Rijksoverheid
De onafhankelijke benoeming van de voorzitter van de Onderzoeksraad
PDF document | 2 pagina's | 12 KB
Kamerstuk | 11-02-2011 | VenJ
2011Z02782
Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minster van Veiligheid en Justitie over de
onafhankelijke benoeming van de voorzitter van de Onderzoeksraad. (Ingezonden 11 februari
2011)
1
Bent u bekend met het artikel waarin de voormalig voorzitter van de Onderzoeksraad voor
veiligheid kritiek heeft op de benoemingswijze van zijn opvolger? 1)
2
Kunt u toelichten hoe het profiel hiervoor is vastgesteld? Wie heeft het profiel vastgesteld en
wie heeft hierover kunnen adviseren?
3
In welke media en op welke momenten is er geadverteerd voor deze functie?
4
Hoe was de sollicitatiecommissie samengesteld? Uit welke gelederen waren deze
commissieleden afkomstig?
5
Hoeveel personen hebben er in totaal gesolliciteerd? Hoeveel personen zijn uitgenodigd voor
een gesprek met de commissie?
6
Is voorafgaande de procedure of tijdens de procedure de omvang van de formatieve
aanstelling gewijzigd? Zo ja, waarom?
7
Op welke wijze is de Onderzoeksraad voor veiligheid van 'begin tot eind' betrokken geweest
bij de procedure?
8
Hoeveel benoembare kandidaten zijn er voorgedragen? Aan welke ministers zijn die
voorgedragen?
9
Hoe beoordeelt u achteraf gezien (de zorgvuldigheid van) deze procedure?
10
Bent u bekend met de uitspraak van de nieuwe voorzitter van de Onderzoeksraad de heer
Joustra "Ik heb met het departement afgesproken dat de Raad voortaan een voordracht zal
doen."? 2)
11
Kunt u het bestaan van deze afspraak bevestigen? Zo nee, kunt u toelichten welke afspraak u
wel heeft gemaakt met de nieuwe voorzitter omtrent benoemingen?
12
Zo ja, bent u bereid de tekst van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid (m.n. artikel 7,
lid 1) te wijzigen zodat deze in overeenstemming wordt gebracht met deze nieuwe praktijk?
Zo nee, waarom niet?
13
Deelt u de mening dat de huidige benoemingsprocedure van de voorzitter van de
Onderzoeksraad voor veiligheid in zijn geheel nog eens tegen het licht gehouden moet worden
vanuit het perspectief van onbevreesde onafhankelijkheid van de raad?
14
Welke feitelijke mogelijkheden ziet u om de benoeming van de voorzitter van de
Onderzoeksraad voor veiligheid geen 'politieke benoeming' meer te laten zijn, zoals de oudvoorzitter
heeft aangegeven wenselijk te vinden?
15
Deelt u de mening dat vanuit het principe van onafhankelijkheid een benoeming door de
Kamer - al dan niet na een voordracht van een nader samen te stellen commissie of de
Onderzoeksraad voor veiligheid zelf - van de voorzitter meer voor de hand ligt? Zo nee,
welke bezwaren heeft u tegen een dergelijke benoemingswijze?
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Veiligheid en Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051