Gemeente Utrecht

Jeugdmonitor Utrecht over leerlingen basisonderwijs

Ruim 2000 leerlingen van groepen 7 en 8 van 39 basisscholen in Utrecht gaven antwoord op vragen over hun gedrag, (psychosociale) gezondheid, thuissituatie en school. De conclusie is dat het overwegend goed gaat met deze Utrechtse basisschoolleerlingen. De meeste resultaten zijn vergelijkbaar met de eerste meting in het basisonderwijs (twee jaar geleden); verschillen zijn veelal verbeteringen. Naast dit algemene beeld laten de resultaten zien dat enkele specifieke groepen op verschillende gebieden minder goed scoren dan het stedelijk gemiddelde.

De Jeugdmonitor is een belangrijke informatiebron voor de gemeente Utrecht en organisaties in de stad. De uitkomsten worden gebruikt om problemen bij jongeren te onderkennen en aan te pakken.

Bij de volgende onderwerpen is sprake van een verbetering:
* 80% van de leerlingen is lid van een sportvereniging. Twee jaar geleden was dit nog 72%. In andere grote steden liggen percentages lager.
* De meeste kinderen geven aan dat zij tenminste vijf maal per week ontbijten. Dit percentage is gestegen van 86% in 2008 naar 92% in 2010.
* 46% van de kinderen geeft aan dagelijks fruit te eten. In 2008 was dit nog 41%.
* Het percentage leerlingen waar thuis een duidelijk verbod op alcohol geldt is toegenomen van 83% naar 86%.
* Er is een afname van het percentage leerlingen dat zich het afgelopen jaar schuldig heeft gemaakt aan vandalisme of stelen (van 26% naar 18%).
* Het percentage leerlingen met een ongunstige score op zelfvertrouwen is afgenomen van 20% in 2008 naar 9% in 2010.
* Er is een afname van het percentage leerlingen dat thuis (van 23% naar 19%) en/of op school (van 31% naar 27%) problemen ervaart.

Op veel gebieden zijn de resultaten vergelijkbaar met twee jaar geleden:
* 88% leerlingen ervaart zijn gezondheid als (heel) goed.
* 21% van de leerlingen heeft een langdurig ziek of verslaafd familielid, voor 15% van de leerlingen geldt dat één van de ouders langdurig ziek of verslaafd is.
* Bij 86% van alle allochtone leerlingen wordt thuis (ook) Nederlands gesproken.
* 16% van de leerlingen voelt zich wel eens gediscrimineerd.
* 39% van alle leerlingen besteedt meer dan 2 uur per dag aan computeren en/of TV kijken.

Resultaten voor specifieke groepen:
Kinderen uit Noordwest, Overvecht en Kanaleneiland, kinderen uit gezinnen met een lage welvaart en kinderen met een Turkse achtergrond scoren op verschillende leefgebieden minder goed dan het stedelijk gemiddelde. Het gaat vooral om onderwerpen die met gezondheid en bewegen te maken hebben. Specifiek voor leerlingen met een Turkse achtergrond gaat het om relaties met leeftijdgenoten/leerkrachten en het minder vaak thuis Nederlands spreken. De gemeente vindt het belangrijk dat alle Utrechtse kinderen en jongeren de kans krijgen om gezond en veilig op te groeien en hun talenten te ontwikkelen. Het jeugdbeleid is daarop gericht, met onder meer Brede School, Vreedzame Wijk en Centra voor Jeugd en Gezin. Met dit beleid worden kwetsbare groepen ook zoveel mogelijk bereikt.