Maastricht University

Succesvol vervolg School-Ex progamma

De activiteiten en maatregelen die MBO-scholen in het voorjaar van 2010 ondernamen om jongeren te stimuleren door te leren, hebben wederom vruchten afgeworpen. Negentien procent van de examenkandidaten heeft zich laten beïnvloeden door de campagne: zestien procent koos alsnog voor een vervolgopleiding en drie procent stelde de voorkeur voor een bepaalde vervolgopleiding bij. Dat is één van de conclusies van het Fact Sheet 'MBO-diploma 2010: Doorleren of werk zoeken?' dat het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht presenteert.

Met het oog op de voortdurende economische crisis zijn MBO-scholieren die in de periode 1 februari - 1 augustus 2010 hun eindexamen hebben gedaan middels het School-Ex Programma aangespoord om door te leren. Drie ministeries hebben het ROA gevraagd om, via een Quickscan onder de gediplomeerden, na te gaan hoe het deze gediplomeerden in het eerste half jaar na het behalen van hun diploma is vergaan. Van de 95.000 MBO studenten die participeerden in het School-Ex Programma zijn hiervoor 20.000 benaderd. Bijna vierduizend jongeren vulden uiteindelijk de vragenlijst in.

Enkele conclusies op een rij:

* 19% van de examenkandidaten van het voorjaar van 2010 heeft zich door activiteiten van scholen laten beïnvloeden en a) is alsnog verder gaan leren (16%) of b) heeft zijn of haar voorkeur voor een bepaalde vervolgopleiding bijgesteld (3%).
* De invloed is het sterkst op jongeren die bij een eventuele intrede op de arbeidsmarkt het meest kwetsbaar zouden zijn, namelijk de niveau 1 en 2 gediplomeerden en de jongeren van niet-westerse afkomst.
* De jongeren die voor een vervolgstudie hebben gekozen zien de studie niet als een tijdelijke, kortetermijnoplossing maar willen de studie ook afmaken.

Wat betreft de arbeidsmarkt zijn de volgende conclusies te trekken:
* Van alle MBO-gediplomeerden (schooljaar 2009/2010) die zich op de arbeidsmarkt aanbieden is 12,2% werkloos. De werkloosheid is daarmee in vergelijking met 2009 licht gedaald.
* De werkloosheid varieert sterk tussen zowel de opleidingsniveaus als de gevolgde leerwegen: de werkloosheid is het hoogst onder de lagere opleidingsniveaus en over het algemeen hoger bij BOL-opgeleiden dan bij BBL-ers. Onder de gediplomeerden van BOL niveau 1 die zich op de arbeidsmarkt aanbieden is meer dan 50% werkloos. Opgemerkt moet worden dat de niveau 1 opleidingen uitsluitend in algemene zin toegang geven tot de arbeidsmarkt (aka-opleidingen) dan wel toegang geven tot een vervolgopleiding op mbo-niveau 2. Het diploma is géén startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.
* De provincies Flevoland en Friesland kennen een werkloosheidspercentage van boven de 20%. De situatie in de provincie Limburg heeft zich in vergelijking met 2009 sterk verbeterd.
* Een op de vier jongeren zonder werk en zonder vervolgstudie zou het fijn vinden als het UWV hen benaderde en hulp ging bieden.