactief en/of langlevend afval' gepubliceerd.
NIRAS beveelt na weging van een aantal varianten aan om een een principe-beslissing te nemen voor ondergrondse opslag, met een voorkeur voor berging in de Boomse Klei of Ieperse klei. De Boomse klei is gelegen in de grensstreek met Nederland.
De voor de opslag geschikte kleilagen zijn relatief ondiep gelegen (150-200 m diep). De bovenzijde van de kleilagen vormt de ondergrens voor de zoetwatersystemen van Noord-Brabant. Daarvan is de gehele waterhuishouding, inclusief de drinkwatervoorziening, volledig afhankelijk.