De Nederlandse Bank
DNBulletin
Nieuw model voor economische voorspellingen
Datum 14 februari 2011
Thema Economie
Nieuw macro-economisch model
De Nederlandsche Bank gebruikt een nieuw macro-economisch model voor
haar voorspellingen voor de Nederlandsche economie. Een interview met
modelbouwer Robert-Paul Berben. 'We kunnen onze ramingen nu beter
onderbouwen. Maar, helaas, dat garandeert nog niet dat elke
voorspelling raak is.'
Elk half jaar, in juni en december, publiceert de Nederlandsche Bank
haar ramingen voor de Nederlandse economie. Het gaat daarbij om de
verwachtingen voor de economische groei, productie, inflatie, export,
import, overheidsschuld en werkgelegenheid. Deze voorspellingen doet
DNB op basis van een macro-econometrisch model. Jaar in jaar uit was
dat het zogenoemde Morkmon-model. Dat was aan verbetering toe. Drie
jaar lang is gewerkt aan een nieuw model, genaamd Delfi. Dat staat voor
Dutch economic linkages, a forecasting instrument.
Waarom een nieuw model?
'Sinds de jaren zeventig was het macro-economische model Morkmon in
gebruik. Dat was voor het laatst verbeterd midden jaren negentig. Dus
het werd hoog tijd voor een nieuw model. Deels vanwege de recente
ontwikkelingen in de dataverzamelingen en datadefinities: daardoor
sloten gegevens namelijk niet meer goed aan bij het model. Tegelijk
waren enkele recente ontwikkelingen in de Nederlandse economie afwezig
in het oude model.'
Met welke recente economische ontwikkelingen kun je nu wel rekening houden?
'Allereerst de enorme groei van de wederuitvoer: de uitvoer van
producten uit andere landen via Nederland naar een derde land. Denk aan
kleding uit China, die via Rotterdam direct doorgaat naar Frankrijk
bijvoorbeeld. Wederuitvoer vormt tegenwoordig inmiddels de helft van
onze totale uitvoer. Dat is een belangrijke structurele ontwikkeling.
Met het oude model konden we alleen de totale Nederlandse uitvoer
meten: met Delfi kunnen we onderscheid maken tussen beide soorten
uitvoer.'
Andere nieuwe elementen in het model Delfi?
'Iets anders is de vergrijzing, en het effect daarvan op het
groeipotentieel van Nederland op de langere termijn, zeg over tien
jaar. Naar dat soort informatie komt steeds meer vraag: vanuit
beleidsmakers van centrale banken, de politiek en bedrijfsleven. Ook de
pensioensector is gemodelleerd om in kaart te brengen wat de gevolgen
zijn van de ontwikkeling van de rente voor de indexatie van pensioenen.
Daarmee krijg je weer een beter beeld van de ontwikkeling van het
inkomen van gepensioneerden.
Nieuw is ook dat we bij de productie niet alleen kijken naar kapitaal
en arbeid, maar ook naar energie. Zo kunnen we meten wat de gevolgen
zijn van een hogere olieprijs voor de productie en via dat kanaal op de
prijsontwikkeling.'
Heeft de kredietcrisis effect gehad?
'Jazeker. Toevalligerwijs begonnen we in 2007, dus precies toen de
crisis begon, met het bouwen van een nieuw model. Mede door deze crisis
hebben we enkele elementen in het model ingebouwd die we anders vast
niet hadden opgenomen. Een voorbeeld. Er is een optie ingebouwd om het
effect van kredietrantsoenering te meten. Zo kunnen we berekenen wat de
gevolgen zijn als banken minder hypotheken of bedrijfskredieten
verschaffen. Denk aan de gevolgen voor de werkgelegenheid, de
economische groei. Daarbij zijn we van plan om ook de interactie tussen
de financiële sector en de reële economie verder uit te diepen in het
model.'
Kijk je ook naar een bankencrisis en de gevolgen daarvan voor de economie?
'Nee. Althans nu nog niet, maar dit staat wel op het verlanglijstje
voor toekomstige verbeteringen. Want een bankencrisis kán grote
gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de beurzen, en dus voor de
economie. Dat hoeft trouwens niet hoor: niet elke bankencrisis heeft
een even groot effect.'
Je kunt het model zo steeds verder uitbreiden?
'Nee. Je moet niet alles in één model willen vangen. Dan wordt het een
onoverzichtelijke brij. Het is wel mogelijk om verschillende versies te
maken. Ook hier is nog werk aan de winkel.'
Betere voorspellingen dankzij het nieuwe model?
'Nee, dat kun je zo niet zeggen. Het model sluit beter aan bij de
huidige ontwikkelingen en daardoor kun je de ramingen beter
onderbouwen. Daarin zit de winst. Maar dat wil nog niet zeggen dat elke
raming voortaan raak is. Of onze voorspellingen uitkomen, is sterk
afhankelijk van de ontwikkeling van de wereldhandel, een externe factor
dus. En hoe goed ons nieuwe model ook is, de toekomstige wereldhandel
kunnen wij nu niet beter inschatten dan voorheen. We gebruiken daarvoor
de prognoses van DNB en de andere centrale banken van het Eurosysteem.
Stel de voorspelling is 4% groei, dan gebruiken we dat cijfer in ons
model en vervolgens gaan we berekenen wat dat betekent voor onze export
en werkgelegenheid. Als in de praktijk die 4% echter 2% wordt, dan
heeft dat een heel grote impact op onze voorspelling.'
Wat is grosso modo het succes van de voorspellingen van DNB?
'Je zit er altijd een beetje naast. Tijdens de crisis zaten we er heel
royaal naast. Zoals iedereen trouwens. De wereldhandel stortte in, en
dat had niemand voorzien. Daardoor valt ieder toekomstbeeld, hoe goed
onderbouwd dan ook, in duigen.'
Meer over Economie
+ Inflatieverwachtingen voor eurozone stevig verankerd
+ Banken versoepelen kredietnormen voor bedrijven
+ Overheidssteun aan financiële instellingen
Downloads
o Nr. 1 (2011): DELFI: DNB's Macroeconomic Policy Model of
the Netherlands (PDF: 1,3 Mb)
Zie het origineel