14 februari 2011
Voorzichting begin dagvlindervoorjaar
In de afgelopen week zijn er op de zonnige dagen al weer dagvlinders
waargenomen. Er zijn meldingen van zes soorten, waarvan de dagpauwoog
het meeste gezien is. De waarnemingen komen voornamelijk uit de
zuidelijk heft van het land.
De dagvlinders die als vlinder overwinteren worden op de eerste zonnige
en niet te koude dagen in het voorjaar actief. Ze komen tevoorschijn
uit hun overwinteringplaatsen en gaan op zoek naar planten waaruit ze
hun brandstof, nectar kunnen halen. Ook de vorige week zijn deze
soorten gezien. De dagpauwoog is het meest gemeld. Er zijn vlinders
doorgegeven uit 12 verschillende plekken in het land. De kleine vos is
op elf plaatsen waargenomen en citroenvlinder en atalanta, eigenlijk
een trekvlinder die pas sinds een paar jaar de winter lijkt te
overleven, beide op zes. De gehakkelde aurelia, die altijd wat later
uit zijn overwintering komt, is alleen gemeld uit Vught. Vrijwel alle
meldingen komen uit het zuiden van het land. Hier zijn de temperaturen
net wat hoger geweest dan in de noordelijke provincies. Naast deze
vlinderoverwinteraars is nu ook de eerste vlinder gesignaleerd die de
winter als pop heeft doorgebracht. Op 10 februari werd in Nijmegen een
klein koolwitje gezien. Deze soort verschijnt normaal gesproken pas in
maart, maar de afgelopen 10 jaar worden er steeds wel enkele klein
koolwitjes gemeld uit januari en februari. In het warme voorjaar na de
zeer warme winter van 2006-2007 waren er zelfs 100 meldingen van deze
vlinder in januari en februari.
De vlinderoverwinteraars (foto: Kars Veling)
De Vlinderstichting