Radboud Universiteit Nijmegen


Radboud Universiteit vermindert apenonderzoek

Datum bericht: 14 februari 2011

In reactie op een handtekeningenactie van de Anti Dierproeven Coalitie gericht tegen het wetenschappelijk onderzoek met resusapen, deelt de Radboud Universiteit Nijmegen mee dat zij dit onderzoek verder zal verminderen, in lijn met het al bestaande beleid. Het aantal proeven met apen en het aantal apen wordt de komende tijd verder teruggebracht.

De resusapen in het Centraal Dierenlaboratorium dragen bij aan neurocognitief onderzoek, een zeer belangrijk onderzoeksveld van de Radboud Universiteit. Hierin worden belangrijke vorderingen geboekt. Deze kennis draagt bij aan het begrip van het functioneren van de hersenen en aan begrip van en therapie voor hersenziekten, die, gezien het ouder worden van de bevolking, steeds vaker voorkomen.

Strenge toetsing
De dierethische commissie van de Radboud Universiteit Nijmegen weegt ieder onderzoeksvoorstel waarbij apen betrokken zijn zeer zorgvuldig en kritisch af. Alleen als er geen alternatieven zijn en het wetenschappelijke belang overtuigend is aangetoond, wordt toestemming verleend.
De huidige onderzoeken voldoen aan deze strenge toetsing. Ook de huisvesting, verzorging en gezondheid van de apen voldoet aan strenge eisen.

Het wetenschappelijk maar ook het maatschappelijke belang van het onderzoek staat nationaal en internationaal zeer hoog aangeschreven. Toch is de universiteit van mening dat gezien de veranderingen in het denken over proefdiergebruik het onderzoek met apen moet afnemen. Om die reden worden apen van onderzoeksgroepen van andere universiteiten al enige tijd niet meer gehuisvest. Het bestaande onderzoek zal worden voortgezet, maar alleen indien herhaalde toetsing op wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie positief uitvalt.

3 V's
Het Centraal dierenlaboratorium van de Radboud Universiteit Nijmegen speelt een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van manieren om de drie V's te realiseren: Vermindering van het aantal dierproeven, Verfijning van de manier waarop dieren voor proeven worden gebruikt en Vervanging van het onderzoek door alternatieve methodes. In 2006 is bijvoorbeeld een speciaal onderzoekscentrum opgericht waar middels verbeterde literatuurstudiemethoden een belangrijke vermindering van proefdiergebruik kan worden gerealiseerd.